Manual
13
9. Verhelpen van storingen
1Geen werking, het apparaat werkt niet
• De accu is leeg. Laad de accu op met de bijbehorende oplader.
• De accu is niet goed in de accuhouder (6) vastgeklikt.
• Het apparaat is oververhit. Laat het afkoelen.
2Het zaagblad beweegt niet:
• Schakeldemotorzaagonmiddellijkuitenkoppeldeacculos.
• Controleerofeenvreemdvoorwerphetzaagbladblokkeert.
• Verwijderzonodighetzaagbladen/ofhetvreemdevoorwerp.
3De zaagsnede wordt onrein, de zaagranden scheuren.
• Hetzaagbladisversletenofbeschadigdenmoetwordenvervangen.
• Erwordteenzaagbladgebruiktdatnietgeschiktisvoorhetmateriaalofhetsoortzaagsnede.
• Uoefentteveeldrukuitopdezaagtijdenshetzagen.Zaagmetmindervoer.
• Bescherm gevoelig materiaal (bijv. gecoate spaanplaat) met plakband. De tape voorkomt scheuren aan de snij-
kant.Indiennodigkuntuookeendunnehoutensteunzagen,dieookvoorkomtdatdesnijkantwordtuitgescheurd.










