User manual

38
b) Uitlaatslang oprollen en erin laten trekken
• Trek de uitlaatslang (7) er een stukje uit totdat de vergrendeling loskomt. Laat de uitlaatslang dan langzaam
oprollen. Voer de uitlaatslang met de hand langzaam naar binnen totdat hij volledig opgerold is.
Als de uitlaatslang tijdens het oprollen wordt losgelaten, kan het uiteinde ervan snel en ongecontroleerd de
haspel worden ingetrokken. Hierdoor kunnen uzelf en andere personen gewond of voorwerpen beschadigd
raken. Laat daarom de uitlaatslang bij het oprollen niet los, maar voer hem altijd zo gecontroleerd mogelijk
en strak gehouden de haspel in.
• U kunt het slanghaspeldeksel (5) openen om te controleren of de uitlaatslang goed wordt opgerold of om
onderhouds- en reinigingswerkzaamheden uit te voeren.
c) Lengte van de slang instellen
Koppel de persluchtslangoproller voor elke soort van instel-, onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden altijd los van de persluchttoevoer!
• U kunt de maximale uittreklengte van de uitlaatslang (7) met behulp van de slangstop traploos op allerlei lengtes
instellen.
• Draai met een passende schroevendraaier voorzichtig de twee schroeven aan de slangstopring (6) los. Trek de
uitlaatslang uit de geleider en schuif de slangstopring op de plek van de gewenste permanente uittreklengte.
• Draai de beide schroeven weer vast. De uitlaatslang kan alleen tot aan de aanslag van de slangstop terug worden
gerold.
11. Onderhoud
• Het product is relatief onderhoudsarm en bevat slechts enkele onderdelen die onderhoud nodig hebben. Laat
reparaties uitsluitend uitvoeren door een specialist!
• Houd slangen schoon en vrij van vuil om een juiste werking van het product zeker te stellen.
• Ontdoedebewegendedelen(rol/spindel)vanvuildatzichermetdetijdophoopt.Controleerdeuitrustingregelmatig
op een soepele beweging, lekkages, scheuren of beschadigingen.
• Controleernuendandeaansluitingenoplosheidenbeschadigingen.