Operation Manual

106
Uiterlijk
Selecteer Instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Uiterlijk.
In dit scherm kun je de volgende instellingen wijzigen:
Scherm
Selecteer Scherm om het uiterlijk van het scherm te wijzigen.
Routebalk
Selecteer Routebalk om de informatie die wordt weergegeven op de routebalk te wijzigen.
Reisbegeleidingsweergave
Selecteer Reisbegeleidingsweergave om de informatie die wordt weergegeven in de reisbe-
geleidingsweergave te wijzigen.
Automatisch zoomen
Selecteer Automatisch zoomen om te wijzigen hoe een afslag tijdens het rijden wordt we-
ergegeven.
Automatisch schakelen naar kaartweergave
De functie voor het automatisch wijzigen van de weergave is standaard ingeschakeld. Dit
betekent bijvoorbeeld dat de kaartweergave wordt getoond op je GO wanneer er een alter-
natieve route wordt voorgesteld, samen met verschillende andere soorten omstandigheden.
Verder wordt bijvoorbeeld op je GO ook de reisbegeleidingsweergave getoond wanneer je
begint te rijden en je tempo versnelt. Selecteer deze instelling als je de functie voor het
automatisch schakelen tussen de reisbegeleidingsweergave en de kaartweergave wilt uitschake-
len.
Toon afbeeldingen van snelwegafritten
Selecteer deze instelling als je het voorbeeld op het volledige scherm wilt aanpassen wanneer
je een snelwegafrit nadert.
Scherm
Selecteer Instellingen in het hoofdmenu en selecteer vervolgens Uiterlijk.
Themakleur
Selecteer Themakleur om de accentkleur voor de menu's, knoppen en pictogrammen te wijzigen.
Helderheid
Selecteer Helderheid als je de volgende instellingen wilt wijzigen:
Daghelderheid
Instellingen