Operation Manual

15
Motoroliepeil controleren
Controleer voordat u de maaimachine gaat gebruiken eerst
of het oliepeil tussen de Add (bijvullen)- en Full (vol)-
markeringen op de peilstok staat (Fig. 6). Als de olie lager
staat dan Add (bijvullen), moet u olie bijvullen. Zie Carter
vullen met olie, blz. 8.
Onderkant van de maaikast
reinigen
Houd de onderkant van de maaikast goed schoon. Let
vooral op dat er geen vuil of rommel aan de uitstoters zit
(Fig. 15).
979
1
Figuur 15
1. Uitstootplaten
Wassen
1. Plaats de maaimachine op een vlakke ondergrond in de
buurt van een waterslang.
2. Bevestig een snelkoppeling (los verkrijgbaar) aan het
uiteinde van de slang.
3. Bevestig de snelkoppeling aan de wasaansluiting van de
maaimachine (Fig. 16).
1
2
m-3044
Figuur 16
1. Wasaansluiting 2. Slang
4. Draai de waterkraan helemaal open.
5. Start de motor.
6. Laat de maaimachine twee minuten lang draaien.
7. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen
tot stilstand gekomen zijn.
8. Draai de kraan weer dicht.
9. Verwijder de snelkoppeling van de wasaansluiting.
10. Breng de maaimachine naar een droge plek en laat de
motor een minuut draaien om de maaimachine en
componenten te laten opdrogen.
11. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen
tot stilstand gekomen zijn.
Als er buitensporig veel gras is aangekoekt of opeenge-
hoopt aan de onderkant van het maaikast, moet u
30 minuten wachten en bovengenoemde stappen 2 tot en
met 11 herhalen.
Een gebroken of ontbrekende wasaansluiting kan
de bestuurder of andere personen blootstellen aan
uitgeworpen voorwerpen of het mes. Dit kan
ernstig lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken.
• Een gebroken of ontbrekende wasaansluiting
direct vervangen alvorens de maaimachine
opnieuw te gebruiken.
• Eventuele gaten in de maaimachine dichtmaken
met bouten en moeren.
• Nooit handen of voeten onder de maaimachine
of door openingen in de maaimachine steken.
Waarschuwing