Operation Manual

Als u de knoppen Plan of Navigeer selecteert, wordt een route naar de eerste ingeschakelde bestemming op de
huidige kaart gegeven. U kunt alle kaarten van TomTom Navigator gebruiken, ook de kaart met hoofdwegen.
5. De eigenschappen
TomTom Navigator biedt de optie Eigenschappen in het menu Bestand en het menu
Navigatorweergave, waarmee u uw voorkeuren met betrekking tot vele aspecten van TomTom
Navigator kunt instellen.
Er zijn vier tabbladen met eigenschappen:
Navigator-eigenschappen
Veilige
snelheid
Indien u deze ingestelde rijsnelheid passeert, zal de kaart worden
verborgen en zullen er alleen symbolische instructies worden
weergegeven in de Navigatorweergave.
Toon kompas
op kaart
Toont/verbergt een kompas in het kaartgebied van de
Navigatorweergave.
Toon volgende
snelweg
Toont/verbergt de naam van de volgende snelweg of afslag rechtsboven
in de Navigatorweergave.
Gesproken
instructies
Schakelt gesproken instructies tijdens het navigeren in of uit.
Volume
Past het volume van de gesproken instructies aan. Selecteer de knopt
TEST om een voorbeeldinstructie in het gekozen volume te horen.
Algemene eigenschappen
Kaart stijl
Biedt verschillende manieren om straten op een kaart te tekenen; de
standaardmanier is Papier.
Kleur stijl
Maakt verschillende kleurenschema's voor de kaart mogelijk.
Eenheden
Bepaalt of u metrische of imperiale afstandeenheden hanteert.
Linkshandige
werkbalk
Plaatst de zoomwerkbalk (2) in de kaartweergave links of rechts
(standaard) op het scherm.
Bedienen van
de Navigator...
Geeft basisinstructies weer voor het bedienen van de applicatie in
navigatiemode.