Operation Manual
19
Aanrakingen gebruiken
Gebruik aanrakingen om je apparaat te bedienen.
In deze gebruikershandleiding wordt steeds uitgelegd welke aanrakingen je moet gebruiken, maar
hier volgt alvast een complete lijst met alle aanrakingen die je kunt gebruiken.
Dubbel tikken
Raak tweemaal snel achter elkaar het scherm aan met één vinger.
Je gebruikt dit bijvoorbeeld wanneer je wilt inzoomen.
Slepen
Plaats één vinger op het scherm en beweeg deze over het scherm.
Je gebruikt dit bijvoorbeeld wanneer je op een scherm wilt scrollen.
Snel bewegen
Maak met het topje van één vinger een snelle beweging over het scherm.
Je gebruikt dit bijvoorbeeld wanneer je veel op een scherm wilt scrollen.
Ingedrukt houden
Plaats gedurende meer dan 0,5 seconde één vinger op het scherm.
Je gebruikt deze aanraking bijvoorbeeld wanneer je een locatie op de
kaart wilt selecteren.
Pinch to Zoom
Raak het scherm aan met je duim en een vinger. Beweeg ze uit elkaar om
in te zoomen en beweeg ze naar elkaar toe om uit te zoomen.
Je gebruikt dit bijvoorbeeld wanneer je wilt in- of uitzoomen op het
scherm.
Tikken of
selecteren
Tik met één vinger op het scherm.
Je gebruikt dit bijvoorbeeld wanneer je een item selecteert in een menu
of een item opent.
Je apparaat draaien
Je kunt je apparaat gebruiken in staande of liggende positie. Mogelijk vind je het gemakkelijker om
naar iets te zoeken terwijl het apparaat zich in staande positie bevindt maar rijd je liever naar je
bestemming terwijl het apparaat zich in liggende positie bevindt.
Wanneer je het apparaat draait naar de staande positie, wordt sommige inhoud van het scherm op
een andere plaats weergegeven. De routebalk blijft bijvoorbeeld rechts maar het kader met
aankomstinformatie wordt boven aan het scherm weergegeven.