Form No. 3446-868 Rev B Workman® GTX elektrisch multifunctioneel werkvoertuig Modelnr.: 07131TC—Serienr.: 407700000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Inleiding Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. Dit multifunctionele werkvoertuig is voornamelijk bedoeld om mensen en ladingen materiaal te transporteren op kleine wegen en terrein. Dit product gebruiken voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan gevaarlijk zijn voor u of voor omstanders.
Dagelijks onderhoud uitvoeren ......................... 15 Bandenspanning controleren............................ 15 Werking en gebruik van het accusysteem.............................................................. 15 Een nieuwe machine inrijden ............................ 17 Tijdens gebruik .................................................... 17 Veiligheid tijdens het werk................................. 17 De laadbak gebruiken.......................................
Veiligheid De vergrendelingen van de laadbak afstellen ........................................................ 43 Reiniging ............................................................. 43 De machine schoonmaken ............................... 43 Stalling .................................................................... 44 Veiligheid tijdens opslag ................................... 44 De machine stallen ........................................... 44 Problemen, oorzaak en remedie .....................
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers. decal99-7345 99-7345 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Waarschuwing – Raak het hete oppervlak niet aan. 3. Risico om gegrepen te worden, riem – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen; houd alle beschermende delen op hun plaats. 4.
decal131-8495 131-8495 decal131-8414 131-8414 3. Kantelgevaar – Rijd langzaam hellingopwaarts of zijdelings tegen hellingen, neem bochten langzaam, rijd niet harder dan 26 km/uur, rijd langzaam als u een last trekt, rijd langzaam op oneffen terrein. 4. Risico op vallen, gevaar 2. Waarschuwing – Zorg voor het afsnijden van ervoor dat u terdege ledematen – vervoer geen opgeleid bent voor gebruik passagiers in de laadbak, van de machine alvorens ermee te werken.
200 LBS 91 KG 1500 LBS 680 KG 137-9984 decal137-9984 137-9984 1. Overschrijd het koppelgewicht van 91 kg niet. 2. Vervoer geen lading die zwaarder is dan 680 kg. decal131-8527 131-8527 1. Prestatiemodus 2. Ecomodus decal138-3525 138-3525 1. Lamp – Aan 3. De laadbak omhoogbrengen. 2. Lamp – Uit 4. De laadbak neerlaten. decal139-3338 139-3338 1. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de zekering. 5. Elektrisch (10 A) 2. Claxon (30 A) 6. Koplampen (10 A) 3.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Stuurwiel Stuurwieldop Ring (½") Stofkap 1 1 1 1 Het stuurwiel monteren (uitsluitend internationale modellen). 2 Geen onderdelen vereist – Het peil van de vloeistoffen en de druk in de banden controleren. 3 Geen onderdelen vereist – De remmen gebruiksklaar maken (inrijden).
2 4 Het peil van de vloeistoffen en de druk in de banden controleren De handleiding lezen en de documentatie in verband met de uitrusting van de machine bekijken Geen onderdelen vereist Benodigde onderdelen voor deze stap: Procedure 1 Gebruikershandleiding 1 Gebruikershandleiding van de motor 1 Registratiekaart Controleer of de accu's opgeladen zijn; zie Accu's opladen (bladz. 33). 1 Inspectieformulier 1 Kwaliteitscertificaat 3.
Algemeen overzicht van de machine g034154 Figuur 4 1. Sluiting van de motorkap 3. Laadbak 5. Acculader 2. Stuurwiel 4. Sleeplip 6. Hendel van laadbak g034544 Figuur 5 1. Handgreep voor passagier 3. Accessoirebevestiging achteraan laadbak 2. Parkeerremhendel 4.
Bedieningsorganen Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen voordat u de motor start en de machine gebruikt. Schakelbord g034161 Figuur 6 1. Lichtschakelaar 2. Urenteller 7. Parkeerremhendel 8. Rempedaal 3. Accu-ontladingsindicator 9. Gaspedaal 4. Claxonknop 10. Usb-aansluitpunt 5. Schakelhendel 6. Contactschakelaar 11. Statusindicatorlicht Gaspedaal Rempedaal Gebruik het gaspedaal (Figuur 6) om de rijsnelheid van de machine te veranderen.
Parkeerremhendel Richtingschakelaar De parkeerremhendel bevindt zich op het bedieningspaneel (Figuur 6). De richtingschakelaar bevindt zich links van de parkeerremhendel. De parkeerremhendel heeft 3 standen: VOORUIT, ACHTERUIT en NEUTRAAL (Figuur 6). Als u de machine uitschakelt, moet u de parkeerrem in werking stellen om te voorkomen dat de machine per ongeluk in beweging komt. Als u de machine op een steile helling parkeert, moet u de parkeerrem in werking stellen.
Contactschakelaar Statusindicatorlicht Gebruik de contactschakelaar (Figuur 6) om de machine in- en uit te schakelen. Het statusindicatorlicht bevindt zich rechts van de parkeerremhendel op het bedieningspaneel (Figuur 6). De contactschakelaar heeft 2 standen: AAN en UIT. Draai het sleuteltje naar rechts, naar de stand AAN, om de machine te gebruiken. Om de machine uit te schakelen draait u het sleuteltje linksom naar de stand UIT. Verwijder altijd het sleuteltje als u de machine verlaat.
Specificaties Opmerking: Specificaties en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Gebruiksaanwijzing Aanbevolen bandenspanning voor- en achteraan: 1,65 tot 2,07 bar Voor gebruik Belangrijk: De maximale bandenspanning op de wang van de band niet overschrijden. Opmerking: De vereiste bandenspanning is afhankelijk van het gewicht dat u van plan bent te transporteren. 1. Controleer de bandenspanning. • Gebruik een lagere bandenspanning voor lichtere ladingen, voor minder bodemcompactie, voor een soepeler rijgedrag en voor minder bandensporen op de grond.
Als de accu's volledig opgeladen zijn, vult u de accu's bij met gedistilleerd of gedeïoniseerd water; zie Het waterpeil van de accu's controleren (bladz. 34) en De accu's bijvullen met gedistilleerd of gedeïoniseerd water (bladz. 34). semitractieaccu ontlaadt gewoonlijk tot 20-30% van de maximale laadtoestand. Een dergelijke ontlading wordt beschouwd als een diepe ontlading. Belangrijk: Herhaaldelijk diep ontladen verkort de levensduur van de accu.
• Tijdens de eerste uren van de inrijperiode van een nieuwe machine moet u krachtig remmen vermijden. Nieuwe remvoeringen leveren pas na enkele bedrijfsuren optimale prestaties doordat de remmen dan als gevolg van het gebruik zijn gepolijst (ingereden); zie 3 De remmen gebruiksklaar maken (bladz. 9). • Zie het hoofdstuk Onderhoud (bladz. 24) voor bijzondere controles op rustige momenten.
• • • • • • • • • • • • Raak de motor niet aan als de motor loopt of direct transporteert dat niet kan worden vastgemaakt aan de machine, moet u voorzichtig sturen en remmen. Kies een lichtere lading en verminder uw snelheid als u moet rijden op ruw of oneffen terrein en vlak langs wegranden, kuilen en andere abrupte veranderingen in het terrein. De lading kan gaan schuiven waardoor de machine haar stabiliteit verliest.
• • • • • • • • De laadbak gebruiken hellingen. Gebruik altijd uw gezond verstand en uw beoordelingsvermogen wanneer u dit onderzoek uitvoert. Als u zich ongemakkelijk voelt wanneer u de machine op een helling gebruikt, maai die helling dan niet. Voer alle bewegingen op hellingen langzaam en geleidelijk uit. Verander niet plots de snelheid of rijrichting van de machine. Gebruik de machine niet op een nat terrein. Wielen kunnen grip verliezen. De machine kan omrollen voordat de wielen grip verliezen.
1. Til de laadbak licht omhoog door de grendelhandgreep omhoog te brengen (Figuur 15). 2. Neem de steunstang uit de palopening (Figuur 16). 3. Laat de bak neer tot hij stevig vergrendeld is. De achterlaadklep openen g034019 1. Zorg dat de laadbak omlaag en vergrendeld is. 2. Breng de achterlaadklep met beide handen omhoog; gebruik de nok bovenaan de achterlaadklep (Figuur 17). 3. Laat de achterlaadklep zakken tot deze gelijk komt met de onderkant van de laadbak (Figuur 17). Figuur 15 1.
g034545 Figuur 19 g034023 Figuur 18 1. Ontvanger 1. Beweeg de achterlaadklep 3. Hengsels enkele keren heen en weer. 2. Draai de achterlaadklep ongeveer in de 45°-stand. 3. Beweeg de achterlaadklep enkele keren heen en weer met korte, schokkende bewegingen (Figuur 18). 2. 'T'-hendel 2. Breng uw accessoire aan in de houder en zorg dat de gaten overeenkomen (Figuur 19). 3. Bevestig het gemonteerde accessoire aan de bevestigingsbuis met de gaffelpen en de haarspeldveer. 4.
De laadbak laden Materiaal Neem de volgende richtlijnen in acht bij het laden van de laadbak en het gebruik van de machine: • Hou rekening met het laadvermogen van de machine en beperk het gewicht van de lading die u in de laadbak transporteert volgens de specificaties in Specificaties (bladz. 14) en op het label met het toelaatbare totaalgewicht van de machine.
Zie Figuur 21 en Figuur 22 voor de plaats van de bevestigingspunten van de machine. De machine slepen Opmerking: Laad de machine op de aanhangwagen In noodgevallen kunt u de machine over een korte afstand slepen; maak hier evenwel geen gewoonte van. met de voorzijde van de machine naar voren gericht. Als dat niet mogelijk is, bevestig dan de motorkap met een riem aan het frame of verwijder de motorkap zodat deze er niet af kan waaien tijden het transport.
Onderhoud Veiligheid bij onderhoud • Indien mogelijk moet u geen onderhoud uitvoeren bij ingeschakelde machine. Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. • Laat personeel dat niet bekend is met de instructies nooit onderhoudswerkzaamheden aan de machine uitvoeren. • Als de machine ingeschakeld moet zijn om een instelling te maken moet u uw handen en voeten, kleding en alle lichaamsdelen uit de buurt van bewegende delen houden. Hou omstanders uit de buurt van de machine.
Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Om de 100 bedrijfsuren • • • • • • • Controleer de staat van de banden en velgen. Draai de wielmoeren aan. De stuurinrichting en ophanging op losse of beschadigde onderdelen controleren. De vlucht en het toespoor van de voorwielen controleren. Het peil van de transaxlevloeistof controleren. Controleer de transaxle op lekken. De remmen controleren Om de 300 bedrijfsuren • De lagers in de voorwielen smeren.
Onderhoud van de machine in bijzondere omstandigheden Belangrijk: Als de machine wordt gebruikt in de hieronder genoemde omstandigheden, moet u de onderhoudswerkzaamheden twee keer zo vaak uitvoeren: • Gebruik in woestijngebied • Gebruik bij lage temperaturen: beneden 0 °C • Trekken van een aanhangwagen • Veelvuldig gebruik in stoffige omstandigheden • Bouwwerkzaamheden • Doe het volgende na langdurig gebruik in modder, zand, water of soortgelijke vuile omstandigheden: – Laat de remmen zo snel mogelijk cont
g034043 Figuur 23 1. Hefpunt vooraan • Het hefpunt aan de achterzijde van de machine bevindt zich onder de asbuizen (Figuur 24). g034045 Figuur 25 2. De motorkap sluiten g034407 Figuur 24 1. Hefpunten achteraan De motorkap openen 1. Laat de motorkap langzaam zakken. 2. Bevestig de motorkap door de rubberen grendels uit te lijnen met de grendelbevestigingen aan weerszijden van de motorkap (Figuur 25). De zitbank naar boven en beneden verstellen De motorkap optillen 1. Til de motorkap op.
g190186 Figuur 28 1. Pennen g190066 Figuur 26 De zitbank verwijderen 1. Kantel de zitbank naar voren (Figuur 26). 2. Schuif de zitbank opzij uit de pennen en til de zitbank op (Figuur 27). g190187 Figuur 27 1. Pennen De zitbank monteren Schuif de zitbank opzij op de pennen en laat de zitbank zakken (Figuur 28).
Smering De lagers in de voorwielen smeren Onderhoudsinterval: Om de 300 bedrijfsuren Specificatie smeermiddel: Mobilgrease XHP™-222 De naaf en rotor verwijderen 1. 2. Til de voorkant van de machine op en plaats deze op assteunen. g033047 Figuur 30 Verwijder de 4 wielmoeren waarmee het wiel aan de naaf bevestigd is (Figuur 29). 1. Flenskopbout (⅜" x ¾") 3. Beugel remklauw (rem) 2. As 4. Verwijder de stofkap van de naaf (Figuur 31). g033046 Figuur 29 g192346 Figuur 31 1. Naaf 2. Wiel 3. 3.
g192347 5. Verwijder alle vuil en vet uit de holte van de naaf (Figuur 33). 6. Smeer de lagers met het aanbevolen smeermiddel. 7. Vul de holte van de naaf voor 50 tot 80% met het aanbevolen smeermiddel (Figuur 33). 8. Monteer het binnenste lager op de loopring aan de binnenkant van de naaf en monteer de afdichting (Figuur 33). 9. Herhaal stap 1 tot en met 8 voor de lagers van de andere naaf. Figuur 32 1. As 2. Naaf en rotor De naaf en rotor monteren 7. 8. Maak de as schoon met een doek.
Onderhoud elektrisch systeem Veiligheid van het elektrisch systeem • Koppel de accu af voordat u reparaties aan de g192345 • Figuur 35 1. Borgpen 3. Stofkap 2. Moerzekering 9. machine verricht. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Bevestig eerst de pluspool van de accu en daarna de minpool. Laad de accu op in een open, goed geventileerde ruimte, uit de buurt van vonken en open vuur. Haal de oplader uit het stopcontact voordat u de accu aan- of loskoppelt.
• • • • • • • verliest, moet u onmiddellijk de stekker van het netsnoer van de oplader uit het stopcontact trekken. Laat de machine repareren door een erkende servicedealer voordat u ze weer in gebruik neemt. – Vul de accu's alleen bij op plaatsen waar schoon water aanwezig is om indien nodig uw huid af te spoelen. – Als u accuzuur op uw huid of in uw ogen krijgt, moet u deze gedurende 20 minuten met schoon water spoelen. Trek kleding uit waar accuzuur op is terechtgekomen.
4. Opmerking: De accu- en de kabelklemmen Opmerking: In warme omgevingen dient moeten een heldere metaalglans hebben. u de stoel te verwijderen om de laadtijd te optimaliseren; zie De zitbank verwijderen (bladz. 28). Als de acculader te warm is, gaat het opladen mogelijk niet goed. Bij een koude temperatuur kan het langer duren tot de accu's opgeladen zijn. Spuit een dun laagje Toro beschermspray op de accupolen.
Tabel laadstatuslicht (cont'd.) Groen Knippert Knippert kort – minder dan 80% lading Knippert lang – meer dan 80% lading Oranje Knippert 'Gereduceerd vermogen'-modus – lage AC-spanning of hoge interne temperatuur lader; onmiddellijk opladen Rood Knippert g034218 Figuur 37 1. Oogje van accu Laderfout – schakel de voeding van de lader opnieuw in Als de fout zich blijft voordoen, raadpleeg dan de knippercodes in de handleiding van de lader 4.
g034412 Figuur 39 g034255 Figuur 38 1. Watervulopening 3. Waterhandpomp 3. 2. Aansluiting handpomp 5. Pomp water in de accu's tot alle oogjes bovenop de accu's zwart zijn, wat betekent dat ze vol zijn. De accu's vervangen Belangrijk: Laat de accu niet te vol worden. Er zal dan accuzuur naar buiten stromen over andere delen van de machine. Dit kan ernstige corrosie en beschadiging veroorzaken. Bovendien kan de accu te vol gieten de levensduur ervan bekorten. 1.
5. Spuit Toro beschermspray op de accupolen. 6. Zorg ervoor dat de rubberen stopkapjes op alle accukabels goed zijn bevestigd op de accupolen. 7. Steek het sleuteltje in de contactschakelaar en draai het naar de stand AAN. 8. Breng de laadbak naar beneden, draai het sleuteltje van de contactschakelaar naar de stand UIT en verwijder het sleuteltje. Opslag van de accu's Laad de accu's volledig op voordat u de machine stalt.
Koplampen afstellen Ga als volgt te werk om de stand van de koplampen af te stellen als een koplamp is vervangen of verwijderd. 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak met de koplampen op ongeveer 7,6 meter verwijderd van een muur (Figuur 42). 2. Meet de afstand van de vloer tot het midden van de koplamp en maak een markering op dezelfde hoogte op de muur. 3. Draai het contactsleuteltje op AAN en ontsteek de koplampen. 4. Onthoud waar de koplampen gericht zijn op de muur.
Onderhoud aandrijfsysteem Onderhoud van de banden Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren—Controleer de staat van de banden en velgen. Om de 100 bedrijfsuren—Draai de wielmoeren aan. 1. Inspecteer de banden en velgen op tekenen van slijtage en beschadiging. g313577 Figuur 43 Opmerking: Ongelukken tijdens 2. 2. 13 mm van het midden van het stuurwiel 1.
3. Rol op een vlakke ondergrond de machine 2 tot 3 meter recht achteruit en vervolgens recht vooruit naar de plaats waar u vertrok. Hierdoor kan de ophanging de bedrijfsstand aannemen. De vlucht afstellen Benodigdheden (door de eigenaar verschaft): schroefsleutel, Toro onderdeel 132-5069; verkrijgbaar bij een erkende Toro verdeler. g009235 Belangrijk: Stel de vlucht uitsluitend af indien u Figuur 46 een werktuig aan de voorkant gebruikt of indien de slijtage aan de banden ongelijkmatig is. 1. 1.
2. 3. 4. Stel de parkeerrem in werking. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het contact. Verwijder de vulplug op de transaxle (Figuur 48). 2. Opmerking: Bewaar het deksel van de transaxle en de bouten. Opmerking: Het vloeistofpeil moet tot aan de onderkant van de vulplug komen. g217835 Figuur 48 1. Vulplug 5. 6. Als het vloeistofpeil te laag is, verwijder dan de vulplug en vul bij met de aanbevolen vloeistof tot deze uit de opening stroomt (Figuur 48).
Onderhouden remmen Opmerking: Als u de parkeerrem niet op de vereiste spanning kunt brengen, zijn de remblokken misschien versleten en zijn ze aan vervanging toe. Neem contact op met uw erkende Toro verdeler als u hulp nodig heeft. De parkeerrem controleren 1. Stel de parkeerrem in werking door de parkeerremhendel naar u toe te trekken tot u weerstand voelt. 2.
De service- en parkeerremblokken vervangen Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren Vraag uw Toro verdeler om de service- en parkeerremblokken te controleren en mogelijk te vervangen. g002136 Figuur 52 1. Reservoir voor remvloeistof 4. Remvloeistof verversen 2. Minimum-streep Onderhoudsinterval: Om de 1000 bedrijfsuren Neem contact op met uw erkende Toro dealer. Doe het volgende als het vloeistofpeil te laag is: A. Reinig de omgeving van de reservoirdop en verwijder de dop (Figuur 51). B.
Onderhoud van het chassis Reiniging De vergrendelingen van de laadbak afstellen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Was de machine. De machine schoonmaken Reinig de machine indien nodig met alleen water of een mild reinigingsmiddel. Bij het schoonmaken van de machine kunt u een doek gebruiken. Als de vergrendeling van de laadbak slecht is afgesteld, trilt de laadbak op en neer tijdens het rijden.
Stalling oplader in een stopcontact tijdens de opslag van de machine en de accu's. De oplader moet aangesloten blijven op het stopcontact en het oplaadcontact tijdens de stalling zodat de accu’s opgeladen blijven en niet bevriezen; anders dient u de accu’s minstens een keer per maand op te laden. Veiligheid tijdens opslag • Zet de machine af, verwijder het contactsleuteltje en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
Problemen, oorzaak en remedie Knippercode statuslampje machine Probleem Mogelijke oorzaak Remedie Het statuslampje van de machine brandt ononderbroken. 1. Het systeem werkt naar behoren. 1. Geen Het statuslampje van de machine heeft 1 keer geknipperd. 1. Er is een configuratiefout in de regelaar. 1. Neem contact op met een erkende servicedealer. Het statuslampje van de machine heeft 2 keer geknipperd. 1. De parkeerrem is ingeschakeld terwijl de machine in VOORUIT of ACHTERUIT staat. 1.
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie 1. Er heeft zich een fout voorgedaan in de motor-encoder. 1. De bedrading van de motor-encoder (snelheidssensor) controleren. 2. Het maximale toerental werd overschreden. 2. Draai de contactschakelaar naar UIT, wacht een paar seconden en draai de contactschakelaar op AAN, en controleer of de machine normaal werkt. Het statuslampje van de machine heeft 12 keer geknipperd. 1. Er heeft zich een configuratiefout voorgedaan in de regelaar. 1.
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Opmerkingen:
Privacyverklaring EEA/VK Toro's gebruik van uw persoonlijke gegevens The Toro Company (“Toro”) respecteert uw recht op privacy. Wanneer u onze producten koopt, kunnen we bepaalde persoonlijke informatie over u verzamelen, ofwel rechtstreeks via u ofwel via uw plaatselijk Toro bedrijf of dealer.
California Proposition 65 waarschuwing – alleen voor Californië Wat is een waarschuwing? Sommige producten die op de markt zijn bevatten een etiket met een waarschuwing als: WAARSCHUWING: Kanker en schade aan de voortplantingsorganen – www.p65Warnings.ca.gov. Wat is Prop 65? Prop 65 geldt voor elk bedrijf dat actief is in Californië, producten verkoopt in Californië, of producten maakt die kunnen worden verkocht of geïmporteerd in Californië.
Toro Garantie Elektrische Workman Beperkte garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro product (hierna: het 'product') gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.