Bedienings- en onderhoudshandleiding 1
Voorwoord Wij danken U voor uw keuze voor deze TOMOS scooter en nemen aan dat deze U steeds dat rij- plezier geeft waaraan U bij de aankoop gedacht heeft. Lees voor het in gebruik nemen van de scooter deze handleiding eerst zorgvuldig door, om kennis te maken met alle kenmerken, waardoor U op een veilige en juiste wijze gebruik zult kunnen maken van uw TOMOS scooter.
Inhoudsopgave Algemene informatie Plaats Voertuig Identificatie Nummer (VIN) Specificaties Uitrusting en bediening Overzicht Digitaal display Contactslot en schakelaars Bagagevak en helmhaak Accu functionalitet Accu capaciteit informatie 4 5 7 9 11 16 17 18 Veilig rijden Veiligheidsinformatie Controles voor gebruik Tips voor veilig rijden 26 28 29 Onderhoud Dagelijkse controles Periodiek onderhoud Originele onderdelen Preventief onderhoud en conservering Kleine reparaties Probleem oplossing Technische
Plaats identificatie nummers De voornaamste onderdelen van de scooter zijn voorzien van een identificatienummer. Voor de plaatsen van deze nummers verwijzen wij naar de onderstaande afbeeldingen. Wij adviseren u deze nummers in te vullen op het basis informatie overzicht op de pagina 6. In geval van verlies of diefstal kunt u deze gegevens gebruiken voor aangifte en opsporing. Frame No. Locatie Motor No.
Algemene informatie Specificaties Model Tomos E-Lite Max. Snelheid 25 km/u Lengte X Breedte X Hoogte Wielbasis 1160 mm Totaal gewicht voertuig Maximum belading 1 Type Capaciteit Gewicht Type Motor Nominaal vermogen Maximaal vermogen Maximale helling Lithium ijzer fosfaat 48V / 10 Ah 8.
Basis informatie klant en voertuig VIN Motor Nr. Accu Nr. Aankoopdatum Naam eigenaar Telefoon Nr.
Algemene informatie Overzicht 7
Naam van het onderdeel 1. Voor beplating 2. Richting aanwijzer unit (VR, AR) 24. Accubak deksel 3. Koplamp 4. Voorspatbord 5. Voorwiel 6. Framebeplating voor 26. Accu (Onder opbergruimte) (2e accu kan in de opbergruimte worden geplaatst) 7. Treeplank 8. Framebeplating midden 9. Onder framebeplating (LH, RH) 10. Achterwiel 11. Midden standaard 12. Motor 13. Spiegels (LH, RH) 14. Cockpit 15.
Algemene informatie Digitaal display 1. Snelheidsmeter 7. BOOST indicator 2. Accu capaciteit indicator 8. Elektrische standaard Indicator* 3. ECO (Economische stand) indicator 9. Cruise control indicator* 4. Richting aanwijzer indicator 10. Achteruit indicator* 5. Motor waarschuwingslicht 11. Accu waarschuwingslicht 6. Kilometerteller 12. Start indicator 1. Snelheidsmeter: rijsnelheid wordt digitaal weergegeven op de snelheidsmeter(Km/u).
6. Kilometerteller: De teller geeft de totaal gereden afstand met de scooter weer. 7. BOOST indicator: De indicator brandt zodra de boost knop wordt ingedrukt. Op dit moment beschikt de scooter tijdelijk over extra vermogen. Als deze indicator knippert, is de motor oververhit. 8. Elektrische middenstandaard indicator: Deze indicator brandt zodra de scooter op de middenstandaard staat. De indicator zal uitgaan zodra de standaard geheel opgetrokken is.
Algemene informatie Contactslot Let op 1. Magnetische slot beveiliging Om de beveiliging in te schakelen duwt u de hevel(dicht) naar binnen. Om het slot weer te openen duwt u de magnetische zijde van de sleutel in het gat(1) en draait de sleutel naar rechts. openen • Zet de scooter altijd op het stuurslot als u de scooter verlaat en verwijder de sleutel. • Draai de contactslotsleutel nooit tijdens het rijden naar de OFF of LOCK positie.
4. Extra vermogen knop (BOOST) Door het indrukken van deze knop(4) geeft de motor 20 sec lang extra vermogen af. Gedurende deze periode zal de BOOST indicator op het display branden. Te gebruiken voor extra acceleratie snelheid of het op rijden van hellingen. 5 Let op • Gebruik de BOOST knop niet continue en vermijd het op rijden van lange hellingen met een zware belading. De motor en accu kunnen oververhit raken. Dit verkort de levensduur van genoemde delen ernstig.
Algemene informatie Opmerking: De snelheid zal mogelijk niet constant blijven bij veranderende omstandigheden. Dit is een normaal verschijnsel. 7. Lichtschakelaar Zodra het contactslot op de ON positie staat kunt u het licht inschakelen door de schakelaar(7) naar de bovenste stand te duwen. De koplamp, achterlicht en display verlichting zullen inschakeld worden. Door de schakelaar naar onder te duwen schakelt u de verlichting weer uit. Let op • Schakel de verlichting wanneer mogelijk uit.
11. Elektrische standaard Om de elektrische standaard te bedienen dient het contactslot op de ACC positie te staan. Om de scooter op de standaard te zetten houdt u de onderste knop(11) van de schakelaar ingedrukt tot dat de indicator op het display brandt en u een lange piep hoort ten teken dat de scooter goed op de standaard staat. De motor kan nu niet ingeschakeld worden.
Algemene informatie 12 12. ECO (Economische stand) schakelaar Zodra de ▼ECO schakelaar (12) is ingedrukt geeft de motor minder vermogen af, en zal daardoor minder stroom verbruiken. Dit verlengt de te rijden afstand op 1 accu lading. De ECO indicator op het display zal gaan branden. In deze stand kan de snelheid afnemen. Als u de schakelaar in de SPEED stand schakelt, levert de motor normaal vermogen. De ECO indicator is in deze stand uit. De te rijden afstand is lager dan in de ECO stand. 13.
Bagagevak, haak Openen bagagevak onder zadel Steek de sleutel in het contactslot en draai deze van OFF naar OPEN(2). U hoort een klik ten teken dat het zadel open is. Vervolgens kunt u het zadel open klappen en is het bagagevak bereikbaar. Om te sluiten klapt u het zadel weer dicht en drukt u het aan totdat u een klik hoort ten teken dat het zadel vergrendeld is. Bagagevak 1. Het bagagevak bevindt zich onder het zadel. 2. Maximale belading van het deksel is 10 kg. 3.
Algemene informatie Accu functionaliteit Reis afstand (Actieradius per lading) De actieradius van compleet geladen accu is afhankelijk van het totaalgewicht van de scooter, rijgedrag, toestand van het wegdek en rijomstandigheden zoals stop en optrek frequentie, belading, hellingspercentage, conditie van het wegdek, windkracht, buitentemperatuur, resterende accu capaciteit bij vertrek, bandenspanning, licht aan/uit, gebruik van boost, gereden snelheid, etc…. Bovenstaande factoren beïnvloeden de actieradius.
Accu capaciteit informatie Zodra het contactslot op de ON positie wordt geschakeld verschijnt op het multifunctionele display de resterende accu capaciteit weergegeven in de accu capaciteitsmeter. Display Accu capaciteit % Conditie Accu capaciteitsmeter toont 5 strepen. Accu is volledig geladen. 81~100 % 61~80 % Accu capaciteitsmeter toont 4 strepen. Resterende capaciteit is genoeg voor de gemiddelde rit. 41~60 % Accu capaciteitsmeter toont 3 strepen. De accu is nog halfvol.
Algemene informatie Accu voorzorgsmaatregelen Volg de waarschuwingen en instructies voor goed en veilig gebruik. Waarschuwing • Controleer voor het aansluiten van de acculader of deze is ingesteld op de juiste netspanning. Mocht de lader ingesteld zijn op AC 115V en de netspanning is AC 220V, zal de lader defect raken. Is de lader ingesteld op AC 230V en de netspanning is AC 110V, dan is laden niet mogelijk. De originele instelling van het voltage is afhankelijk van het land van levering.
Waarschuwing • Om schade als gevolg van vallen of trekken te voorkomen, dient u de scooter en lader tijdens het laden op een vlakke ondergrond te plaatsen. • Zorg ervoor dat bedrading tijdens het laden vrij ligt en niet wordt afgeklemd door deuren of ramen. Trek de connector/ stekker niet aan de bedrading uit de aansluiting om schade te voorkomen. • Voorkom vallen, klemmen of beschadiging van de lader. • De lader is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis.
Algemene informatie Laad omstandigheden De laadtijd is afhankelijk van de omstandigheden waaronder wordt geladen. Slechte omstandigheden kunnen leiden tot onvolledig laden of schade aan accu of lader. Zorg ervoor dat geladen wordt onder de volgende omstandigheden: • Scooter en lader op een stevige ondergrond. • Een plaats waar de lader en accu niet blootstaan aan regen of direct zonlicht.
Laden van de accu De accu kan zowel aangesloten op de scooter als los geladen worden. Laden van de losse accu 1. Draai de sleutel in het contactslot op OFF en vervolgens naar de OPEN positie om het zadel te openen. 2. Klap het zadel naar voren. 3. Verwijder eventuele voorwerpen uit het bagagevak. 4. Open het bagagevak deksel. 5. Draai de connector los(linksom) van het laadpunt op de accu. 6. Haal de accu met behulp van het handvat uit de scooter. 7.
Algemene informatie Terugplaatsen van de accu 1. Draai de sleutel in het contactslot op OFF en vervolgens naar de OPEN positie om het zadel te openen. 2. Til het zadel op, verwijder voorwerpen op het deksel en open deze vervolgens. 3. Pak de accu bij het handvat en plaats hem in de juiste positie(pijl naar voren) in de daarvoor bestemde ruimte. Bevestig de connector op het aansluitpunt en draai deze vervolgens vast. 4.
Laden via aansluitpunt op de scooter 1. Draai het contactslot naar de OFF positie en verwijder de sleutel. 2. Verzeker u ervan dat de accu correct is aangesloten op de scooter, verwijder vervolgens de afdekkap van het laadpunt door deze los te draaien. Sluit vervolgens de lader aan en draai deze vast 3. Sluit de lader aan op de netspanning AC200~240V. (acculader is standaard ingesteld op AC 230V).
Algemene informatie Laadindicator aanwijzingen Accu capaciteit indicatie op display Rood : De accu wordt geladen Groen : Acculader is niet aangesloten op de accu of de accu is vol. Schakel de lader uit, koppel de stekkers los en berg de lader op een daarvoor geschikte plaats op. Tijdens het laden kunt u de voortgang controleren door het contactslot op ON te schakelen en vervolgens op het display aflezen hoeveel strepen van de accu capaciteitsmeter verschijnen.
Veiligheidsinformatie Volg onderstaande instructies tijdens het rijden op. Besteed extra aandacht aan veilig rijden en juiste bediening van de scooter. Veilig rijden is meer dan alleen de verkeersregels volgen. Besteed ook voldoende aandacht aan de veiligheid en het comfort van medeweggebruikers. Locatie van waarschuwing- en specificatie stickers Lees alle stickers op de scooter zorgvuldig. Deze bevatten belangrijke informatie over veilig rijden en juiste bediening.
Veilig rijden Voorgeschreven dagelijkse controles en periodiek onderhoud Aanpassingen Om storingen en ongelukken te voorkomen dient u altijd de voorgeschreven controles en het onderhoud uit te voeren. Doe nooit eigenhandig aanpassingen aan enig deel van de scooter. Dit zal de garantie beïnvloeden en kan leiden tot ernstige schade of ongelukken. Afwijkingen aan de scooter Rijomgeving Handen en voeten.
Veilig rijden Controles voor gebruik Controleer voor gebruik de werking van essentiële delen zoals remmen, etc.. Voor alle periodieke controles uit en houd de scooter schoon, gebruik hiervoor alleen zachte doeken. Let op • Houd nooit een waterstraal rechtstreeks op de accu, motor, remtrommels of assen om te voorkomen dat er water binnen dringt. Dit beïnvloedt de werking en levensduur van de scooter. Gebruik geen stoom- of hogedrukspuit. Banden controle 1.
Veilig rijden Stuur inrichting 1. Beweeg het stuur op en neer en heen en weer, naar links en rechts om te controleren of alles goed vastzit. 2. Controleer het stuur ook op eventuele beschadiging. 3. Raadpleeg bij vragen uw dealer, zij zijn de aangewezen plaats om vakkundig advies in te winnen. Accu connectoren Controleer of connector goed aangesloten en vast gedraaid is. Dit voorkomt schade of storing als gevolg van los raken. Tips voor veilig rijden Voorafgaand aan het rijden 1.
Veilig rijden Waarschuwing • Let bij de bediening van de standaard goed op dat u zichzelf of de scooter niet verwondt cq. beschadigt. Let op dat u bij een niet automatische standaard uw hand niet aan het gashandvat heeft. U kunt dan per ongeluk gas geven, waardoor de scooter gaat rijden. Richtingverandering: Duw de richtingaanwijzerknop(10) naar de kant die u op wilt. Verzeker u ervan dat richting verandering veilig is en pas uw snelheid aan.
Veilig rijden Waarschuwing • Laat de remmen indien ze om enige reden zeer warm geworden geleidelijk afkoelen. Doe dit niet met koud water. Dit kan leiden tot vervorming of breken van de remtrommels. • Gebruik het gashandvat altijd behoedzaam om plotseling optrekken te voorkomen. Wees voorbereid op een langere remweg bij regenachtig weer of natte wegen. Neem gas terug en rem eerder. Dit voorkomt slippen en ongelukken.
Veilig rijden Starten: Gebruik van de remmen Zet voor het starten de scooter op de middenstandaard en controleer de werking. 1. Draai het contactslot naar ON en controleer, de verlichting, schakelaars, claxon en remmen op goede werking. Als alles functioneert, haalt u de scooter van de standaard. 2. Starten van de motor: Neem plaats op de scooter, knijp met beide handen de remmen aan en druk op de startknop. Laat de remmen los na starten en geef langzaam gas met het gashandvat om weg te rijden.
Veilig rijden Waarschuwing • Wanneer door water gereden wordt, mag de diepte niet meer dan 20 cm bedragen, de hoogte van de aandrijfas. Mocht u ongemerkt toch door diepere plassen gereden wordt en de scooter valt uit, deze onmiddellijk door een erkende dealer laten controleren. Mocht de scooter niet uitvallen is het alsnog van belang de scooter te drogen alvorens verder te rijden. Schakel de scooter nooit in als deze overmatig nat is, dit om schade aan de motor en aanverwante delen te voorkomen.
Onderhoud Dagelijkse controles Uitvoeren van dagelijkse controles Voor veilig en comfortabel gebruik, dient u de dagelijkse controles altijd uit te voeren. Dit verzekert u van veilig gebruik. Zorg dat u in het bezit bent van eventueel benodigd gereedschap. Waarschuwing • Niet uitvoeren van dagelijkse controles kan leiden tot storingen of ongelukken en ernstige verwonding. Voer deze controles dan ook altijd uit. • Laat uw scooter direct inspecteren zodra u een afwijking constateert.
Onderhoud Hoe de dagelijkse controles uit te voeren Controle van de vrije slag remhevels De vrije slag(geen weerstand) van de remhevels dient tussen 10~20 mm te zijn wanneer u de remmen bedient. (Pas dit indien nodig aan of laat dit door de dealer uitvoeren). vul de spanning aan tot aangegeven specificaties. (Voor 1,50 bar, achter 1,80 bar) Let op • Controleer de band op lekkage zodra de bandenspanning plotseling daalt. Laat de band zo nodig repareren door een erkende reparateur.
Onderhoud Markering markering 8 profieldiepte Deze band vervangen Nieuwe band loopvlak loopvlak Motor abnormaal geluid controle Controleer de motor op afwijkend geluid wanneer deze draait. Let op • Indien u abnormaal geluid waarneemt zodra de motor draait deze onmiddellijk stoppen en de scooter vervoeren naar een erkende dealer voor inspectie. (signaal)verlichting controle Draai het contactslot naar de ON positie en voer de volgende controles uit: 1.
Onderhoud Periodiek onderhoud Uitvoeren van periodiek onderhoud (Uitvoeren op aangegeven kilometerstand of periode) Laat uw scooter volgens onderstaand schema door uw dealer controleren en onderhouden om uw scooter in goede en veilige staat te houden. (Verhoog de onderhoudsfrequentie zodra u de scooter onder zware omstandigheden gebruikt, zoals zware belasting, veel rijden in heuvelachtig terrein of op wegen met slecht wegdek.
Onderhoud Overzicht uitgevoerd periodiek onderhoud Laat na uitvoering van het aangegeven periodiek onderhoud, het onderstaand overzicht invullen en aftekenen door de erkende dealer. Deze handleiding en onderhoudsoverzicht horen bij de scooter. Laat het dan ook bij de scooter tot dat deze gedemonteerd wordt. Waarschuwing • Niet uit laten voeren van periodiek onderhoud kan leiden tot ernstige schade, en beperking van garantie op uw scooter.
Onderhoud Onderhoud Kilometers Datum Actuele kilometers Controle resultaat Handtekening/dealerstempel Onderhoud Kilometers Datum Actuele kilometers Controle resultaat Handtekening/dealerstempel Onderhoud Kilometers Datum Actuele kilometers Controle resultaat Handtekening/dealerstempel Onderhoud Kilometers Datum Actuele kilometers Controle resultaat Handtekening/dealerstempel 6,000 km 7,000 km km 11,000 km 8,000 km km 12,000 km km 16,000 km 13,000 km 17,000 km 21,000 km km km km 20,000 km km 24
Onderhoud Beschrijving van onderdelen en controles voor periodiek onderhoud 1. Voor- en achterrem werking en slijtage Knijp beide remhevels stevig in om te controleren of de remvertraging normaal is. Knijp beide remhevels zachtjes in om de vrije slag te controleren en pas deze zo nodig aan. Controleer de remvoering op slijtage en vervang deze indien noodzakelijk. 2. Licht, claxon en elektrische delen Bedien het licht, claxon en overige schakelaars van elektrische delen om de werking te controleren.
Onderhoud Originele onderdelen 10. Midden standaard Bedien de standaard en controleer of deze goed vastzit en goed functioneert. Repareren of vervangen indien noodzakelijk. Gebruik altijd originele onderdelen voor vervanging of reparatie. 11. Accu Controleer de accu op scheuren of beschadigingen en op een correcte werking. Repareren of vervangen indien noodzakelijk. Originele onderdelen geven u de beste garantie op goede kwaliteit, nauwkeurige productie, kwaliteitscontrole en duurzaamheid.
Onderhoud Preventief onderhoud en opslag Houd u aan het voorgeschreven onderhoud om van een lange levensduur verzekerd te zijn. Wassen Houd de scooter schoon door deze regelmatig te wassen. Zeker tijdens rijden in slecht weer is dit van belang om roestvorming of beschadiging te voorkomen. 1. Wassen met water en een neutrale zeep; droog vegen met een zachter doek na het wassen; afvegen zonder water leidt tot krasvorming op gelakte delen, laat dit dus achterwege. 2.
Onderhoud Langdurige opslag 1. Verwijder de accu als de scooter langer dan een maand wordt opgeslagen of niet gebruikt. 2. Stal de accu binnen in een droge en beschermde omgeving. 3. Accu slechts opslaan nadat deze volledig geladen is. De accu dient iedere maand herladen te worden om een lange levensduur te garanderen, schade te voorkomen en uw garantie rechten in tact te laten. Gebruik na opslag voor langere tijd 1.
Onderhoud Onderhoud voorzorgmaatregelen 1. Spoel de scooter nooit met een hogedrukreiniger af. Dit voorkomt interne schade aan de elektronische delen door kortsluiting en verwondingen door een elektrische schok. 2. Gebruik uitsluitend neutrale zeep en droog de scooter alleen met een zachte doek. 3. Smeer de eindaandrijving alleen met de aangegeven olie. 4. Smeer de remmen en banden nooit met olie.
Onderhoud Waarschuwing • Zorg ervoor dat de moer na afstelling in de borging valt. (u voelt weerstand zodra u voorzichtig draait) • Controleer na afstelling of de remlichten normaal functioneren. Laat bij afwijkingen de scooter inspecteren en repareren door de erkende dealer. (de)montage en afstelling van de spiegel De draad(rechtse) van beide spiegels is gelijk. De moeren dienen na aandraaien nog 1 slag vastgezet te worden om in de goede positie te blijven.
Onderhoud Probleemoplossing In geval van onderstaande problemen, controleert u dan eerst de aangegeven punten, voordat u de erkende dealer raadpleegt. Klacht 1 2 3 46 Mogelijk oorzaak Lage accuspanning Accu connector los Mogelijke oplossing Accu herladen. Geen spanning Opnieuw aansluiten en vastdraaien. indicatie op display Zekering vervangen en het contactslot opnieuw nadat het contactslot In veiligheidsmodus na doorgebrande zekering. op ON draaien. Als de klacht zich opnieuw op ON is gedraaid.
Onderhoud Klacht 4 5 6 7 Licht gaat niet aan * Stoppen tijdens rijden Accu kan niet geladen worden * Acculader ongewoon geluid of geur. Mogelijk oorzaak Mogelijke oplossing Lichtschakelaar staat uit. Schakel de lichtschakelaar in. Scooter in veiligheidsmodus of zekering door gebrand Vervang de zekering en schakel het contactslot naar ON. Lamp door gebrand Vervang de lamp door 1 van dezelfde soort. Contactslot defect of stroomstoring Raadpleeg uw dealer.
Onderhoud Klacht 8 Korte actieradius na herladen 9 Elektrische standaard buiten werking * 10 Geen acceleratie* 11 Achteruit versnelling werkt niet * Mogelijk oorzaak Laadtijd te kort(accu niet volledig geladen) Zware rijomstandigheden(zware lading, snelheid, slechtwegdek, weersomstandigheden) Fout in het laadsysteem, of verminderde capaciteit accu. Contactslot is niet in de ACC positie. Kortsluiting of storing in het mechanisme. Start procedure niet volledig uitgevoerd.
Onderhoud Let op* • mocht een schakeling voor een 2e accu aanwezig zijn controleert u dan altijd eerst of de schakelaar in de juiste positie staat. Technische specificaties Benaming Specificatie Benaming Specificatie Olie eindaandrijving 85W-90 130 cc Bandenspanning Voor : 1,5 bar Achter : 1,8 bar Lamp voor(dimlicht) 12V 35W HS1 Banden 80/100 –10 46J Stop / achterlichtlamp 12V P21/5W Vrije slag remhevel 10~20 mm Lamp richtingaanwijzer 12V 10W Claxon 12V-1.
Onderhoud Algemene informatie • Laad de accu volledig voor het eerste gebruik. • Schakel de scooter altijd op OFF zodra deze niet in gebruik is. Dit voorkomt onnodig stroomverbruik. • De gebruikte accu’s hebben geen “geheugen effect” ons advies is de accu na elke rit te laden. Om de beste prestaties te garanderen. Als de accu leeg is deze direct herladen.
Onderhoud Extra accu (indien aanwezig) Op de scooter kan een extra accu aangesloten worden om de actieradius te vergroten. Op de scooter is een schakelaar bevestigd onder het zadel waarmee u de gewenste accu kunt inschakelen. Zodra 1 accu leeg is kunt u met deze schakelaar overschakelen naar de 2e nog volle accu. Accu wissel schakelaar Zodra de (▼) kant van de schakelaar is ingedrukt krijgt de scooter stroom van originele accu onder het bagagevak deksel.
GARANTIEBEWIJS TOMOS garandeert deze scooter voor een periode van 24 maanden, uitgezonderd de accu en acculader. Op deze onderdelen is de garantie beperkt tot 12 maanden. De garantie omvat het repareren of beschikbaar stellen van die delen die door constructie-, fabricage- of materiaalfouten defect zijn geraakt alsmede een door TOMOS vastgestelde bijdrage voor de gemaakte kosten i.v.m. montage en demontage van deze delen. De garantie geldt slechts voor de 1e eigenaar en is niet overdraagbaar.