Operation Manual

7
Om MyTomTom in te stellen, doe je het volgende:
1. Maak op je computer verbinding met internet.
2. Start een browser en ga naar tomtom.com/getstarted.
3. Klik op Download nu.
Je browser downloadt nu de applicatie MyTomTom-ondersteuning die je op je computer moet
installeren om verbinding te maken tussen je navigatiesysteem en MyTomTom. Volg de instruc-
ties op het scherm als er tijdens het downloaden vragen worden gesteld.
4. Wanneer je hierom wordt gevraagd, sluit je je navigatiesysteem aan op je computer via de USB-
kabel. Schakel je navigatiesysteem vervolgens in.
Belangrijk: verbind de USB-kabel rechtstreeks met de computer en niet met een USB-hub of een
USB-poort op het toetsenbord of de monitor.
Zodra de applicatie MyTomTom-ondersteuning is geïnstalleerd, heb je via het systeemvak op je pc
toegang tot MyTomTom.
Tip: wanneer je je navigatiesysteem aansluit op je computer, vertelt MyTomTom je of er updates
beschikbaar zijn voor je navigatiesysteem.
Navigatiesysteem start niet op
In zeldzame gevallen komt het voor dat je TomTom Connect-navigatiesysteem niet correct start of
niet meer reageert wanneer je het scherm aanraakt.
Controleer in dat geval eerst of de batterij is opgeladen. Voor het opladen van de batterij sluit je
het navigatiesysteem aan op de auto-oplader. Het kan twee uur duren voordat de batterij volledig is
opgeladen.
Als het probleem hiermee niet wordt opgelost, kun je het navigatiesysteem resetten. Houd hiertoe
de Aan/Uit-knop vijftien seconden lang ingedrukt en laat de knop los wanneer je navigatiesysteem
opnieuw wordt opgestart.
Je navigatiesysteem opladen
De batterij in je TomTom Connect-navigatiesysteem wordt opgeladen wanneer je het systeem aan-
sluit op de auto-oplader of je computer.
Belangrijk: verbind de USB-aansluiting rechtstreeks met de computer en niet met een USB-hub of
een USB-poort op het toetsenbord of de monitor.
Veiligheidsmededeling
Sommige navigatiesystemen bevatten een GSM/GPRS-module die de werking van elektrische appara-
ten kan verstoren. Denk hierbij aan pacemakers, gehoorapparaten en apparatuur in vliegtuigen.
Storing met deze apparatuur kan de gezondheid van gebruikers schaden of levensbedreigende situa-
ties opleveren.