Operation Manual
39
Alarmfunctie
Alarmprocedure
Bijgevoegd vindt u 4 informatiekaarten voor de ontvangers van het alarm.
Vul de kaarten in en geef ze aan de personen waarvan u het telefoon-
nummer in uw telefoon heeft opgeslagen. In geval van alarm weten
deze personen dan hoe zij moeten handelen.
Wanneer een alarm door een ontvanger wordt aangenomen, maar niet met
de cijfertoets bevestigt (zie hiervoor), beschouwt de telefoon het alarm als
niet aangenomen en kiest het volgende telefoonnummer.
Wanneer een alarmnummer wordt gekozen en een antwoordapparaat is op
die aansluiting aangesloten, beschouwt de telefoon de oproep als niet
aangenomen en wordt het volgende telefoonnummer gekozen.
Hulpzoekende persoon
Alarmtoets indrukken.
Toestel wordt automatisch
ingesteld op handenvrij spreken.
Gesprek beëindigen.
Op toets Opnemen / Verbreken
drukken.
Alarmoproep-ontvanger
TDK-Toestel signaleert. Hoorn van
het toestel nemen. Het
noodsignaal S.O.S (3 x kort, 3 x
lang, 3 x kort) is te horen. Cijfer 5
indrukken (= beantwoorden). Het
noodsignaal S.O.S stopt.
Gesprek met de hulpzoekende
persoon.
38
Alarmfunctie
Volgende locatie opslaan. Of...
Op R-toets drukken om het menuniveau te
verlaten.
Alarmfunctie in- / uitschakelen
Belangrijk:
Voordat u de alarmfunctie inschakelt, is het nodig de alarmnummers op te
slaan!
MENU Op toets Menu drukken.
Met pijltoets Select 5 selecteren.
Select 5 Alarmoproep Op toets Select 5 drukken.
PIN ingeven PIN code van 4 cijfers ingeven.
OK Op toets OK drukken.
Select 1 Alarmoproep Op toets Select 1 drukken.
Met pijltoets kunt u Aan of Uit selecteren.
OK Op toets OK drukken.
Volgende instellingen opslaan. Of...
Op R-toets drukken om het menuniveau te
verlaten.
Alarm activeren
Na lang drukken op de alarmtoets worden na elkaar max. 4 opgeslagen
alarmnummers gekozen.
Alarmtoets lang indrukken. In het display
verschijnen:
- het zojuist gekozen alarmnr. (1-4),
- de ingest. duur van de actieve verbinding,
- de tijd, waarna het telefoonnummer wordt
gekozen.