Operation Manual
11
Veiligheidsinstellingen
We raden je aan de veiligheidsinstellingen te gebruiken om op een zo veilig mogelijke manier te
rijden.
Hieronder komt een aantal opties uit de veiligheidsinstellingen aan de orde:
Toon essentiële menuknoppen tijdens rijden
Toon veiligheidsherinneringen
Waarschuw bij overschrijden toegestane snelheid
Als je navigatiesysteem ondersteuning biedt voor stembesturing kun je ook veiliger rijden door je
navigatiesysteem met spraakopdrachten te bedienen.
Navigatiesysteem start niet op
In zeldzame gevallen komt het voor dat je TomTom-navigatiesysteem niet correct start of niet
meer reageert wanneer je het scherm aanraakt.
Controleer in dat geval eerst of de batterij is opgeladen. Voor het opladen van de batterij sluit je
het navigatiesysteem aan op de auto-oplader. Het kan twee uur duren voordat de batterij volledig
is opgeladen.
Als het probleem hiermee niet wordt opgelost, kun je het navigatiesysteem resetten. Houd hiertoe
de Aan/Uit-knop ingedrukt totdat je navigatiesysteem opnieuw wordt opgestart.
Je navigatiesysteem opladen
De batterij in je TomTom-navigatiesysteem wordt opgeladen wanneer je het systeem aansluit op
de auto-oplader of je computer.
Belangrijk: verbind de USB-aansluiting rechtstreeks met de computer en niet met een USB-hub of
een USB-poort op het toetsenbord of de monitor.
Veiligheidsmededeling
Sommige navigatiesystemen bevatten een GSM/GPRS-module die de werking van elektrische
apparaten kan verstoren. Denk hierbij aan pacemakers, gehoorapparaten en apparatuur in vlieg-
tuigen.
Storing met deze apparatuur kan de gezondheid van gebruikers schaden of levensbedreigende
situaties opleveren.
Als je navigatiesysteem beschikt over een GSM/GPRS-module, gebruik deze dan niet in de nabi-
jheid van onbeschermde elektrische apparaten of op plaatsen waar het gebruik van mobiele tele-
foons verboden is, zoals in ziekenhuizen en vliegtuigen.
Verzorging van je navigatiesysteem
Het is belangrijk dat je zorgvuldig omgaat met je navigatiesysteem: