Form No. 3374-956 Rev B Workman® HDX-D multifunctioneel voertuig met laadbak Modelnr.: 07385—Serienr.: 313000001 en hoger Modelnr.: 07385TC—Serienr.: 313000001 en hoger Modelnr.: 07387—Serienr.: 313000001 en hoger Modelnr.: 07387TC—Serienr.: 313000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Deze machine is een bedrijfsvoertuig bedoeld voor gebruik door professionele bestuurders en voor commerciële toepassingen. De machine is met name ontworpen voor het vervoeren van werktuigen die bij dergelijke toepassingen gebruikt worden. Met dit bedrijfsvoertuig kunt u een bestuurder en een passagier veilig vervoeren in de betreffende stoelen. De laadbak van dit voertuig is niet geschikt voor het vervoeren van personen. erkende servicedealer of met de klantenservice van Toro.
Inhoud Een aanhanger trekken met het voertuig ....................32 Hydraulische bediening ...........................................32 Onderhoud ..................................................................34 Aanbevolen onderhoudsschema ..................................34 Gebruik in zware omstandigheden ............................35 Procedures voorafgaande aan onderhoud ......................36 De laadbakbeveiliging gebruiken ..............................36 De volledige laadbak verwijderen .....
Veiligheid of een vrachtwagen. Gun uzelf dus tijd om vertrouwd te raken met de Workman. De machine voldoet aan de vereisten van SAE J2258. Niet alle werktuigen die kunnen worden gekoppeld aan de Workman, worden in deze handleiding beschreven. Raadpleeg de specifieke Gebruikershandleiding die bij elk werktuig is geleverd, voor aanvullende veiligheidsinstructies. Lees deze handleidingen.
• Draag altijd stevige schoenen. Draag geen sandalen, • • • • • • • tennisschoenen of gymschoenen als u het voertuig gebruikt. Draag geen losse kleding of sieraden die kunnen worden gegrepen door bewegende onderdelen en lichamelijk letsel kunnen veroorzaken. Het verdient aanbeveling veiligheidsschoenen en een lange broek te dragen. Dit is verplicht op grond van diverse plaatselijke veiligheidsvoorschriften en verzekeringsbepalingen.
• • • kan worden gecentreerd. Zorg ervoor dat de lading in evenwicht is en goed vastzit om te voorkomen dat deze gaat schuiven. – Vermijd plotseling stoppen en starten. Zet het voertuig niet van de achteruitstand in de vooruitstand of van de vooruitstand in de achteruitstand voordat het voertuig volledig tot stilstand is gekomen. – Maak geen scherpe bochten en vermijd abrupte manoeuvres of andere riskante handelingen tijdens het rijden, waardoor u de controle over het voertuig kunt verliezen.
• Voorkom dat de motor het maximaal toelaatbare toerental overschrijdt, doordat de instellingen van de motor zijn veranderd. Het maximale motortoerental is 3650 tpm. Ten behoeve van de veiligheid en een nauwkeurige afstelling moet u het maximale motortoerental door een erkende Toro-dealer laten controleren met een toerenteller. • Indien belangrijke reparaties nodig zijn of hulp is vereist, moet u contact opnemen met een erkende Toro-dealer.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 93-9852 2. Ledematen kunnen bekneld raken - Monteer de vergrendeling van de cilinder. 1. Waarschuwing - Lees de Gebruikershandleiding. 115-7739 115-2047 1. Risico om te vallen en bekneld te raken - Laat niemand op de machine meerijden. 1.
115-7740 1. Waarschuwing - het maximale gewicht van de trailer is 680 kg, het maximale koppelgewicht bedraagt 90 kg. 2. Waarschuwing - remmen op de aanhanger zijn verplicht als het trekgewicht meer dan 680 kg bedraagt, het maximale gewicht van een aanhanger met remmen is 1591 kg, het maximale koppelgewicht voor een aanhanger met remmen is 273 kg. 115-7723 1. Waarschuwing – lees af of de hydraulische oliedruk 124 bar (1800 psi, 12410 KPa) bedraagt. 2. Koppeling A 3. Koppeling B 115-7746 1.
93-7814 1. Risico om gegrepen te worden, riem – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 93–9868 115-7813 1. Stroomaansluiting van 10 A 2. Geschakeld vermogen 10 A 3. Benzinepomp, snelheidsbegrenzer 10 A 1. Handen kunnen bekneld raken - Lees de Gebruikershandleiding. 5. Remverlichting 15 A 6. Gevarenverlichting 10 A 7. 4WD, transmissie 10 A 4. Claxon, aansluitpunt 15 A 93-9850 115-7741 1. Verricht geen reparatie- of onderhoudswerkzaamheden Lees de Gebruikershandleiding. 1.
1. Langzaam 93-9899 106-2355 3. Transmissie - Derde hoog; geen hoge snelheid 93-9899 2. Snel 1. Ledematen kunnen bekneld raken - Monteer de vergrendeling van de cilinder. 115-7756 1. Hydraulisch systeem met hoge stroming - ingeschakeld 106-7767 1. Waarschuwing - Lees de Gebruikershandleiding, voorkom dat de machine kantelt, draag de veiligheidsgordel, leun weg van de richting waarin de machine kantelt.
106-2377 1. Vergrendeld 8. Waarschuwing - Lees de Gebruikershandleiding. 2. Differentieelgrendel 9. Risico om gegrepen te worden, as – Houd omstanders op een veilige afstand van het voertuig. 10. Hydrauliek naar binnen trekken 3. Ontgrendeld 4. Hydraulische vergrendeling 11. Hydrauliek naar buiten schuiven 5. Inschakelen 12. Transmissie – Hoog toerental 6. Aftakas 13. Transmissie – Laag toerental 7. Uitschakelen 14. Parkeerrem Symbolen op accu Sommige of alle symbolen staan op de accu 1.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving 1 1 1 1 6 Stuurwiel Dop Ring Rolbeugel Bout, 1/2 inch 1 2 3 Accuzuur 4 A/R – Geen onderdelen vereist Gebruik Stuurwiel monteren. Monteer de rolbeugel Accu in gebruik nemen en opladen. Controleer het peil van de motorolie, de transaxle-olie/hydraulische vloeistof en de remvloeistof.
accuzuur vullen en opladen. Accuzuur met een soortelijk gewicht van 1,260 kunt u kopen bij een plaatselijke accuhandelaar. 2 WAARSCHUWING De rolbeugel monteren (uitsluitend TC-modellen) CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing Benodigde onderdelen voor deze stap: 1 Rolbeugel 6 Bout, 1/2 inch Accuklemmen, accupolen en dergelijke onderdelen bevatten lood en loodverbindingen. Van deze stoffen is bekend dat ze kanker en schade aan de voortplantingsorganen veroorzaken.
4. Plaats de vuldoppen terug en sluit een acculader van 3-4 A aan op de accupolen. Laad de accu op gedurende 4 tot 8 uur bij 3-4 A. WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk letsel veroorzaken. WAARSCHUWING Bij het opladen produceert de accu gassen die tot ontploffing kunnen komen.
Algemeen overzicht van de machine VOORZICHTIG Versleten of verkeerd afgestelde remmen kunnen lichamelijk letsel veroorzaken. Als de vrije slag van de rempedalen tot de vloer van het voertuig minder dan 3,8 cm bedraagt, moeten de remmen worden afgesteld of gerepareerd. Bedieningsorganen Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Schakelhendel Trap het koppelingspedaal volledig in en zet de schakelhendel (Figuur 8) in de gewenste stand.
Schakelhendel voor hoog/laag bereik De schakelhendel voor hoog/laag bereik biedt drie extra snelheden voor nauwkeurige snelheidsregeling (Figuur 9). • Het voertuig moet volledig tot stilstand zijn gebracht voordat u kunt schakelen tussen het hoge en het lage bereik. • Schakel uitsluitend op vlak terrein. • Trap het koppelingspedaal volledig in. • Zet de hendel volledig naar voren voor Hoog en volledig Figuur 9 1. Schakelhendel naar achteren voor Laag. 4. Vergrendeling hydraulische hefinrichting 2.
motor uit en neem contact op met uw plaatselijke Toro-dealer voor hulp. Controleer de werking van de waarschuwingslampjes als volgt: 1. Stel de parkeerrem in werking. 2. Draai het contactsleuteltje naar de stand Aan/Voorgloeien, maar start de motor niet. Het oliedruklampje moet rood branden. Als het lampje niet brandt, is het lampje doorgebrand of heeft het systeem een defect dat moet worden hersteld. Opmerking: Als de motor pas is afgezet, kan het 1 tot 2 minuten duren voordat het lampje gaat branden.
betekent dit dat het brandstofpeil laag is en als het rood knippert, betekent dit dat de tank bijna helemaal leeg is. Schakelaar voor hydraulisch systeem met hoge stroming (uitsluitend TC-modellen) Zet de schakelaar aan om het hydraulische systeem in te schakelen (Figuur 10). Claxonknop (uitsluitend TC-modellen) Druk op de knop om te claxonneren (Figuur 10). Toerenteller Figuur 12 Geeft het toerental van de motor weer (Figuur 10 en Figuur 11).
Specificaties Gebruiksaanwijzing Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Afmetingen Totale breedte Totale lengte Basisgewicht (droog) Capaciteit (inclusief bestuurder (91 kg), passagier (91 kg) en ingeladen werktuig). Maximaal.
3. Als het oliepeil te laag is, moet u de vuldop (Figuur 15) losmaken van het klepdeksel en voldoende olie bijvullen totdat het peil de Vol-markering op de peilstok bereikt. WAARSCHUWING Brandstof is schadelijk of dodelijk bij inname. Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden tot ernstig letsel en ziekte. • Voorkom dat u dampen lange tijd inademt. • Houd uw gezicht uit de buurt van de vulpijp en de opening van de tank of een blik met conditioner. • Houd brandstof uit de buurt van ogen en huid.
• De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop van VOORZICHTIG tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt op een biodieselmengsel. Als de motor heeft gelopen, kan de hete koelvloeistof, die onder druk staat, ontsnappen indien de radiateurdop wordt verwijderd. Dit kan brandwonden veroorzaken. • Neem contact op met uw leverancier als u informatie over biodiesel wenst. 1. Maak de omgeving van de dop van de brandstoftank schoon. • Open de radiateurdop niet.
Peil transaxle-olie/hydraulische vloeistof controleren 1. Reinig het gebied rond de vulbuis en de dop van de hydraulische tank (Figuur 19). Verwijder de dop van de vulbuis. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Het reservoir van de transaxle is gevuld met Dexron III ATF. U moet echter het peil controleren voordat u de motor voor de eerste keer start en daarna om de 8 bedrijfsuren, of dagelijks. De inhoud van het systeem is: Inhoud van transaxlereservoir: 7 l. 1.
3. Verwijder de vul-/controleplug en controleer het oliepeil. Het oliepeil moet tot aan de opening staan. Als het vloeistofpeil te laag is, moet u bijvullen met Mobil 424 hydraulische olie. WAARSCHUWING Hydraulische vloeistof die onder druk ontsnapt, kan door de huid heen dringen en letsel veroorzaken. • Controleer of alle hydraulische slangen en leidingen in goede staat verkeren en alle hydraulische aansluitingen en verbindingsstukken stevig vastzitten voordat u het hydraulische systeem onder druk zet.
Figuur 22 1. Te hoge bandenspanning Remvloeistofpeil controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Remvloeistofpeil controleren. Figuur 24 Om de 1000 bedrijfsuren/Om de 2 jaar (houd hierbij de kortste periode aan)—Remvloeistof verversen. 1. Reservoir voor remvloeistof Het reservoir voor de remvloeistof is in de fabriek gevuld met DOT 3 remvloeistof. U moet echter het peil controleren voordat u de motor voor de eerste keer start en daarna om de 8 bedrijfsuren, of dagelijks.
2. Schakel de aftakas en het hydraulische systeem (indien aanwezig) uit en zet de gashendel (indien aanwezig) in de stand Uit. 3. Zet de schakelhendel in de neutraalstand en trap het koppelingspedaal in. 4. Controleer of de hydraulische hefhendel in de middelste stand staat. 5. Raak met uw voet het gaspedaal niet aan. 6. Draai het contactsleuteltje naar de stand Aan. Als het indicatielampje van de gloeibougies gaat branden, is de motor klaar om te starten.
• De motor heeft geen inrij-olie nodig. De originele • Als de motor aanslaat of start, is er een defect in het veiligheidssysteem dat moet worden hersteld voordat u het voertuig gebruikt. motorolie is hetzelfde type olie dat is voorgeschreven voor regelmatige olieverversingen. Zie hoofdstuk Onderhoud voor bijzondere controles op rustige momenten. Gebruikseigenschappen Het voertuig is ontwikkeld met oog op veiligheid. Het heeft vier wielen voor extra stabiliteit.
veroorzaken. Kijk op het label van het medicijn of raadpleeg uw arts of apotheek als u twijfels hebt over de invloed van een bepaald geneesmiddel op de rijvaardigheid. Een van de hoofdregels is: verminder uw snelheid op onbekend terrein. Het is verbazingwekkend hoeveel schade en letsel gewone dingen kunnen veroorzaken.
is zich vertrouwd te maken met de juiste bediening van het bedrijfsvoertuig, alert te blijven en handelingen of situaties te vermijden die kunnen leiden tot een ongeluk. De bestuurder kan het risico op lichamelijk of dodelijk letsel als het voertuig omslaat, verminderen door de rolbeugel en de veiligheidsgordels te gebruiken en zich te houden aan de bijgeleverde instructies. maakt u een bocht die scherper is dan uw rijsnelheid toelaat.
risico op kantelen te verkleinen. U kunt ook de lading zo laag mogelijk proberen te verdelen om dit risico te verminderen. Verminder het gewicht van de lading als de helling erg steil is of als de lading een hoog zwaartepunt heeft. Denk erom dat een lading kan schuiven, bevestig ladingen daarom goed. Als u de lading te veel aan één kant van de laadbak plaatst, vergroot dit sterk de kans dat voertuig omslaat naar die kant.
is bevestigd aan de aanhanger. Zie Figuur 27 en Figuur 28 voor de plaats van de bevestigingspunten. WAARSCHUWING Als het voertuig op een helling omslaat of gaat rollen, kan dit ernstig letsel veroorzaken. Belangrijk: Aanhangers zwaarder dan 680 kg moeten zijn uitgerust met eigen remmen. • De extra tractie die de differentieelgrendel biedt, kan genoeg zijn om u in gevaarlijke situaties te brengen, zoals oprijden van hellingen die te steil zijn om te draaien.
Standen van de schakelhendel van het frame. Zet de schakelhendel in de neutraalstand en zet de parkeerrem vrij. Als het voertuig over een grote afstand moet worden verplaatst, dient u dit te vervoeren op een vrachtwagen of een aanhanger. • UIT Dit is de normale stand van de bedieningsklep wanneer deze niet in gebruik is. In deze stand zijn de doorlaatopeningen van de bedieningsklep geblokkeerd en een eventuele lading wordt in beide richtingen tegengehouden door de afsluitkleppen.
De snelkoppelingen loskoppelen snelkoppeling B stromen, met het verschil dat de hendel in deze stand wordt vastgezet in een uitsparing in het bedieningspaneel. Op deze manier kan er voortdurend olie stromen naar werktuigen die gebruikmaken van een hydraulische motor. Gebruik deze stand uitsluitend bij werktuigen met een hydraulische motor.
Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 2 bedrijfsuren • Draai de moeren van de voor- en achterwielen vast. Na de eerste 8 bedrijfsuren • De conditie en de spanning van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren. Na de eerste 10 bedrijfsuren Na de eerste 50 bedrijfsuren • • • • • • Ververs de motorolie en vervang het filter. • Afstand motorklep instellen. • • • • Bij elk gebruik of dagelijks Draai de moeren van de voor- en achterwielen vast.
Onderhoudsinterval Om de 800 bedrijfsuren Om de 1000 bedrijfsuren Onderhoudsprocedure • • • • Ververs de olie van het voordifferentieel. Ververs de hydraulische vloeistof en reinig de zeef. Hydraulisch filter vervangen. Vloeistof van het hydraulische systeem verversen en filter vervangen (uitsluitend TC-modellen). • Remvloeistof verversen. • Brandstoftank aftappen/spoelen. • Spoel het koelsysteem en ververs de koelvloeistof.
Procedures voorafgaande aan onderhoud cilinderbus en het uiteinde van de cilinderstang (Figuur 31). Bij een groot aantal van de onderhoudswerkzaamheden die in dit hoofdstuk worden besproken, dient de laadbak opgeheven of neergelaten te worden. De volgende voorzorgsmaatregelen moeten in acht worden genomen om ernstig lichamelijk of zelfs dodelijk letsel te voorkomen.
Figuur 33 Figuur 32 1. Bevestigingsplaat van laadbak 2. Uiteinde van cilinderstang 3. Gaffelpen 1. Linkerhoek van achterzijde 4. Gaffelpen van laadbak 2. Framebalk van voertuig 5. Lynchpen 4. Lynchpen 5. Achterste sleuven (complete laadbak) 3. Draaiplaat 6. Voorste sleuven (2/3 bed) VOORZICHTIG 3. Verwijder de gaffelpennen waarmee de uiteinden van de cilinderstang vastzitten aan de bevestigingsplaten van de laadbak, door de pennen naar binnen te drukken (Figuur 32).
• Als u de voorkant van het voertuig omhoog krikt, moet u 2. Plaats de laadbak voorzichtig op het frame van het voertuig en lijn daarbij de openingen van de achterste draaiplaat van de laadbak uit met de openingen in de achterste framebalk en monteer (2) gaffelpennen en lynchpennen (Figuur 34). altijd een blok hout (of iets vergelijkbaars) van 5 x 10 cm tussen de krik en het frame plaatsen.
Smering Lagers en lagerbussen smeren Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren (bij zwaar gebruik vaker smeren). Het voertuig is voorzien van smeerpunten die regelmatig moeten worden gesmeerd met nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op lithiumbasis.
Figuur 40 Figuur 39 Figuur 41 40
Onderhoud motor 5. Verwijder het veiligheidsfilter uitsluitend als u dit wilt vervangen. Belangrijk: Probeer nooit een veiligheidsfilter te reinigen. Als het veiligheidsfilter vuil is, betekent dit dat het voorfilter is beschadigd en moeten beide filters worden vervangen. Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer de luchtfilteronderhoud-indicator.
Onderhoud brandstofsysteem Brandstofleidingen en -verbindingen Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan) Om de 1000 bedrijfsuren/Om de 2 jaar (houd hierbij de kortste periode aan) Inspecteer de brandstofleidingen en aansluitingen op slijtage, beschadigingen of loszittende verbindingen. Onderhoud van brandstoffilter/waterafscheider Figuur 44 1. Motoroliefilter Water aftappen uit brandstoffilter/waterafscheider 4.
Onderhoud elektrisch systeem 3. Verwijder de filterbus en reinig de plaats waar deze wordt gemonteerd. 4. Smeer schone olie op de pakking van de filterbus. 5. Monteer de filterbus met de hand totdat de pakking contact maakt en draai deze vervolgens nog een halve slag verder. Zekeringen De zekeringen voor het elektrische systeem van de machine bevinden zich onder het middengedeelte van het dashboardpaneel (Figuur 46 en Figuur 47). 6. Draai de aftapplug onder de filterbus vast. Figuur 46 1.
Het voertuig starten met de startkabel minpool is aangegeven met 'NEG' op het accudeksel. Sluit het andere uiteinde van de startkabel aan op de minpool van de lege accu. Sluit het geheel aan op de motor of het frame. Sluit de startkabel niet aan op het brandstofsysteem. WAARSCHUWING Starten met de startkabel kan gevaarlijk zijn.
Accuzuur bevat zwavelzuur; dit is een dodelijk gif dat ernstige brandwonden veroorzaakt. Onderhoud aandrijfsysteem • U mag accuzuur nooit inslikken en moet elk contact met huid, ogen of kleding vermijden. Draag een veiligheidsbril en rubberhandschoenen om uw ogen en handen te beschermen. Olie voordifferentieel vervangen (uitsluitend modellen met vierwielaandrijving) • Vul de accu alleen bij op plaatsen waar schoon water aanwezig is om indien nodig uw huid af te spoelen.
Kabels van het schakelmechanisme afstellen Kabel van differentieelgrendel afstellen Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren Om de 200 bedrijfsuren 1. Zet de hendel van de differentieelgrendel op Uit. 1. Zet de schakelhendel in de neutraalstand. 2. Draai de contramoeren los waarmee de kabel van de differentieelgrendel vastzit aan de beugel op de transaxle (Figuur 52). 2.
Figuur 53 Figuur 55 1. Te lage bandenspanning 1. Voorzijde van voertuig 3. Afstand hart-tot-hart 2. 0 ± 3 mm van voorzijde tot achterzijde van band Figuur 54 toont een voorbeeld van slijtage aan een band veroorzaakt door een te hoge bandenspanning. 3. U past de hart-tot-hart afstand als volgt aan: A. Draai de contramoer in het midden van de trekstang los (Figuur 56). Figuur 54 1.
Motorkoelvloeistof verversen Onderhoud koelsysteem Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren/Om de 2 jaar (houd hierbij de kortste periode aan) Vuil verwijderen uit het koelsysteem 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. 2. Haal de laadbak op (indien aanwezig) en plaats de laadbakbeveiliging op de uitgetrokken hefcilinder om de bak omhoog te houden. Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks (reinig vaker bij meer vervuilende omstandigheden). 1. Zet de motor af.
11. Vul de reservetank langzaam totdat het peil de onderkant van de vulbuis bereikt. Niet te vol vullen. Plaats de dop van de reservetank terug. 1 12. Start de motor en laat deze draaien tot hij warm is. 13. Zet de motor af. Controleer nogmaals het oliepeil en vul indien nodig olie bij. G019522 Figuur 60 1. Dop van reservetank 5. Maak de onderste radiateurslang los en laat de koelvloeistof in een opvangbak lopen. Als er geen koelvloeistof meer uitstroomt, sluit u de onderste radiateurslang weer aan. 6.
Het rempedaal afstellen Onderhouden remmen Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren Parkeerrem afstellen Opmerking: Verwijder de voorliggende onderdelen om eenvoudiger te kunnen afstellen. Onderhoudsinterval: Na de eerste 10 bedrijfsuren Om de 200 bedrijfsuren 1. Verwijder de R-pen en de gaffelpen, waarmee de gaffel van de hoofdremcilinder is bevestigd aan het draaipunt van het rempedaal (Figuur 64). 1. Verwijder de rubberen handgreep van de parkeerremhendel (Figuur 62). Figuur 62 1.
Onderhoud riemen Onderhoud bedieningsysteem Riemen afstellen Gaspedaal afstellen De riem van de wisselstroomdynamo afstellen 1. Parkeer de machine op een horizontaal vlak, zet de motor af en stel de parkeerrem in werking. Onderhoudsinterval: Na de eerste 8 bedrijfsuren—De conditie en de spanning van de wisselstroomdynamo/ventilator controleren. 2.
Belangrijk: Zorg ervoor dat het stanguiteinde rechtop en niet scheef op de kogel is geplaatst en parallel met het koppelingspedaal loopt nadat de contramoer is vastgedraaid (Figuur 71). 1. Draai de contramoeren los waarmee de koppelingskabel vastzit aan de beugel op de koppelingsbehuizing (Figuur 69). Figuur 69 1. Koppelingskabel 3. Contraveer 2. Contramoeren 4. Kogelverbinding Figuur 71 Opmerking: U kunt de kogelverbinding verwijderen en draaien als extra afstelling wenselijk is. 2.
Onderhoud hydraulisch systeem Hydraulische vloeistof verversen en zeef reinigen Onderhoudsinterval: Om de 800 bedrijfsuren 1. Plaats het voertuig op een horizontaal oppervlak, zet de motor af, stel de parkeerrem in werking en verwijder het sleuteltje uit het contact. 2. Verwijder de aftapplug uit de zijkant van het reservoir en laat de hydraulische vloeistof in een opvangbak lopen (Figuur 72). Figuur 73 Opmerking: Reinig de hydraulische zeef. Zie Hydraulische vloeistof verversen en zeef reinigen (bladz.
uitsluitend producten van gerenommeerde fabrikanten die garant staan voor de vloeistoffen die zij aanbevelen. ISO VG 46 slijtagewerende hydraulische vloeistof met hoge viscositeitsindex/laag stolpunt Materiaaleigenschappen: • Viscositeit: ASTM D445 cSt bij 40ºC: 44 tot 48/cSt bij 100ºC: 7,9 tot 8,5 • Viscositeitsindex ASTM D2270—140 tot 152 Figuur 74 1. Hydraulische filter • Stolpunt, ASTM D97— -37ºC tot -43ºC 2.
De bak omhoogbrengen in noodgevallen In noodgevallen kan de bak worden opgehaald zonder de motor te starten, door de startmotor te laten aanslaan of het hydraulische systeem in te schakelen met behulp van opstartslangen. De bak omhoogbrengen met behulp van de startmotor Stel de startmotor in werking met de hefhendel in de stand Omhoog. Laat de startmotor 10 seconden draaien en wacht vervolgens 60 seconden voordat u de startmotor opnieuw in werking stelt.
Stalling 1. Parkeer het voertuig op een horizontaal oppervlak, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact. G019543 2. Verwijder vuil en vet van de gehele machine, inclusief de buitenkant van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en de ventilatorbehuizing. 1 Figuur 77 Belangrijk: U kunt het voertuig met een mild reinigingsmiddel en water wassen. Doe dit niet met een hogedrukreiniger.
Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende servicedealer. 15. Stal de machine in een schone, droge garage of opslagruimte. 16. Verwijder het contactsleuteltje en bewaar dit op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen. 17. Dek het voertuig af om dit te beschermen en schoon te houden.
Schema's Hydraulisch schema (Rev. B) Schema voor hydraulisch systeem met hoge stroming (uitsluitend TC-modellen) (Rev.
G01951 1 Elektrisch schema (Rev.
De Toro Total Coverage-garantie Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro-product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.