Form No. 3415-312 Rev A Gashendelset Workman® HDX multifunctioneel voertuig met serienummer 400000000 of hoger Modelnr.: 07408 Installatie-instructies Veiligheid WAARSCHUWING CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Dit product bevat een chemische stof of chemische stoffen waarvan de Staat Californië weet dat ze kanker, geboorteafwijkingen en schade aan het voortplantingssysteem veroorzaken.
Installatie Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 2 3 Geen onderdelen vereist – De installatie van de set voorbereiden. Geen onderdelen vereist – De motorkap verwijderen. Geen onderdelen vereist – Het middelste bedieningspaneel en de stoelen verwijderen. 4 5 6 Geen onderdelen vereist – De koeltank, het rolbeugelscherm en het stoelscherm verwijderen.
1 De installatie van de set voorbereiden Geen onderdelen vereist Procedure 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Stel de parkeerrem in werking. g009164 Figuur 2 3. Voor machines met een multifunctionele laadbak doet u het volgende: 1. Laadbakbeveiliging 3. Laadbak 2. Cilinder A. Verwijder de laadbak van de machine. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor de procedure om de laadbak te verwijderen. 4. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. B.
1 2 4 3 G022071 g022071 Figuur 4 1. Kap van accupool 3. Accupool 2. Pluspool 4. Accu g010314 Figuur 5 2 1. Motorkap De motorkap verwijderen 2. Draai de onderkant van de motorkap omhoog tot u de bovenste montagelipjes uit de sleuven in het frame kunt klikken (Figuur 5). Geen onderdelen vereist 3. Draai de bovenzijde van de motorkap naar voren en koppel de bedrading van de koplampen los (Figuur 5). Procedure 4. Verwijder de motorkap. 1.
3 Het middelste bedieningspaneel en de stoelen verwijderen Geen onderdelen vereist Procedure 1. Schroef de knoppen van de bedieningshendels en van de schakelhendel los en verwijder deze (Figuur 6). g023165 Figuur 7 1. Schroef 1 2 3 4 5 4 2. Afdekplaat 5 4. Verwijder de 8 inbusbouten waarmee de stoelrails aan het chassis zijn bevestigd en verwijder de stoelen (Figuur 8). G023161 g023161 Figuur 6 1. Schakelstang 4. Bedieningsstang 2. Contramoer 5. Bedieningsknop 3. Schakelhandgreep 2.
4 De koeltank, het rolbeugelscherm en het stoelscherm verwijderen Geen onderdelen vereist De koeltank verwijderen 1. Til de koeltank op en uit de bevestigingsbeugel aan de achterkant van het rolbeugelscherm (Figuur 9). g023167 Figuur 10 1. Moeren 3. Paneel van de rolbeugel 2. Bevestigingsbeugel (rolbeugelstang) 4. Slotbouten 2. Verwijder het rolbeugelpaneel van de machine (Figuur 10) Het stoelscherm verwijderen 1. Stel de parkeerrem in werking (Figuur 11). g023166 Figuur 9 1. Koeltank 3.
3. Til het stoelscherm op en neem het van de machine (Figuur 12). g023210 Figuur 13 1. Onderste stofkap 3. Parkeerrem 2. Remschakelaar 4. Flenskopbout g023169 2. Lijn de gaten in de parkeerremschakelaar uit met de gaten in de linkerzijde van de parkeerrem (Figuur 13). Figuur 12 1. Stoelscherm 3. Bevestig de schakelaar aan de rem met de 2 flenskopbouten (Figuur 13).
g023216 Figuur 15 1. Relais (achter elkaar geplaatst) 3. Bout (¼" x 5/8") 2. Bevestigingsbuis van dashboard 7. Lijn 2 relais met elkaar uit met de ruggen tegen elkaar (Figuur 15). g023211 Figuur 14 1. 38 mm 2. 106 mm 3. Middelste bevestigingsbeugel 8. Bevestig de 2 relais aan de bevestigingsbuis van het dashboard. Gebruik de bout ¼" x 5/8") en het gat dat u geboord hebt aan de linkerkant (Figuur 15). 4. 13 mm 5. Bevestigingsbuis van dashboard 6. Boor van 6 mm 7 2.
4. Markeer de opening bovenaan rechts in de beugel van de gashendel op het dashboard (Figuur 17). 5. Verwijder de bouten en moeren waarmee de beugel van de gashendel bevestigd is aan het dashboard en verwijder de beugel. 6. Zoek het midden van de markering die u aangebracht hebt in stap 4 en markeer deze locatie met een centerpons. (Figuur 18). g023217 Figuur 16 1. Bevestigingsbeugel van dashboard 2. Flensmoer 3. Dashboard 4. Flensbout g023219 Figuur 18 1. Markering van centerpons 2.
2. Lijn de gashendel uit met de opening in de gashendelbeugel; lijn de gaten in de montagebeugel die bevestigd is aan de gashendel uit met de gashendelbeugel (Figuur 19). 8 De gashendel en de modusschakelaar monteren 3. Bevestig de gashendel aan de gashendelbeugel; gebruik hiervoor de 2 bouten (10–32 x 5/8) en 2 moeren (Figuur 19). De modusschakelaar plaatsen Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Gashendel 2 Bout (10–24 x 5/8") 2 Kartelmoer (10–32) 1 Modusschakelaar 1.
2. Maak de connectors met 31 pennen en bussen van de voorste en achterste kabelboom (Figuur 21) los. 9 3. Zoek connectors met 31 pennen en bussen van de kabelboom van de gashendelset (Figuur 22). De kabelboom monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Kabelboom 5 Kabelbinder Aansluiten op de hoofdkabelboom 1. Zoek aan de voorzijde van de machine en naast de zekeringhouder de connectors met 31 pennen en 31 bussen; deze zijn voor de voorste en achterste kabelboom van de machine (Figuur 21).
De kabelboom leiden en de relaisconnectors aansluiten 3. Verwijder de weerstand van de connector met 6 pennen voor het optrekcircuit van de gashendel (Figuur 23). 1. Leid de aftakking van de kabelboom met 3 connectors met elk 5 bussen (Figuur 23) naar boven tot de relais die u hebt gemonteerd in 6 De relais monteren (bladz. 7). Opmerking: Bewaar de weerstand en plaats deze op de connector met 6 pennen als de gashendelset wordt verwijderd van de machine. 4.
De kabelboom leiden 5. Leid de kabelboom van de set verder langs de onderste framebuis en vervolgens naar boven achter de bovenste bedieningsarm en het achterste steunkanaal van de stoel (Figuur 26, Figuur 27, en Figuur 28). 1. Leid de kabelboomaftakking van de set met de connector met 2 pennen voor de parkeerremschakelaar omlaag, van de aansluitingen van de hoofdkabelboom die u aangesloten hebt in stappen 4 en 5 van Aansluiten op de hoofdkabelboom (bladz.
g023374 Figuur 29 g023373 1. Parkeerremschakelaar 4. Kabelbinder (set) 2. Connector met 2 pennen (parkeerremschakelaar) 5. Achterste hoofdkabelboom (machine) 3. Connector met 2 pennen (kabelboom - set) 6. Kabelboom (set) Figuur 28 1. Steungleuf van stoel (achteraan) 4. Kabelboom (set) 2. Achterste hoofdkabelboom (machine) 5. Kabelklemband (set) 2. Sluit de connector 2 bussen van de kabelboom van de set aan op de connector met 2 pennen van de kabelboom van de parkeerremschakelaar (Figuur 29). 3.
Het rolbeugelscherm monteren laadbaklift, de differentieelvergrendeling en de schakelhendel voor laag/hoog bereik (Figuur 6). 1. Lijn de openingen in het rolbeugelscherm uit met de opening in de beugels van de rolbeugelstang (Figuur 10). 12 2. Bevestig het rolbeugelscherm aan de rolbeugelstang met de 6 slotbouten en 6 moeren (Figuur 10) die u verwijderd hebt in stap 1 van Het paneel van de rolbeugel (bladz. 6). De accu aansluiten De koeltank plaatsen Geen onderdelen vereist 1.
4. Stel de parkeerrem in werking, zet de schakelhendel in NEUTRAAL en start de machine. 3. Steek de bovenste montagelipjes in de sleuven van het frame (Figuur 5). 4. Steek de onderste montagelipjes in de openingen in de bumper (Figuur 5). 5. Controleer of de motorkap goed in de groeven aan de bovenzijde, de zijkanten en de onderzijde valt (Figuur 5). 5. Zet de gashendel op SNEL (Figuur 30). Opmerking: Het toerental moet toenemen. 6. Zet de gashendel op LANGZAAM (Figuur 30). 7. Zet uw voet op de rem. 8.
Algemeen overzicht van de machine Gebruiksaanwijzing De modus rijsnelheid beperken gebruiken Bedieningsorganen Het maximale toerental instellen Handbediende gashendel 1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak zonder obstakels. De gashendel wordt samen met de modusschakelaar gebruikt om een maximaal of vast toerental in te stellen (Figuur 31). 2. Zet de gashendel op Langzaam (Figuur 31). 3. Druk de modusschakelaar naar de stand rijsnelheid beperken (Figuur 31). 4.
Problemen, oorzaak en remedie Accessoiremodus Probleem De motor kan niet worden bediend door de gashendel in de accessoiremodus. Mogelijke oorzaak Remedie 1. De parkeerrem is niet in werking gesteld. 1. Stel de parkeerrem in werking. 2. De parkeerremschakelaar is defect. 2. Vervang de parkeerremschakelaar. Het vermogen van de motor is te klein voor het werktuig. 1. De gashendel staat in een langzame stand. 1.
Opmerkingen: