Operation Manual

NL
14
p
assievruchten,komkommer,paprika,tomaten.
 Bijeentelagetemperatuurkunnenongewensteveranderingenoptredenzoalshetzachtgeworden
vruchtvlees,bruinwordenen/ofsnellerrotten.
 Bewaarbananen,mango’senav ocado’snietindekoelkast(voordatzerijpzijn).
VO
EDSELINDEDIEPVRIEZERINVRIEZENENBEWAREN
Gebrui
kdediepvriezervoor

hetbew
arenvandiepvriesproducten.

hetmak
envanijsblokjes.

hetin
vriezenvanvoedsel.
Opmerking:leteropdatdedeurvanhetvriesvakaltijdgoedgeslotenis.
Diepvriesproductenaankopen
 Dev
erpakkingmagnietbeschadigdzijn.
 V
erbruikvoordedata“tegebruikentot/THT /besttegebruikenvoor”.

Ve
rvoerindienmogelijkdiepvriesproductenineengeïsoleerdetasendoedezezosnelmogelijkin
dediepvriezer.
Diepvriesproductenbewaren
Bewaarbij‐18°Cofkouder.Vermijdonnodigopenenvandevriesladen.
Verselevensmiddeleninvriezen
Vriesalleenverseenonbeschadigdelevensmiddelenin.
Omvoedingswaarde,smaakenkleurzoveelmogelijktebehoudenmoetengroentenvoorhetinvriezen
geblancheerdworden.
Aubergines,paprika,courgetteenaspergehoevenniettewordengeblancheerd.
Opmerking:houdintevriezenvoedselaltijduitdebuurtvanvoedseldatreedsingevrorenis.

Dev
olgendelevensmiddelenzijngeschiktvoorhetinvriezen:
Cakeen gebak, vis enzeevruchten, vlees, wild, gevogelte, groente, fruit,kruiden,eierenzonder
schaal,zuivelzoalskaasenboter,kant‐en‐klaregerechtenenrestjessoep,stoofschotels,bereide
vlees‐envisgerechten,aardappelgerechten,soufflésennagerechten.

Dev
olgendelevensmiddelenzijnnietgeschiktvoorhetinvriezen:
Bepaaldesoortengroentendievoornamelijkrauwwordengegetenzoalsradijzen,eiereninde
schaal,druiven,perenenperziken,hardgekookteeieren,yoghurt,zuremelkofroomen
mayonaise.
Intevriezenvoedselverpakken
Omtevoorkomendathetvoedselzijnsmaakverliestofuitdroogtmoethetinluchtdichteverpakkingen
wordeningepakt.
1. Doehetvoedselineenverpakking.
2. Verwijderdelucht.
3. Verzegeldeverpakking.
4. Brengeenlabelopdeverpakkingaanmetdeinhoudendatumvaninvriezen.
Downloaded from www.vandenborre.be