Operation Manual

32
HET RIJDEN
De snelheid wordt met het gashandvat geregeld (pos.12,).
Het schakelen in de eerste of tweede versnelling gebeurt door gas te geven of terug te nemen.
Het wordt niet aanbevolen om onnodig vaak in een hogere of lagere versnelling te schakelen.
Neem liever wat gas terug en rijd in een lagere versnelling.
Geef tijdens het rijden naar beneden enige malen gas om de smering van de motor en de kwaliteit
van verlichting te verbeteren.
U stopt de brom- of snorfiets door gas te minderen en bij stilstand de startonderbreker(pos.10,
afbeelding 18) in de stand onderbreken te schakelen dit is naar links.
Daarna draait U de brandstofkraan dicht. Indien een contactslot aanwezig is, de sleutel naar links
draaien en uitnemen.
Wanneer U de brom- of snorfiets langere tijd niet gebruikt (bijvoorbeeld in de winter) wordt
aanbevolen om de brandstof uit de carburateur te verwijderen, dit doet U door de motor te starten,
de brandstofkraan dicht te draaien en iets gas te geven totdat de motor vanzelf stopt.
HET INRIJDEN VAN DE BROM- OF SNORFIETS
Belast de brom- of snorfiets de eerste 100 km door afwisselend met gematigd en volgas te rijden.
U kunt het volgas rijden geleidelijk uitbreiden.