Form No. 3357-166 Rev A Greensmaster® Flex 18 of Flex 21 Loopmaaier Modelnr.: 04018 (Traction Unit)—Serienr.: 260003001 en hoger Modelnr.: 04206 (Cutting Unit)—Serienr.: 260000001 en hoger Modelnr.: 04022 (Traction Unit)—Serienr.: 260003001 en hoger Modelnr.: 04202 (Cutting Unit)—Serienr.: 260000001 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com.
Waarschuwing Modelnr.: CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing The engine exhaust from this product contains chemicals known to the State of California to cause cancer, birth defects, or other reproductive harm. Serienr.: This spark ignition system complies with Canadian ICES-002. Inleiding Lees deze handleiding zorgvuldig, zodat u weet hoe u de machine op de juiste wijze kunt gebruiken en onderhouden en letsel en schade aan de machine kunt voorkomen.
Inhoud Onderhoud riemen................................................. 26 De riemen afstellen............................................. 26 Onderhoud bedieningsysteem ................................ 30 De tractiebediening afstellen............................... 30 De bediening van de messenkooi afstellen ........... 30 Onderhoud van het maaidek................................... 31 Maaidek loskoppelen van de tractie-eenheid................................................ 31 Achterrol afstellen ......
Veiligheid • Inspecteer het terrein waarop u de maaimachine gaat gebruiken grondig en verwijder eventuele voorwerpen die door de machine kunnen worden uitgeworpen. • Waarschuwing-Brandstof is licht ontvlambaar. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen: – Bewaar brandstof uitsluitend in tanks of blikken die daar speciaal voor bedoeld zijn. – Vul de brandstoftank nooit binnenshuis; tijdens het bijvullen niet roken. – Vul zo nodig brandstof bij voordat u de motor aanzet.
• • • • • • • • • • Zet de gashendel terug voordat u de motor afzet. Als de machine met een brandstofafsluitklep is uitgerust, draai deze dan dicht als het maaiwerk voltooid is. • Houd uw handen en voeten uit de buurt van het maaidek. • Verminder uw snelheid en wees voorzichtig als u een bocht maakt of wegen en voetpaden oversteekt. Zet de messenkooien stil als u niet maait. • Gebruik de machine niet als u onder de invloed van alcohol of drugs verkeert.
• Haal voorzichtig de druk van onderdelen met opgeslagen energie. • Maak de accukabels los en verwijder de bougie voordat u reparatiewerkzaamheden gaat verrichten. Maak eerst de minpool van de accu los en daarna de pluspool. Sluit eerst de pluspool van de accu aan en daarna de minpool. • Wees voorzichtig als u de messenkooi controleert. Draag handschoenen en wees voorzichtig als u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de messenkooien. • • Houd uw handen en voeten uit de buurt van bewegende onderdelen.
Geluidsdruk van Flex 21 u stoppen met maaien. Onvoorzichtig gebruik in combinatie met de hoeken van het terrein, afkaatsingen en verkeerd geplaatste schermen kunnen leiden tot letsel als gevolg van uitgeworpen voorwerpen. Ga pas verder met maaien als er niets of niemand meer in het maaigebied is. Deze machine oefent een geluidsdruk van 85 dBA uit op het gehoor van de gebruiker, gebaseerd op metingen bij identieke machines volgens EN 11094 en EN 836 procedures.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de gebruiker en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 105-5309 1. Heet oppervlak/gevaar voor brandwonden – Blijf op een veilige afstand van een heet oppervlak. 93-6085 1. Snel 2. Continu snelheidsregeling 93-7348 3. Langzaam 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2.
104-2617 104-2618 1. Parkeerrem 2. Uitschakelen 1. Tractieaandrijving 2. Aandrijving messenkooi 3. Neutraalstand 3. Inschakelen 4. Vooruit 5. Hendel – ingeschakeld 6. Hendel – uitgeschakeld 93-8064 105-2411 1. Waarschuwing – Lees de instructies alvorens service- of onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. 2. Handen en voeten kunnen worden gesneden – Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn gekomen. 1. Transmissieolie 104-2621 1. Lees de Gebruikershandleiding.
Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure Hoeveelheid Omschrijving Gebruik 1 Handgreep 1 De handgreep bevestigen. 2 Kick-standaard Veer Afstandsstuk, klein Afstandsstuk, groot Grote bout (M8–1,25 x 100) Kleine bout (M8–1,25 x 030) Borgmoer (M8 x 1,25) Ring (M8) 1 1 1 1 1 1 2 2 De kick-standaard monteren (uitsluitend bij Flex 18) Geen onderdelen vereist – De handgreep instellen.
aan het frame met de bout, de ring, het kleine afstandsstuk en de borgmoer (M8–1.25) (Figuur 6). Plaats de bout vanaf de binnenkant van het frame zoals wordt getoond in Figuur 6. 3. Plaats een ring (M8) op de grote bout (M8–1,25 x 030). 4. Plaats het afstandsstuk in de veer en steek de grote bout (M8–1,25 x 100) in het afstandsstuk. Belangrijk: Als u de veer monteert, moet u een uiteinde van de veer onder het achterframe plaatsen (Figuur 6). Figuur 5 1. Linkerhandgreep 2. Steunarm 5.
4 Transportwielen monteren Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Figuur 7 1. Veer 2. Uiteinde van veer onder het frame 3. Pneumatische moersleutel 4. Plaats het uiteinde van de veer onder het afstandsstuk van de kick-standaard. Transportwielen (optionele set transportwielen, Model 04123) Procedure 1. Trap de kick-standaard omlaag met uw voet en trek de handgreep omhoog om de maaimachine te laten steunen op de kick-standaard (Figuur 9). 3 De handgreep instellen Geen onderdelen vereist Procedure 1.
3. Draai het wiel naar voren en achteren totdat het wiel helemaal op de as schuift en de sluitklem vastzit in de gleuf op de as. 4. Herhaal deze procedure aan de andere kant van de machine. 5. Pomp de banden op tot 83–103 kPa (12–15 psi). 6. Til de handgreepsteun voorzichtig omhoog om de kick-standaard vrij te zetten. 5 Vloeistofniveaus controleren Figuur 11 1. Grasmand Geen onderdelen vereist Procedure 7 1. Controleer het oliepeil; zie Motoroliepeil controleren in Onderhoud motor , bladz. 21.
Algemeen overzicht van de machine regelt u de gastoevoer naar de carburateur. Het motortoerental kunt u regelen van 2400 tot 3600 tpm. Schakelhendel voor tractie en messenkooi De schakelhendel voor de tractie en de messenkooi (Figuur 13) bevindt zich rechts voor op het instrumentenpaneel. De tractiehendel heeft twee standen: Neutraalstand en Vooruit Als u de hendel naar voren duwt, schakelt u de tractieaandrijving in. De messenkooihendel heeft twee standen: Inschakelen en Uitschakelen.
Brandstofafsluitklep De brandstofafsluitklep (Figuur 14) bevindt zich links voor op de motor. De klep heeft twee standen: DICHT en OPEN Zet de hendel op DICHT als u de machine stalt of vervoert. Open de klep voordat u de motor start. Handstart Trek aan de handgreep van de handstart (Figuur 15) om de motor te starten. Figuur 16 1. Kick-standaard Specificaties Figuur 15 1. Handstart 2. AAN-/UIT-schakelaar 3.
Attachments/Accessories Gebruiksaanwijzing A selection of Toro approved attachments and accessories are available for use with the machine to enhance and expand its capabilities. Contact your Authorized Service Dealer or Distributor or go to www.Toro.com for a list of all approved attachments and accessories. Opmerking: Determine the left and right sides of the machine from the normal operating position.
Benzine is schadelijk of dodelijk bij inname. Langdurige blootstelling aan dampen kan leiden tot ernstig letsel en ziekte. ... • Als dit niet mogelijk is, verdient het de voorkeur dergelijke machines op een truck of aanhanger bij te vullen uit een draagbaar vat, niet met behulp van een vulpistool van een pomp. • Voorkom dat u dampen lange tijd inademt. • Houd uw gezicht uit de buurt van een vulpijp en de opening van een tank of een blik met conditioner.
Belangrijk: Trek het startkoord niet tot het eind naar buiten of laat de handgreep van de starter niet los als u het koord naar buiten trekt, omdat dan de kans bestaat dat het koord breekt of het terugloopmechanisme schade oploopt. Motor afzetten 1. Schakel de tractie en de messenkooi uit en zet de gashendel op LANGZAAM en de AAN-/UIT-schakelaar op UIT. 2. Alvorens de machine te stallen, moet u de bougiekabel losmaken van de bougie om te voorkomen dat iemand per ongeluk de machine start. 3.
3. Verwijder de transportwielen. 4. Haal de machine van de kick-standaard Bediening Maaien 1. Start de motor, zet de gashendel op lage snelheid, duw de handgreep omlaag om het maaidek op te heffen, schakel de tractie in en ga met de machine naar de rand van het gazon (Figuur 20). Bediening tijdens het maaien: Bij het juiste gebruik van de machine wordt het gazon uiterst gelijkmatig gemaaid. 2. Schakel de tractie uit en schakel de aandrijving van de messenkooi in (Figuur 20).
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 8 bedrijfsuren • De motorolie verversen. Na de eerste 25 bedrijfsuren • Brandstoffilter reinigen. • Transmissieolie verversen. Bij elk gebruik of dagelijks • Motoroliepeil controleren. Om de 25 bedrijfsuren • Het luchtfilter reinigen (vaker als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden).
Gecontroleerde item Voor week van: Ma. Di. Wo. Do. Vr. Za. Zo. Controleren of motor ongewone geluiden maakt. Controleren op ongewone geluiden tijdens het gebruik. Afstelling van contact tussen snijplaat en messenkooi controleren. Maaihoogteinstelling controleren. Beschadigde lak bijwerken.
Motoroliepeil controleren vaker worden gereinigd als de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile omstandigheden. 1. Plaats de machine zodanig dat de motor in een horizontale positie is, en reinig de omgeving van de oliepeilstok (Figuur 22). 1. Trek de kabel van de bougie. 2. Draai de vleugelmoeren los waarmee het luchtfilterdeksel is bevestigd aan het luchtfilter, en verwijder het deksel. Reinig het deksel grondig (Figuur 23). Figuur 22 1. Oliepeilstok Figuur 23 2. Aftapplug 1.
elektroden niet zandstralen, afkrabben of reinigen omdat hierdoor gruis kan losraken en in de cilinder terechtkomen. Dit kan leiden tot beschadiging van de motor. 3. Zorg ervoor dat de elektrodenafstand 0,7 tot 0,8 mm bedraagt (Figuur 26). Plaats een bougie met de juiste elektrodenafstand en draai deze vast met een torsie van 23 Nm. Figuur 24 1. Schuimelement 2. Papierelement 4. Als u het schuimelement een onderhoudsbeurt geeft, moet u controleren in wat voor staat het papierelement verkeert.
Onderhoud brandstofsysteem Onderhoud elektrisch systeem Brandstoffilter reinigen Onderhoud van de interlockschakelaar Reinig het brandstoffilter na de eerste 25 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren. Ga als volgt te werk als de schakelaar moet worden afgesteld of worden vervangen. 1. Sluit de brandstofafsluitklep en schroef de bak van het filterhuis (Figuur 27). 1. Zet de motor af en schakel de tractiebediening uit. 2.
Onderhoud aandrijfsysteem vloeistoffen kunnen schade aan het systeem veroorzaken. Transmissieoliepeil controleren 2. Verwijder de aftapplug aan de achterkant van de transmissie (Figuur 30). 1. Plaats een opvangbak aan de achterzijde van de machine. De transmissie is in de fabriek gevuld met ongeveer 2,8 liter Dexron lll automatische transmissieolie. U moet het oliepeil controleren voordat u machine voor de eerste keer in gebruik neemt, en daarna om de 50 bedrijfsuren.
Onderhouden remmen Onderhoud riemen De service-/parkeerrem afstellen De riemen afstellen Zorg ervoor dat de riemen de juiste spanning hebben zodat de machine naar behoren kan werken en onnodige slijtage wordt voorkomen. De riemen moeten veelvuldig worden gecontroleerd. Als de service-/parkeerrem slipt tijdens het gebruik, moet deze worden afgesteld. 1. Zet de service-/parkeerremhendel op Uit. Drijfriem van messenkooi 2.
Figuur 33 1. Drijfriem van messenkooi 2. Aandrijfpoelie 3. Aangedreven poelie Figuur 35 1. Lagerhuis 3. Om de riemspanning af te stellen, gaat u als volgt te werk: 2. 3/8" momentsleutel op deze plaats C. Stel de momentsleutel in en draai de montagemoeren van het lagerhuis vast (Figuur 34). U mag de riem niet te strak trekken. D. Plaats drijfriemkap terug. A. Draai de montagemoeren van het lagerhuis los (Figuur 34). Drijfriem van messenkooi (transmissiekoppeling) 1.
Figuur 39 1. Lagerhuis 2. 3/8" momentsleutel op deze plaats Figuur 37 1. Drijfriem van messenkooi C. Stel de momentsleutel in en draai de montagemoeren van het lagerhuis vast (Figuur 38). U mag de riem niet te strak trekken. 3. Om de riemspanning af te stellen, gaat u als volgt te werk: D. Plaats drijfriemkap terug. A. Draai de montagemoeren van het lagerhuis los (Figuur 38). Tractieriem 1. Verwijder de bevestigingen van de drijfriemkap en de drijfriemkap zodat u bij de riem kunt komen (Figuur 40).
Figuur 41 Figuur 43 1. Tractieriem 1. Tractieriem 3. 3/8 inch momentsleutel op deze plaats 2. Beugel van spanpoelie 3. Om de riemspanning af te stellen, gaat u als volgt te werk: C. Plaats de drijfriemkap terug. A. Verwijder de bout op de achterkant van de zijplaat, waarmee de beugel van de spanpoelie is bevestigd aan de zijplaat (Figuur 42). Figuur 42 1. Lipring 2. Bout van beugel met spanpoelie B.
Onderhoud bedieningsysteem De tractiebediening afstellen Als de tractiebediening niet werkt of slipt tijdens het maaien, moet deze worden afgesteld. 1. Schakel de tractie uit. 2. Om de kabel strakker te zetten, moet u de voorste contramoer op de kabel losdraaien en de achterste contramoer aandraaien (Figuur 44) totdat een kracht van 5,4 tot 7,3 kg nodig is om de tractiebediening in werking te stellen. Figuur 45 1. Kabel van de bediening van de messenkooi 3. Draai de voorste contramoer op de kabel vast. 4.
Onderhoud van het maaidek 5. Draai de draai-armen naar voren (Figuur 47) en laat de tractie-eenheid rusten op de vastgezette kick-standaard. 6. Trek het maaidek ongeveer 51 mm naar voren en daarna naar rechts om de transmissiekoppeling los te maken (Figuur 48). Maaidek loskoppelen van de tractie-eenheid 1. Plaats de machine op de trommels op een horizontaal oppervlak. 2.
Figuur 50 1. Montageflens van zijplaat 2. Afstandsstuk 3. Beugel van rol Figuur 51 1. Montagebouten van de zijplaat 2. U stelt de achterrol als volgt in: • Hef de achterkant van het maaidek op en plaats een blok onder de snijplaat. Belangrijk: Als het maaidek moet worden gekanteld om bij de snijplaat/messenkooi te kunnen komen, moet u de achterkant van het maaidek ondersteunen zodat de moeren op het achtereind van de stelschroeven van de snijbalk niet op het werkvlak rusten.
4. Steek een lange strook krantenpapier tussen de messenkooi en de snijplaat aan een uiteinde van de messenkooi (Figuur 53). Draai de messenkooi langzaam naar voren en draai de stelschroef van de snijbalk (Figuur 52) telkens één klik rechtsom totdat het papier aan hetzelfde uiteinde van de mensenkooi enigszins wordt vastgeklemd als het vanaf de voorkant evenwijdig aan de snijplaat wordt ingestoken. U zult dan een lichte weerstand voelen als u aan het papier trekt. 1.
Figuur 56 Figuur 57 1. Stopbalk 4. Draai aan de stelschroef totdat de rol contact maakt met de voorkant van de hoogtelat. Stel beide uiteinden van de rol af totdat de hele rol evenwijdig aan de snijplaat is. 2. Steek een voelermaat van 1,5 mm tussen de bovenkant van de messenkooi en de balk en draai de schroeven vast. Zorg ervoor dat de afstand tussen de balk en de messenkooi over de gehele lengte van de messenkooi gelijk is.
De machine aanpassen aan de gazonomstandigheden Raadpleeg onderstaande tabel om de machine aan te passen aan de gazonomstandigheden.
Gebruik de volgende tabel om Figuur 58 de maaisnelheid in te stellen. Clip (zie Figuur 58 voor plaatsen van poelies) Aandrijfpoelie aantal tanden Aangedreven poelie aantal tanden Clip met 11 messen Clip met 8 messen 27 22 3,6 mm (standaard) 4,83 mm 22 22 4,06 mm 6,1 mm 22 27 5,33 mm 7,37 mm De messenkooi wordt geleverd met een poelie met 27 tanden en ene poelie met 22 tanden. Om een clip van 4,06 mm te krijgen moet u een poelie met 22 tanden aanschaffen.
Figuur 62 Figuur 61 1. Bout van snijbalk 2. Stalen ring 1. Plug in de kap van de aandrijving van de messenkooi 3. Moer 4. Nylon ring 2. Steek een dopsleutel van 18 mm op de zeskantige flensmoer op het linkse uiteinde van de as van de messenkooi. De snijbalk monteren 3. Wet de messenkooi volgens de procedure in de Handleiding Slijpen van Toro-maaimachine met messenkooien en roterende messen, documentnr. 80-300 PT. 1.
Stalling 1. Maaisel, vuil en vet van de buitenkant van de gehele machine verwijderen, met name van de motor. Verwijder vuil en kaf van buitenkant van de cilinder, de koelribben van de cilinderkop en het ventilatorhuis. Belangrijk: U kunt de machine met een mild reinigingsmiddel en water wassen. Was de machine nooit met een hogedrukreiniger. Gebruik niet te veel water, zeker niet in de buurt van de schakelhendelplaat en de motor. 2.
Opmerkingen: 39
De Algemene Garantiebepalingen voor Toro–producten 2 jaar garantie Voorwaarden en producten waarvoor de garantie geldt De Toro Company en de hieraan gelieerde onderneming, Toro Warranty Company, bieden krachtens een overeenkomst tussen beide ondernemingen gezamenlijk de garantie dat uw Toro–product (hierna: het “Product”) gedurende twee jaar of 1500 bedrijfsuren* vrij van materiaalgebreken of fabricagefouten* is, met dien verstande dat hierbij de kortste periode moet worden aangehouden.