Instructions

10
b) Slang
Steek de slangaansluiting (9) in de luchtinlaat (4) en draai volledig rechtsom totdat deze op zijn plek vast zit.
U kunt de slang verwijderen door de slangaansluiting volledig linksom te draaien en vervolgens los te trekken.
c) Buizen en mondstukken
De slang (8), buizen en mondstukken (16)(17)(24) kunnen voor verschillende situaties gecombineerd worden
gebruikt.
U kunt ongebruikte mondstukken ook aan de mondstukhouders (14) bevestigen.
Het mondstuk voor natte en droge vloeren (16) kan in een opening (23) worden gestoken aan beide uiteinden van
de opbergruimte.