Operation Manual

26
Raak een markering aan om de kaart te centreren op de locatie waar de markering naar
verwijst.
Je kunt ook zelf markeringen instellen. Raak eerst de cursorknop aan en vervolgens Sla
positie op om een groene markering op de cursorpositie te plaatsen.
Als je markeringen wilt uitschakelen, raak je Opties en vervolgens Geavanceerd aan, en
schakel je het selectievakje Markeringen uit.
4. Knop Opties
5. De cursor met straatnaamballon
Raak de knop in de straatnaamballon aan om het cursormenu te openen. Hierdoor kun
je naar de cursorpositie navigeren, van de cursorpositie een Favoriet maken of een Nut-
tige Plaats in de buurt van de cursorpositie zoeken.
6. De knop Zoek
Raak deze knop aan om specifieke adressen, Favorieten of Nuttige Plaatsen te zoeken.
7. De zoombalk
Je kunt in- en uitzoomen door de schuifknop te verplaatsen.
Opties
Raak de knop Opties aan om in te stellen welke informatie op de kaart wordt getoond en
om de volgende informatie weer te geven:
Verkeersinfo - selecteer deze optie om de verkeersinformatie op de kaart te tonen.
Wanneer de verkeersinformatie wordt weergegeven, worden NP's en Favorieten niet
weergegeven.
Opmerking: om een TomTom-verkeersinformatieservice te kunnen gebruiken, heb je
mogelijk een abonnement of ontvanger nodig. Verkeersinfoservices worden niet in alle
landen ondersteund. Ga naar tomtom.com/services voor meer informatie of om een
abonnement af te sluiten.
Namen - selecteer deze optie om straat- en plaatsnamen op de kaart weer te geven.
Nuttige plaatsen - selecteer deze optie om NP's op de kaart weer te geven. Raak Kies
NP's aan om te kiezen welke NP-categorieën op de kaart worden weergegeven.
Afbeeldingen - selecteer deze optie om satellietbeelden van het bekeken gebied weer
te geven. Satellietbeelden zijn niet voor alle locaties op de kaart beschikbaar.
Favorieten - selecteer deze optie om je Favorieten op de kaart weer te geven.
Raak Geavanceerd aan om de volgende informatie weer te geven of te verbergen:
Markeringen - selecteer deze optie om markeringen in te schakelen. Markeringen ver-
wijzen naar je huidige locatie (blauw), je thuislocatie (geel) en je bestemming (rood). De
markering toont de afstand tot de locatie.
Raak een markering aan om de kaart te centreren op de locatie waar de markering naar
verwijst.
Om je eigen markering te maken, raak je de cursorknop aan. Raak vervolgens Sla posi-
tie op om een groene markering op de cursorpositie te plaatsen.
Als je markeringen wilt uitschakelen, raak je Opties en vervolgens Geavanceerd aan, en
maak je de selectie van Markeringen ongedaan.
Coördinaten - selecteer deze optie om GPS-coördinaten weer te geven in de linksonder
in de hoek van de kaart.