Manual
5.6 Gebruik
Raadpleeg een expert wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of het aan-
sluiten van het apparaat.
Als het niet langer mogelijk is het product veilig te gebruiken, stel het dan buiten bedrijf
en zorg ervoor dat niemand het per ongeluk kan gebruiken. Zie er ABSOLUUT vanaf het
product zelf te repareren. Veilig gebruik kan niet langer worden gegarandeerd wanneer
het product:
– zichtbaar is beschadigd,
– niet meer naar behoren werkt,
– gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden werd opgeslagen of
– onderhevig is geweest aan ernstige transportgerelateerde belastingen.
Gebruik het apparaat nooit zonder vloeistof of met te weinig of te veel vloeistof.
Gebruik nooit brandbare reinigingsvloeistoffen of -middelen.
Gebruik het product nooit zonder toezicht.
Dompel geen lichaamsdelen, planten of dieren in het apparaat wanneer het in werking
is. Grijp tijdens het gebruik nooit in de reinigingsvloeistof. Ultrasone golven hebben een
celvernietigend effect.
Draag geschikte gehoorbescherming als u gedurende langere tijd wordt blootgesteld aan
het bedrijfsgeluid.
Het apparaat en de reinigingsvloeistof kunnen tijdens gebruik zeer heet worden. Er bestaat
gevaar voor verbranding of brandwonden!
6 Losse onderdelen
1
2
3
4
5
1 Deksel
2 Aftapkraan
(Bestelnr. 2901769)
3 Stroomschakelaar
4 Zekeringhouder
5 Stroomaansluiting
6 Verwarmingsregelaar
7 Indicator HEATING
8 Indicator ULTRASONIC
9 Timer
7 Ingebruikname
Belangrijk:
– Maak alleen geschikte voorwerpen met dit apparaat schoon. Andere voorwerpen kun-
nen worden beschadigd. Vraag bij twijfel de verkoper van het schoon te maken voor-
werp.
– Voorbeelden van geschikte voorwerpen:
– Brillen met metalen montuur
– Sieraden en horlogebandjes van metaal
– Munten, bestek
– Schrijf- en tekenapparatuur en hun toebehoren
– Beugels, kunstgebitten
– Voertuigonderdelen, motoronderdelen, carburateurs, aandrijfkettingen, gereed-
schap
– Inktpatronen
– Elektronische printplaten
– Wapenonderdelen en patroonhulzen
– Fijnmechanische onderdelen
– Voorbeelden van ongeschikte voorwerpen:
– Kunstnagels
– Contactlenzen
– Klokken
– Sieraden met poreuze of gevoelige stenen
– Sieraden voor kleding
– Parels, koralen, opalen, turkoois, lapis lazuli, malachiet enz.
– Bril met montuur van natuurlijke materialen zoals hoorn of schildpad
– Hout, textiel, leer of voorwerpen die dergelijke materialen bevatten
6 7 8 9
7.1 Opstelling
Plaats de ultrasone reiniger op een horizontaal, vlak oppervlak dat niet gevoelig is voor
vocht.
De opstellingsruimte moet het gewicht van de ultrasone reiniger inclusief de reinigings-
vloeistof kunnen dragen.
7.2 Montage van de afvoerslang en het lter (Bestelnr. 2901769)
1. Draai het aansluitstuk voor de afvoerslang op de aftapkraan (2).
Æ Gebruik indien nodig de meegeleverde afdichtingstape om de aansluiting af te dich-
ten. Wikkel hiervoor de afdichtingstape om de schroefdraad voordat u het aansluitstuk
vastschroeft.
2. Steek de meegeleverde afvoerslang in de aansluitstuk.
3. Bevestig de slang aan de aftapkraan (2) met behulp van de meegeleverde slangklem.
4. Plaats het meegeleverde lter op de afvoeropening aan de binnenkant van de tank.
7.3 Voorbereiding
Belangrijk:
– Leg niets op de bodem van de tank. Gebruik altijd de roestvrijstalen mand om de
schoon te maken voorwerpen in te plaatsen. Dit voorkomt krassen op de schoon te
maken voorwerpen of op de tank van het apparaat en verhoogt tevens de reinigings-
prestatie.
– Gebruik alleen water of reinigingsmiddelen die zijn goedgekeurd en geschikt zijn voor
ultrasoon reinigen. De reinigingsvloeistof mag niet brandbaar, bijtend, corrosief of op
een andere manier agressief zijn. Het mag ook niet de schoon te maken voorwerpen
beschadigen.
– De tank moet altijd voor minimaal 2/3 gevuld zijn, anders kan het apparaat beschadigd
raken. Pas vooral op bij het gebruik van de verwarming, omdat de reinigingsvloeistof
kan verdampen, wat de vulhoeveelheid beïnvloedt.
– Als u de verwarming gebruikt om voor te verwarmen, roer dan elke 15 minuten of
schakel de ultrasone functie in om een betere warmteverdeling te garanderen en het
risico van vertraagd koken van de vloeistof te voorkomen.
1. Haal het deksel (1) eraf en vul de tank met de reinigingsvloeistof.
Æ U kunt warm water bijvullen als u gebruik wilt maken van de verwarmingsfunctie. Dit
verkort de verwarmtijd aanzienlijk.
Æ De reinigingsvloeistof bevat meestal gassen die het reinigingsproces negatief beïn-
vloeden. Om dit te voorkomen, kunt u de reinigingsvloeistof vóór het werkelijke reini-
gingsproces ontgassen door de ultrasone functie ongeveer 10 minuten in te schakelen.
2. Plaats het/de schoon te maken voorwerp(en) in de schoonmaakmand en plaats deze in
de tank.
Æ Als u kleinere voorwerpen wilt schoonmaken en/of niet de hele tank met reinigings-
vloeistof wilt vullen, kunt u ook een glas of iets dergelijks in de mand plaatsen. Vul
vervolgens alleen het glas met de reinigingsvloeistof en de rest van de tank met water.
Deze methode wordt „indirecte“ ultrasone reiniging genoemd en heeft als voordeel
reiniger te besparen. De reinigingsprestatie is dan echter wat lager.
Æ Vul de schoonmaakmand niet te vol. Dit leidt tot verminderde reinigingsprestaties.
Plaats de onderdelen zodanig dat ze elkaar niet raken. Onderdelen die elkaar raken
kunnen elkaar ook bekrassen.
Æ Plaats sterk vervuilde voorwerpen op de bodem.
Æ Plaats de onderdelen zodanig dat er geen luchtbellen in de onderdelen kunnen ont-
staan.
3. Plaats het deksel (1) weer op het apparaat.
Æ Het deksel (1) moet tijdens het hele reinigingsproces geplaatst zijn. Dit voorkomt dat
voorwerpen in de tank vallen en dat de reinigingsvloeistof afkoelt.
4. Sluit het netsnoer aan op de netaansluiting (5) en steek de stekker in een stopcontact.
8 Bediening
1. Stel de gewenste schoonmaakduur in met de timer (9).
Æ De timer (9) draait tijdens het reinigen tegen de wijzers van de klok in terug totdat het
de stand UIT bereikt en de ultrasone functie wordt uitgeschakeld. Om het reinigings-
proces voortijdig te beëindigen, kunt u de timer (9) ook handmatig terugdraaien totdat
de ultrasone functie wordt uitgeschakeld.
2. Stel de gewenste reinigingstemperatuur in met de verwarmingsregelaar (6).
Æ De verwarmingsfunctie hoeft niet te worden gebruikt. U kunt de verwarmingsregelaar
ook gewoon in de stand UIT laten staan.
Æ De beste reinigingsresultaten worden bereikt bij een temperatuur van ong.
50 - 60 °C. Houd er rekening mee dat de schoon te maken voorwerpen bestand zijn
tegen de ingestelde temperatuur zonder beschadigd te raken.
3. Schakel het apparaat in met de netschakelaar (3) (zet de schakelaar in stand I).
Æ Bij actieve verwarmingsfunctie licht de indicator HEATING (7) op. Als de gewenste
temperatuur is bereikt, schakelt de verwarming uit en gaat weer aan als de tempera-
tuur eronder komt.
Æ Wanneer de ultrasone functie actief is, licht de indicator ULTRASONIC (8) op.
4. Na aoop van de ingestelde reinigingstijd schakelt de ultrasone functie automatisch uit en
gaat de indicator ULTRASONIC (8) uit.
5. De verwarming moet handmatig worden uitgeschakeld. Draai hiervoor de verwarmingsre-
gelaar (6) naar de stand UIT. De indicator HEATING (7) gaat uit.










