Operation Manual
45/70
3.3.6 De software configureren
Nadat u de Bluetooth-verbinding hebt gemaakt, stelt u de eigenschappen van de software
op uw PDA, smartphone of laptop in voor gebruik van het GPS-signaal van de GPS-
ontvanger. Raadpleeg de documentatie van uw apparaat en van uw software. Kies het
NMEA-protocol.
4. Indicators
4.1 Bluetooth-indicator
De linker indicator geeft aan dat uw GPS-ontvanger is ingeschakeld. Als deze indicator
continu oplicht of knippert is de GPS-ontvanger ingeschakeld.
De indicator knippert indien gereed voor verbinding met uw PDA, smartphone of laptop.
Indien er een actieve verbinding tussen de GPS en een apparaat is, zal de indicator
continu oplichten.
Als de batterij bijna leeg is wordt de indicator rood, hetgeen betekent dat de GPS-
ontvanger moet worden opgeladen om te kunnen blijven werken.
4.2 GPS- en oplaadindicator
De rechter indicator knippert continu wanneer de GPS-ontvanger uw positie probeert te
bepalen. Als de interne batterij wordt opgeladen is de indicator rood of oranje.