FORM NO. 3318-617NL MODEL NO. 07210—60001 EN BOVEN ® GEBRUIKERSHANDLEIDING WORKMAN 3100 WERKVOERTUIGEN Teneinde dit produkt te leren kennen en ten behoeve van veiligheid en optimale prestatie dient deze handleiding te worden gelezen alvorens de motor voor de eerste keer Het betekent VOORZICHTIG, WAARSCHUWING of GEVAAR—persoonlijke veiligheidsinstructies. Het niet naleven hiervan kan lichamelijk letsel wordt gestart.
VOORWOORD De TORO WORKMAN® werd ontwikkeld om te voorzien in een efficiënt, veelzijdig, probleemloos en rendabel werkvoertuig. De laatste ideeën op het gebied van techniek, ontwerp en veiligheid zijn in dit voertuig verwerkt, terwijl onderdelen en vakmanschap aan de hoogste kwaliteitsnormen beantwoorden. Indien bediening en onderhoud aan de voorschriften voldoen kan worden gerekend op een uitstekende service. Dit voertuig is niet bestemd noch geschikt voor gebruik op de openbare weg.
Veiligheid De WORKMAN® 3100 werden ontworpen en getest ten behoeve van veilige operationele werking vooropgesteld dat bediening en onderhoud op de voorgeschreven wijze worden uitgevoerd. Hoewel het beheersen van gevaar en het voorkomen van ongelukken gedeeltelijk afhangen van het ontwerp en de configuratie van het voertuig, zijn deze factoren tevens afhankelijk van de oplettendheid, zorg en juiste training van degenen belast met bediening, onderhoud en stalling van het voertuig.
Veiligheid voorzichtig te zijn. A. Zorg dat u op de bestuurdersplaats zit en de handrem aantrekt. A. Gebruik een goedgekeurde benzinebus. B. Haal de vuldop niet van de brandstoftank wanneer de motor heet is of loopt. B. Ontkoppel de krachtafnemer en zet de handgashendel in de OFF stand (indien het voertuig hiermee is uitgerust). C. Rook niet terwijl u benzine hanteert. C. Zet de versnellingshendel in de vrijstand (NEUTRAL) en druk de koppelingspedaal in. D.
Veiligheid op te letten wanneer de lading uitsteekt of excentrische lading wordt vervoerd die niet in evenwicht kan worden gebracht. Ladingen dienen doorgaans stevig bevestigd en qua gewicht goed gebalanceerd te worden getransporteerd om schuiven te voorkomen. F. Vermijdt plotseling stoppen en starten. Schakel niet van achteruit naar vooruit of omgekeerd voordat het voertuig geheel tot stilstand is gekomen. G.
Veiligheid dringen en ernstig letsel veroorzaken. Wanneer dit gebeurt dient men zich direct onder behandeling van een dokter te stellen die vertrouwd is met dit soort verwonding en operationeel kan ingrijpen voordat bloevergiftiging optreedt. 26. Alvorens het hydraulische systeem te ontkoppelen of er werk aan te verrichten, dient alle systeemdruk te worden opgeheven door de motor af te zetten, de regelventiel van omhoog op omlaag te zetten en/of de laadbak en de hulpwerktuigen neer te laten.
Veiligheids- en Instructiesymbolen WAARSCHUWINGSSYMBOOL BLIJF OP VEILIGE AFSTAND VAN DE MACHINE EXPLOSIE VERBRIJZELEN GEHELE LICHAAM VAN BOVENAF ALGEMEEN WAARSCHUWINGSSYMBOOL BLIJF OP VEILIGE AFSTAND VAN DE AFVOERTANK OPEN VUUR VERBRIJZELEN VAN TENEN OF VERBRIJZELEN VAN VINGERS OF VOET, KRACHT VAN BOVENAF HAND, KRACHT VAN ZIJKANT BLIJF OP VEILIGE AFSTAND VAN DE MACHINE VUUR, OPEN LICHT EN ROKEN VERBODEN AFSNIJDEN VAN VINGERS OF HAND BLIJF OP VEILIGE AFSTAND VAN DE HYDRAULISCHE OLIEKLEP DRAGEN V
Veiligheid LAADBAK DICHT LAADBAK OPEN MET DE KLOK MEEDRAAIEND TEGEN DE KLOK INDRAAIEND VERBODEN HANDELING NIET LASSEN OF GEVAARLIJKE PLAATS NIET BOREN LATEN ZAKKEN LAADBAK OMHOOG HALEN LAADBAK 635 kg WEGGEWORPEN OF RONDVLIEGENDE VOORWERPEN, BLOOTSTELLING GEZICHT AFSNIJDEN VINGERS OF HAND, MEERIJDEN UITSLUITEND TOEGESTAAN OP PASSAGIERSSTOEL MOTORVENTILATOR MOTOR AFZETTEN EN SLEUTEL VERWIJDEREN VOORDAT INDIEN UITZICHT VAN DE U ONDERHOUD OF BESTUURDER NIET GEHINDERD WORDT REPARATIES UITVOERT ZET M
Specificaties Type: Open voertuig met vier wielen, voor twee personen, bestuurdersplaats voorop. Gecertificeerd volgens ANSInorm B56.8-1988. Motor: Viercilinder luchtgekoelde Kohler motor, 16,4 kV bij 3600 tpm, cilinderinhoud 624cc. Mechanische brandstofpomp, 1,9 liter oliecapaciteit. Luchtfilter met grote capaciteit met twee elementen. Accu: 12 volt bij 370 ampère bij koud starten bij –18°C (O graden F). Brandstofsysteem: De capaciteit van de brandstoftank is 26,5l (7 gallon).
Specificaties Algemene specificaties (bij benadering): Basisgewicht: Droog zonder laadvloer 475,9 kg (1.275 lbs) Sleepcapaciteit Belasting koppeling Maximaal sleepgewicht Algehele breedte: Nominaal vermogen: 1.117 kg* (2.725 lbs) *inclusief bestuurder van 74,6 kg (200 lbs) en passagier van 74,6 kg (200 lbs) en geladen appendage Maximum bruto gewicht voertuig: 1.493 kg (4.000 lbs) 74,6 kg (200lbs) 560 kg (1.
Vóór Ingebruikneming A. Boven –20° C—Gebruik 10W-30 of 10W-40. VOORZICHTIG Alvorens service of bijstellingen aan het voertuig uit te voeren moet de motor worden afgezet, de handrem worden aangetrokken en de contactsleutel worden verwijderd. Eventuele lading moet uit de laadbak of het hulpwerktuig worden gehaald en de veiligheids- steun altijd in de neerstand worden gedraaid voordat werk onder de omhooggebrachte laadbak mag worden verricht B. Onder 0° C—Gebruik SAE 5W-20 of SW-30. 4.
Vóór Ingebruikneming 1. Maak het gedeelte rond de vuldop van de brandstoftank schoon. 3. Veeg eventueel gemorste brandstof weg om brandrisico te vermijden. CONTROLE VAN DE HYDRAULISCHE VLOEISTOF IN DE ACHTERBRUG ➀ Het achterbrugreservoir is gevuld met Dexron II ATF. Controleer het peil vóór de motor voor het eerst wordt gestart en vervolgens na elke acht bedrijfsuren dan wel dagelijks. De inhoud van het systeem bedraagt 7,1 liter. 1. Parkeer het voertuig op een horizontaal vlak. 2.
Vóór Ingebruikneming WAARSCHUWING Het in gebreke blijven om het juiste aantrekkoppel te handhaven kan verlies van of defect aan een wiel betekenen wat lichamelijk letsel met zich kan meebrengen. Na 1-4 werkuren moeten de wielmoeren vóór en achter tot 45–65 ft-lb worden aangedraaid. Dit moet na 10 werkuren worden herhaald en vervolgens na elke 200 werkuren.
Vóór Ingebruikneming gevuld. Controleer het peil vóór de motor voor het eerst wordt gestart en vervolgens na elke acht bedrijfsuren dan wel dagelijks. 1. Parkeer het voertuig op een horizontaal vlak. 2. Het vloeistofpeil behoort het FULL streepje op het reservoir te bereiken. 3. Als het peil te laag is maak dan het gedeelte rond de dop schoon alvorens deze eraf te halen en het reservoir naar behoefte bij te vullen. NOOIT OVERVULLEN. Afbeelding 4 1. 14 Remvloeistofreservoir 2.
Bedieningsmechanisme Gaspedaal (Afb.5)–Wordt gebruikt om motor- en rijsnelheid te variëren wanneer de transmissie is ingeschakeld. Indrukken van de pedaal verhoogt het motortoerental en de rijsnelheid. Het laten opkomen van de pedaal vermindert het toerental van de motor en daardoor de rijsnelheid. Versnellingshendel (Afb.6)—Druk de koppelingspedaal volledig in en zet de versnellingshendel in de gewenste versnelling. Een diagram van het schakelschema vindt u onderstaand.
choke om de motor gelijkmatig te laten draaien. Open zo snel mogelijk de carburateur door de choke in te drukken naar de “OFF/UIT”-positie. Als de motor warm is, hoeft de choke vrijwel niet, of helemaal niet gebruikt te worden. Parkeerrem (Afb.7)—Wanneer de motor is afgezet moet de parkeerrem worden aangetrokken om onbedoelde beweging van het voertuig te voorkomen. Hiertoe trekt u de hendel naar u toe. Om de rem te ontspannen drukt u de hendel weer naar voren.
Bedieningsmechanisme Attentie: Bij benzinemodellen blijven twee functies van de verklikkercluster ongebruikt, t.w. die van de gloeipatroon en van de hoge watertemperatuur. Uurmeter (Afb.8)—Geeft het aantal bedrijfsuren aan. De uurmeter begint te werken wanneer de contactsleutel in de ON stand wordt gezet. Lichtschakelaar (Afb.8)—Tuimel de schakelaar om de koplampen te activeren. Indrukken om ze te laten branden. Afbeelding 7 1. 2. 3. 4.
Bedieningsmechanisme Hefboom voor hydraulische afstandsbediening (optioneel, niet afgebeeld)—Controleert hydraulische toevoer naar optionele snelkoppelingen aan achterzijde.
Bediening CONTROLES VÓÓR HET STARTEN A. Bij extreem koud weer (minus 18°C) dient u de gaspedaal enkele malen volledig in te drukken en op te laten komen alvorens u de motor probeert te starten. Veiligheid begint al wanneer het voertuig wordt voorbereid voor een werkdag. De volgende punten behoren telkens weer te worden doorgenomen: 1. B. Als de motor heet is houdt u de gaspedaal half ingedrukt terwijl u de motor aanslingert. Controleer de bandenspanning. C.
Bediening BELANGRIJK: Houdt de voorwielen niet langer dan vijf seconden tegen de rechter- of linker aanslag omdat de hydraulische pomp hierdoor kan oververhitten wat kan resulteren in beschadiging van pomp of stuurinrichting. 6. Het voertuig mag niet worden gestart door middel van duwen of slepen omdat beschadiging van de cardanas hiervan het gevolg kan zijn. remprestatie te bereiken. • Varieer de snelheid van het voertuig tijdens het werk.
Bediening storing in het vergrendelsysteem die moet worden opgeheven vóór het voertuig in gebruik wordt genomen. OPERATIONELE KENMERKEN BIj het ontwerp van dit voertuig heeft het veiligheidsaspect een primaire rol gespeeld. De vier wielen geven het maximale stabiliteit terwijl de bediening ervan sterk overeenkomt met die van een normale personenauto m.n. stuurwiel, rem-, koppelings- en gaspedaal en versnellingshendel.
Bediening SNELHEID Snelheid is één van de belangrijkste factoren die tot ongelukken leiden. Sneller rijden dan onder de omstandigheden wenselijk is kan er de oorzaak van zijn dat de macht over het stuur wordt verloren met alle gevolgen van dien. Snelheid kan tevens een in eerste instantie onbeduidend ongeval erger maken.
Bediening In geval van omslaan en/of passagier kan voorkomen. Een beschadigd rollover-beveiligingssysteem moet worden vervangen, niet gereviseerd of gerepareerd. Elke verandering aan het systeem moet worden goedgekeurd door de fabrikant.
Bediening wanneer een draaibeweging wordt uitgevoerd. WAARSCHUWING Kantelen van het voertuig op een heuvel kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. • • • Als de motor afslaat of het voertuig snelheid verliest op een heuvel tracht dan nooit om te keren. Rijdt altijd recht achteruit de heuvel af met de versnelling in de achteruitstand. Rijdt nooit achteruit met de versnelling in de vrijstand of ingedrukte koppelingspedaal. Gebruik uitsluitend de rempedaal.
Bediening houten afscheidingspaaltjes wordt hoger opgestapeld. WAARSCHUWING Wanneer de laadbak wordt neergelaten is het mogelijk dat uw handen of andere lichaamsdelen -of die van omstanders- zich per ongeluk op de verkeerde plaats bevinden en bekneld raken. Neem grote voorzichtigheid in acht opdat niemand ooit gewond wordt. Voorkom verder dat lading op iemands voeten wordt gestort. Dit mag komisch lijken maar is in feite potentieel gevaarlijk.
Bediening VIERWIELAANDRIJVING Attentie: Uitsluitend vierwielaangedreven model De “Automatic On Demand” (automatisch geregelde) vierwielaandrijving op dit voertuig hoeft niet door de bestuurder ingeschakeld te worden. De voorwielaandrijving wordt niet ingeschakeld (de voorwielen worden niet aangedreven) voordat de achterwielen grip gaan verliezen.
Bediening Plaats 60% van het gewicht van de lading altijd voorin de aanhanger. Hierdoor drukt ongeveer 10% (tot een maximum van 90 kg) op de koppelinrichting van het voertuig. Wanneer aanhangers/opleggers worden getrokken die zijn voorzien van een standaard oplegpunt of koppelschotel, met een maximum (beladen) gewicht van meer dan 680 kg, gebruik dan een op het chassis gemonteerde trekbalk (berekend op een totaal gewicht van 1590 kg) of een koppelschotel-remset.
Onderhoud Dagelijkse onderhoudsprocedures Controleer dagelijks de volgende zaken • • • • • • • • • Functioneren Interlockbeveiliging Veiligheid en functioneren parkeerrem Brandstofpeil Functioneren gaspedaal Functioneren koppeling en versnellingspook Motoroliepeil Oliepeil as-overbrenging Koelvloeistofpeil Remoliepeil • • • • • • • • OVERZICHT WORKMAN 3100 Luchtfilter (stofdop & keerring) (vaker onder smerige omstandigheden) Abnormale motorgeluiden Bandenspanning Radiateurscherm/reinigingsopening Hydrau
Onderhoud Onderhoudsplanning Minimaal aanbevolen onderhoudswerkzaamheden Onderhoudsprocedure Termijn onderhoud & service Controleren accuvloeistofpeil Elke Elke Controleren accukabelverbindingen 50 uur 100 uur Smeren voorfilter motor ✝Verversen motorolie en vervangen filter Smeren alle smeernippels Verwijderen afdekplaten motor, reinigen koelribben Controleren toestand en slijtage banden Inspecteren slangen koelsysteem Elke 200 uur Elke 400 uur Elke 800 uur ‡Controleren kabelafstellingen ‡Controleren
Onderhoud HET SMEREN VAN LAGERS EN LAGERBUSSEN Het voertuig is uitgerust met (33) smeernippels die regelmatig gesmeerd moeten worden met Nr. 2 smeervet op lithiumbasis voor algemene doeleinden. Indien de machine onder normale omstandigheden wordt gebruikt, moeten alle lagers en lagerbussen na elke 100 bedrijfsuren gesmeerd worden. Indien de machine zwaar belast wordt, moet deze vaker gesmeerd worden.
Onderhoud BELANGRIJK Zware werkcondities Indien het voertuig is blootgesteld aan onderstaande omstandigheden dient het aantal onderhoudsbeurten te worden verdubbeld: • Woestijnklimaat • Koud klimaat (temperatuur onder nul) • Aanhangwagen of oplegger • Regelmatig operationeel in stoffige omgeving • Regelmatig operationeel met maximaal toegestane belading • Regelmatig operationeel op bouwterrein • Na langdurig operationeel gebruik onder vuile omstandigheden—modder, zand, water of vergelijkbaar—d
Onderhoud uiteinde van de cilinderbus en het uiteinde van de cilinderstang (Afb. 17). HET OPKRIKKEN VAN HET VOERTUIG 4. Om de veiligheidssteun voor de laadvloer weer op te bergen, verwijdert u de steun van de cilinder en bergt u hem op op de daarvoor bestemde plaats boven op de steunbuis van de rugsteun. 1. Start het voertuig niet terwijl het opgekrikt is, omdat door de trilling van de motor of de beweging van de wielen het voertuig van de krik af kan schieten. 5.
Onderhoud Plaatsen voor diverse onderhoudswerkzaamheden ➀ Afbeelding 23 1. Brandstoffilter Afbeelding 20 1. Luchtfilterdeksel Afbeelding 24 1. Riem pomp Afbeelding 21 1. Voorfilter 2. Papierelement Afbeelding 25 Afbeelding 22 1. Motorolie aftapplug 2.
Onderhoud HET VERVERSEN VAN DE HYDRAULISCHE VLOEISTOF IN DE AS-OVERBRENGIN Om de 600 bedrijfsuren moet u de hydraulische olie van de as-overbrenging verversen, het oliefilter vervangen en de zeef reinigen. TOESPOOR VOORWIELEN Controleer om de 600 bedrijfsuren of jaarlijks het toespoor van de voorwielen. 1. Meet de afstand hart-op-hart (op ashoogte) aan de voorkant en de achterkant van de stuurwielen. De afstand aan de voorkant moet gelijk zijn (± 3mm) aan de gemeten afstand aan de achterkant.
Onderhoud HET OMHOOG ZETTEN VAN DE KAP IN GEVAL VAN NOOD (zonder de motor te starten) De kap kan in geval van nood omhoog gezet worden door de startmotor in te schakelen en de lifthendel vast te houden. Laat de startmotor 10 seconden en lopen wacht daarna 60 seconden voordat u de startmotor opnieuw inschakelt. Indien de motor niet wil starten, moeten de lading en de kap (appendage) verwijderd worden om onderhoudswerkzaamheden aan de motor of de asoverbrenging uit te voeren.
Onderhoud IDENTIFICATIE EN BESTELLEN MODEL- EN SERIENUMMERS De WORKMAN® is voorzien van twee identificatienummers: een modelnummer en een serienummer. Deze nummers zijn in een plaatje gestanst dat zich rechts op het frame, onder het dashboard bevindt. Vermeld in al uw correspondentie over deze unit het model- en serienummer zodat u er zeker van bent dat u de juiste informatie en (reserve-)onderdelen ontvangt. Afbeelding 32 1.