Form No. 3434-265 Rev A 51 cm graszaaimachine Modelnr.: 23508—Serienr.: 400000000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
kleine tot middelgrote grasmatten van woningen en bedrijfsgebouwen. Gebruik van dit product voor andere doeleinden dan deze kan gevaarlijk zijn voor u of omstanders. Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring.
Aanbevolen onderhoudsschema ......................... 19 Procedures voorafgaande aan onderhoud ........... 20 Maak de bougiekabel los .................................. 20 Smering ............................................................... 20 Smeren van de lagers van de verticuteer-as ...................................................................... 20 Onderhoud motor ................................................ 21 Veiligheid van de motor.....................................
Veiligheid Deze machine is ontworpen in overeenstemming met ANSI B71.4-2017 en EN ISO 5395-2. Onjuist gebruik of onderhoud door de gebruiker of eigenaar kan letsel veroorzaken. Om het risico op letsel te verkleinen, dient u zich aan de volgende veiligheidsinstructies te houden en altijd op het veiligheidssymbool (Figuur 2) te letten, dat betekent Voorzichtig, Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke veiligheid. Niet-naleving van de instructie kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers. decal93-7321 93-7321 1. Gevaar op amputatie of snijletsel aan de handen en voeten, roterende messen: kom niet in de buurt van bewegende onderdelen. decal116-8536 116-8536 1.
decal126-2446 126-2446 decal126-0296 1. Messen omhoog: “T” = Transport stand 126-0296 1. Lees de Gebruikershandleiding alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. 2. Controleer de bandenspanning om de 50 bedrijfsuren. 4. Controleer de spanning van de aandrijfriem om de 25 bedrijfsuren, zie de Gebruikershandleiding voor meer informatie. 5. Gebruikershandleiding 3. “H” = grootste werkdiepte, mes geheel omlaag 2. “A” tot en met “H” = toenemende werkdiepte 3.
decal116-8648 116-8648 1. Om de motor te starten leest u eerst de Gebruikershandleiding 3. Verticuteermessen: laat de beugel van de messen los (neutraalstand) om de messen uit te schakelen; druk de - (1) Parkeer de machine op een vlakke ondergrond (2) vul beugel van de messen tegen de duwboom om de messen de motor met olie (3) Zet de bedieningselementen op de in te schakelen. neutraal-stand (4) Start de motor. 2.
Montage 2 1 Het motoroliepeil controleren De duwboom uitklappen Geen onderdelen vereist Geen onderdelen vereist Procedure Procedure 1. Zie Het motoroliepeil controleren (bladz. 22). Zet de duwboom in de werkstand (Figuur 3).
Algemeen overzicht van de machine g252291 Figuur 5 g252290 Figuur 4 1. Hendel van de zaadtoevoer 2. Beugel van de rijaandrijving 6. Zaadreservoir en deksel 3. Duwboom 8. Diepteregeling 4. Beugel van de mesaandrijving 9. Handgreep van startkoord 7. Indicatie van de zaaidichtheid 1. Handgreep van startkoord 6. Gashendel 2. Brandstofklep 7. Peilstok 3. Chokehendel 8. Olie-aftapplug 4. Luchtfilter 5. Dop van brandstoftank 9. Aan-/Uit-schakelaar Bedieningsorganen Chokehendel 5.
Vergrendeling van de mesaandrijving Brandstofafsluitklep De brandstofklep (Figuur 5) bevindt zich de motor. Hiermee schakelt u de brandstoftoevoer uit als de machine meerdere dagen niet wordt gebruikt, bij transport van en naar de werkplek, en als de machine in een gebouw gestald is. De vergrendeling van de mesaandrijving (Figuur 6) bevindt zich linkerkant van de duwboom, naast de beugel van de mesaandrijving.
Omloophendel van de hydrostatische aandrijving Specificaties Met de omloophendel van de hydrostatische aandrijving (Figuur 8) schakelt u de hydrostatische aandrijving uit zodat u de machine met de hand kunt verplaatsen bij gestopte motor. zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing waakvlammen (bv. van een boiler of een ander toestel) aanwezig kunnen zijn. • Probeer de motor niet te starten als u brandstof Voor gebruik hebt gemorst. Voorkom elke vorm van open vuur of vonken totdat de brandstofdampen volledig zijn verdwenen. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Opmerking: De dop is aan de brandstoftank onderkant van de vulbuis staat. Deze ruimte in de tank geeft benzine de kans om uit te zetten. bevestigd. • Rook nooit tijdens het omgaan met benzine. 4. Blijf uit de buurt van open vuur of vonken die de benzinedampen zouden kunnen ontsteken. Vul de brandstoftank met loodvrije benzine tot het peil het zeefbakje net bereikt. Belangrijk: De ruimte in de tank geeft de benzine de kans om uit te zetten. Vul de brandstoftank niet helemaal vol.
3. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. 4. Om de zaaidichtheid in te stellen draait u de knop van de indicatie van de zaaidichtheid aan de voorkant van het zaadreservoir los. Zet de wijzer in de gewenste stand, draai de knop vast. Tijdens gebruik Veiligheid tijdens gebruik Algemene veiligheid • De eigenaar/gebruiker is verantwoordelijk voor • • g013146 Figuur 10 1.
• Laat de motor niet lopen op een plek waar de • • • • • uitlaatgassen zich kunnen verzamelen. U mag een machine met draaiende motor nooit onbeheerd achterlaten. Voordat u de bedieningsplek verlaat moet u de volgende handelingen verrichten: – Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. – Zet de motor af. – Stel de parkeerrem in werking. – Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen. – Zet de messen omhoog. Gebruik de machine niet als het kan bliksemen.
4. Laat de motor minstens 15 seconden draaien, zet de Aan/Uit-schakelaar dan in de UIT-stand om de motor te stoppen. Belangrijk: In een noodsituatie moet u de motor onmiddellijk uitschakelen. 5. Sluit de brandstofklep. 6. Wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurdersplaats verlaat. De rijaandrijving gebruiken 1. Start de motor. 2. Neem de beugel van de rijaandrijving uit de NEUTRAAL-stand. 3.
4. Opmerking: U hoeft de hendel van de Laat de beugel van de mesaandrijving los om de messen uit te schakelen. De vergrendeling van de mesaandrijving vergrendelt de beugel van de mesaandrijving dan weer. zaadtoevoer niet in en uit te schakelen bij elke bocht. De zaadtoevoer wordt verlaagd of uitgeschakeld als de machine stopt of langzamer beweegt in een bocht. Om minder zaaisel te verspillen kunt u de voorwielen omhoog brengen wanneer u de machine draait.
meerder malen over de grond, zet de messen dan op de diepste stand. de hydrostatische aandrijving (Figuur 14) naar buiten en naar beneden en vergrendelt u de hendel in deze stand. De wielen voor kunnen nu vrij draaien. Na gebruik Om de aandrijving weer in te schakelen trekt u de omloophendel naar boven tot deze in de machine terug springt. Veiligheid na het werk Algemene veiligheid • Verwijder gras en vuil van de machine om brand te voorkomen. Neem gemorste olie of brandstof op.
Onderhoud • Verwijder de bougie voordat u reparatiewerkzaam- De machine veilig onderhouden • Wees voorzichtig als u de messen controleert. heden gaat verrichten. Omwikkel het mes/de messen of draag dikke handschoenen en wees voorzichtig als u er onderhoudswerkzaamheden aan verricht. De messen mogen alleen worden vervangen, probeer ze nooit recht te maken of er aan te lassen.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Om de 200 bedrijfsuren • Vervang het papierelement van het luchtfilter. Vervang het vaker als in zeer stoffige omstandigheden wordt gewerkt. • Bougie vervangen. Jaarlijks of vóór stalling • Werk beschadigde lak bij. Procedures voorafgaande aan onderhoud Smering Maak de bougiekabel los Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Smeren van de lagers van de verticuteer-as.
Onderhoud motor Veiligheid van de motor • U moet de motor afzetten voordat u het oliepeil controleert of het carter bijvult met olie. • Houd uw kleding, handen, voeten en andere lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper en andere hete oppervlakken. Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—De luchtfilterelementen inspecteren. Om de 50 bedrijfsuren—De luchtfilterelementen reinigen. Reinig ze vaker als in vuile omstandigheden wordt gewerkt.
Opmerking: Pas op dat er geen vuil of rommel valt in de luchtinlaat van de carburator. 12. Monteer de luchtfilterelementen en zorg dat ze juist geplaatst zijn. 13. Monteer het deksel en haak de vergrendeling in. g021851 Figuur 19 Motorolie verversen/oliepeil controleren 1. Vulopening 3. Maximaal peil 2. Peilstok 4. Minimaal peil Onderhoudsinterval: Na de eerste 5 bedrijfsuren 5. Verwijder de peilstok, en veeg het uiteinde schoon. 6.
5. Stel de elektrodenafstand van de bougie in op 0,76 mm zie Figuur 21. g006998 Figuur 21 1. Massa-elektrode 2. Centrale elektrode met isolator 3. Elektrodenafstand: 0,76 mm g252748 Figuur 20 1. Peilstok 2. Aftapplug 5. Als alle olie is afgetapt zet u de wielen voor weer op de grond, plaatst u de aftapplug, en draait u deze aan met 18 Nm. 6. Monteer de bougie voorzichtig met de hand (om beschadiging van de schroefdraad te voorkomen). 7.
4. Als het gaas beschadigd is of gaten heeft moet de vonkenvanger vervangen worden. 5. Verwijder eventuele koolstof die afgezet is op het gaas van de vonkenvanger voorzichtig met een borstel. 6. Monteer de vonkenvanger op de uitlaat. Onderhoud brandstofsysteem WAARSCHUWING De onderdelen van het brandstofsysteem staan onder hoge druk. Gebruik van de verkeerde onderdelen kan leiden tot storingen, brandstoflekkage en mogelijk explosies.
Onderhoud aandrijfsysteem • Herhaal deze stap tot er een tussenruimte • Opmerking: De hydrostatische transmissie is in is van 3 mm tussen de beugel van de rijaandrijving en de duwboom. Als deze tussenruimte bereikt is ga dan naar stap 4. de fabriek gevuld en verzegeld. Deze vereist geen onderhoud. Indien onderhoud nodig is neem dan contact op met op met een erkende servicedealer.
Onderhoud riemen schroef en de ratelbevestiging waarmee de expansietank op het huis is gemonteerd. 6. Verwijder de expansietank, en laat de olie uitstromen. Verwijderen van de riembeschermkap Opmerking: Verwijder de expansiedop niet van de tank. 1. Opmerking: Verwijder de slang of O-ring niet van de tank, tenzij deze moeten worden vervangen. 7. Monteer de expansietank door eerst de slang in de tank te steken.
De staat van de riemen controleren Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren 1. Schakel de motor uit, wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen en neem de bougiekabel van de bougie. Stel de parkeerrem in werking. 2. Verwijder de riemkap aan de linkerkant van de machine. 3. Controleer de riemen op scheuren, gerafelde randen, schroeiplekken of andere schade. 4. 5. g021850 Figuur 26 Als een riem beschadigd is moet deze worden vervangen. 1. Riem 2.
Onderhoud van de messen lagers versleten, vervang deze als de messen vervangen worden. 8. Controleren en vervangen van de messen GEVAAR Een versleten of beschadigd mes kan breken. Een deel van het mes kan dan naar de gebruiker of omstanders worden geslingerd en leiden tot ernstig of dodelijk letsel. • Controleer de messen op gezette tijden op slijtage of beschadigingen. • Vervang een versleten of beschadigd mes.
14. Onderhoud van de zaadschuif Monteer het geheel in omgekeerde volgorde. Opmerking: Verdraai elk mes met 1/6 omwenteling ten opzichte van het voorgaande mes. Controleren van de zaadschuif WAARSCHUWING Onjuiste montage van de messen of bevestiging daarvan kan gevaar opleveren. Indien niet alle oorspronkelijke onderdelen worden gemonteerd zoals hier getoond zou een mes of ander onderdeel kunnen worden uitgeworpen en tot ernstig of dodelijk letsel kunnen leiden.
Reiniging Wassen van de machine Was de machine indien nodig met water, eventueel met een mild reinigingsmiddel. Bij het schoonmaken van de machine kunt u een doek gebruiken Belangrijk: Gebruik geen brak of teruggewonnen water om de machine schoon te maken. Belangrijk: Was de machine niet met een hoge druk spuit. Hoge druk spuiten kunnen belangrijke stickers losmaken of vet bij bewegende punten wegspoelen. Gebruik niet teveel water bij het bedieningspaneel en de motor. g013391 Figuur 28 1. Contramoer 5.
4. VOORZICHTIG Er kan vervuiling aan de onderkant van de machine loskomen. Opmerking: Kantel de machine indien nodig met 2 personen naar achteren. • Draag oogbescherming. 3. 4. Kantel de machine naar achteren totdat de bovenste hendel de grond raakt, plaats dan een assteun onder de machine. • Blijf in de bedrijfsstand (achter de handgreep). 5. Verwijder vervuiling tussen het frame en de zaadschuif. • Houd omstanders uit de buurt. 6.
Stalling Belangrijk: Bewaar brandstof met stabilizer/conditioner niet langer dan aanbevolen door de fabrikant daarvan. De machine veilig stallen 7. schakel de motor uit, wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen, schakel de parkeerrem in, en laat de motor afkoelen voordat u de machine stalt. Controleer alle bouten, schroeven en moeren en draai deze vast. Repareer of vervang beschadigde delen. 8.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem De motor start niet, start moeilijk of slaat af. Mogelijke oorzaak 1. De brandstoftank is leeg. 1. Vul de brandstoftank. 2. De brandstofsluitklep is gesloten. 3. Er zit vuil in het brandstoffilter in de 4. Vuil, water of oude brandstof in het brandstofsysteem. 5. Het luchtfilter is vuil. 2. Open de brandstofklep. 3. Brandstoffilter vervangen. 4. Neem contact op met een erkende servicedealer. 5. Reinig of vervang het luchtfilterelement. 6.
Opmerkingen:
Privacyverklaring EEA/VK Toro’s gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.