Operation Manual

22
Snel bewegen
Maak met het topje van één vinger een snelle beweging over het scherm.
Je gebruikt deze aanraking bijvoorbeeld wanneer je een flinke afstand
wilt overbruggen op de kaart.
Tip: snel bewegen werkt niet op alle systemen.
Ingedrukt houden
Plaats gedurende meer dan 0,5 seconde één vinger op het scherm.
Je gebruikt deze aanraking bijvoorbeeld wanneer je het pop-upmenu voor
een locatie op de kaart wilt openen.
Pinch to Zoom
Raak het scherm aan met je duim en een vinger. Beweeg ze uit elkaar om
in te zoomen en beweeg ze naar elkaar toe om uit te zoomen.
Je gebruikt deze aanraking bijvoorbeeld wanneer je wilt in- of uitzoomen
op de kaart.
Tip: "Pinch to Zoom" werkt niet op alle systemen. Wanneer "Pinch to
Zoom" niet werkt op je GO Mobile app, gebruik je de zoomknoppen om
in en uit te zoomen.
Tikken of
selecteren
Tik met één vinger op het scherm.
Je gebruikt deze aanraking bijvoorbeeld wanneer je een item wilt
selecteren in het hoofdmenu.
Tip: om een pop-upmenu te openen voor een item op de kaart,
selecteer je het item en houd je het vast totdat het menu wordt
geopend.
Je apparaat draaien
Je kunt je apparaat gebruiken in staande of liggende positie. Mogelijk vind je het gemakkelijker om
naar iets te zoeken terwijl het apparaat zich in staande positie bevindt maar rijd je liever naar je
bestemming terwijl het apparaat zich in liggende positie bevindt.
Wanneer je het apparaat draait naar de staande positie, wordt sommige inhoud van het scherm op
een andere plaats weergegeven. Een aantal voorbeelden zijn:
De routebalk blijft rechts maar het kader met aankomstinformatie wordt boven aan het scherm
weergegeven.
De zoekresultaten worden in slechts één kolom weergegeven. Veeg naar links of rechts om een
andere kolom weer te geven.
Je kunt je apparaat op ieder moment draaien.