Operation Manual

10
6. Bediening
6.1 Telefoonnummers in het geheugen plaatsen
Het toestel is uitgerust met 150 geheugenplaatsen in de contactlijst.
1. Vanuit het beginscherm, kiest u de toets . Met het pijltje
kan
u het submenu ‘TEL. BOEK’ kiezen.
2. Toets op om te bevestigen.
3. Met het pijltje
gaat u naar ‘NIEUWE INV.’.
4. Toets op om te bevestigen. Op het scherm verschijnt ‘NAAM?’.
5. Voer de naam in en toets op om de naam op te slaan.
6. Op het scherm verschijnt ‘NUMMER?’.
7. Voer het nummer in en toets op om het nummer op te slaan.
8. Op het scherm verschijnt ‘MELODIE 1’ en u hoort een beltoon.
9. Toets op om op te slaan. Op het scherm verschijnt ‘NIEUWE
INV.’.
10. Toets om te eindigen of ga terug naar stap 4 om een nieuwe naam
en nummer op te slaan.
6.2 Snelkiesgeheugen programmeren
Het toestel is uitgerust met 3 geheugenplaatsen voor snelkiezen.
1. Voer het telefoonnummer in op het beginscherm.
2. Druk op de geheugentoets (M1, M2 of M3) daar waar u het nummer
wenst te bewaren gedurende 5 seconden.
3. Herhaal de procedure om overige nummers op te slaan.
6.3 Een inkomende oproep beantwoorden
1. Als u een belsignaal hoort, kan u de oproep beantwoorden met deze
toets .
2. Gebruik de toets om het gesprek te beëindigen.
6.4 Een uitgaande oproep tot stand brengen
1. Voer het telefoonnummer in. Het telefoonnummer verschijnt op het
scherm.
2. Gebruik de toets om de oproep tot stand te brengen.
3. Gebruik de toets om het gesprek te beëindigen.