Operation Manual

16
De draadloze handset gebruiken
6.10 De beltoon selecteren en het volume instellen
Beltoon handset
Beltoonvolume handset
6.11 Toetsvergrendeling
Als de toetsvergrendelingstoets aan staat, zal er niets gebeuren bij het indrukken van een
willekeurige toets in de standby-modus (behalve bij het indrukken van de
toetsvergrendelingstoets).
6.12 De belmodus instellen
Er zijn twee belmodi:
DTMF/toonkiezen (standaardinstelling en de meest gebruikte modus)
Pulskiezen (in oudere toestellen)
De kiesmodus veranderen:
1 Houd de beltoontoets ingedrukt tot u de ingestelde beltoon hoort.
2 Selecteer de gewenste beltoon (1-9) of voer een nummer in (1-9).
3 Druk nogmaals op de beltoontoets om te bevestigen.
1 Druk op de volumetoets.
De handset rinkelt met het ingestelde volume.
2 Selecteer het volume dat u wenst (0-5).
Selecteer "UIT" (OFF) om het volume uit te schakelen.
3 Druk nogmaals op de volumetoets om te bevestigen.
U kunt het belvolume van elke individuele handset aan- of uitschakelen door de
beltoon AAN/UIT-toets ingedrukt te houden in de standby-modus.
1 Houd de toetsvergrendelingstoets ingedrukt.
Het symbool verschijnt op de display en de toetsvergrendelingstoets staat aan.
2 Houd de toetsvergrendelingstoets weer ingedrukt om de
toetsvergrendeling uit te schakelen.
Als de toetsvergrendeling aan staat, kunt u inkomende oproepen toch
beantwoorden door op de oproeptoets te drukken .
Het toetsenbord functioneert normaal tijdens het gesprek. De
toetsvergrendeling wordt na het gesprek weer ingeschakeld.
1 Houd de flashtoets ingedrukt om tussen de twee belmodi te wisselen.
"PULS" (PULSE) verschijnt voor pulsmodus, "TOON" (TONE) voor
toonmodus (DTMF).
Het toestel keert terug naar de standby-modus na 5 seconden.
Het is mogelijk dat u per ongeluk de belmodus verandert doordat u de flashtoets 5
seconden in de standby-modus ingedrukt houdt. In de verkeerde belmodus worden
telefoonnummers niet goed of helemaal niet gebeld.
4
GHI
5
JKL
MNO
6
4
GHI
5
JKL
MNO
6