User manual

36
De ondergrond waarop het product gemonteerd wordt moet een last van minstens 25 kg kunnen dragen.
Sluit de persluchttoevoerslang (1) aan op een geschikte persluchtbron via de 1/4" (inch) aansluiting. Gebruik
geschikt afdichtingsmateriaal zoals PTFE-tape om de schroefdraad van de aansluiting goed af te dichten.
Voor het aansluiten van een spuitpistool of iets dergelijks kunt u een geschikt snelverbindingssysteem met 1/4"
(BSP) schroefaansluiting gebruiken (niet inbegrepen). Gebruik geschikt afdichtingsmateriaal om de schroefdraad
mee af te dichten.
9. Montage
Neem de informatie in het hoofdstuk "Montage voorbereiden" in acht!
Let erop dat tijdens het maken van de montagegaten of tijdens het vastschroeven geen kabels of leidingen
(ook waterleidingen) worden beschadigd.
a) Installatie aan de wand of het plafond
De persluchtslangoproller kan met behulp van de
beugel (2) tegen wanden of pilaren, op de vloer
of aan het plafond worden gemonteerd. U kunt de
persluchtslangoproller op verschillende ondergronden
monteren, zoals bijvoorbeeld aan wanden en plafonds van
tegels of beton, op staalconstructies in werkplaatsen of op
voldoende stevige houten bouwelementen.
Zorg er bij het boren wel voor dat dragende delen, zoals
bijv. plafondsteunen niet te veel verzwakt worden.
Oriënteert u zich voor het nauwkeurig op maat maken van de boorgaten aan de beugel. Verwijder hiervoor de
beugel van de slanghaspelbehuizing (8). Trek de beugelbout (3) er naar boven toe uit en verwijder de beugel.
Gebruik de beugel als boorsjabloon. Houd deze goed en recht tegen de ondergrond en bepaal dan de positie van
de boorgaten door de middelpunten ervan op het oog te markeren of door eerst de contouren van de sleutelgaten
met een potlood af te tekenen en vervolgens de middelpunten te markeren.
Zorg er bij het boren voor dat de afstand tussen de gaten precies klopt en reken ook de halve schroefdiameter tot
aan de bovenrand mee. De gaten dienen zo nauwkeurig mogelijk te worden geboord, zodat alle bovenranden van
de sleutelgaten op de vier bevestigingsschroeven komen te rusten.
Boor de gaten met een boormachine en een geschikte boor. Gebruik bij minerale ondergronden hardmetalen
boren. Bij metalen of houten ondergronden zijn metaalboren voldoende.
Gebruik afhankelijk van de ondergrond pluggen bij stenen muren. Op een houten ondergrond kunt u direct de
meegeleverde schroeven gebruiken. U dient bij de montage op hout echter ook gaten voor de schroeven voor te
boren. Boor deze dan wel kleiner, zodat de schroeven stevig vast komen te zitten en niet los kunnen raken. Pluggen
zijn in dat geval (van bevestiging op hout) niet nodig.
Bij een metalen ondergrond boort u bij voorkeur doorlopende gaten en gebruikt u machineschroeven en moeren
voor de bevestiging. Als dat niet mogelijk is, kunt u ook blinde gaten boren en er schroefdraad in snijden.