Operation Manual
E-DOC-CTC-20080118-0066 v1.0
2
5 Beveiliging van dra
adloze netwerken
5.1 Codering
Inleiding
Door het gebruik van codering wordt de communicatie tussen draadloze clients en uw Thomson Gateway
beveiligd met een wachtwoordzin. Alleen clients met een correcte netwerknaam (SSID) en wachtwoordzin
mogen verbinding maken met uw netwerk.
Coderingsmethoden
In loop der tijd zijn verschillende soorten codering ontwikkeld. De onderstaande lijst geeft een overzicht van
de ondersteunde coderingstypen in volgorde van beveiligingsniveau. Het hoogste niveau van beveiliging
wordt het eerst vermeld:
Voor een bedrijfsomgeving:
WPA-codering:
Als u dit coderingstype wilt gebruiken, moet een RADIUS-verificatieserver in het netwerk beschikbaar
zijn. In dit scenario moeten draadloze clients zich eerst verifiëren bij de RADIUS-server. De RADIUS-server
vertelt de draadloze client welke sleutel moet worden gebruikt voor het coderen van de gegevens op de
client. De RADIUS-server wijzigt deze sleutel na een bepaalde tijd.
Als u in uw netwerk geen RADIUS-server hebt, gebruikt u een van de coderingstypen voor thuisgebruik
en gebruik in een kleine kantooromgeving.
Thuisgebruik en gebruik in een kleine kantooromgeving:
WPA-PSK-codering:
De draadloze gegevens worden gecodeerd met een door de gebruiker gedefinieerde sleutel. Draadloze
clients moeten met deze sleutel worden geconfigureerd voordat ze verbinding kunnen maken met de
Thomson Gateway.
WEP-codering:
Het eerste coderingstype dat voor draadloze verbindingen wordt gebruikt. Net zoals bij WPA-PSK wordt
een door de gebruiker gedefinieerde sleutel gebruikt. Bij het gebruik van WEP zijn echter enkele
beveiligingsproblemen vastgesteld. Het wordt ten zeerste aangeraden om WPA-PSK in plaats van WEP te
gebruiken.
Draadloze codering configureren
Ga als volgt te werk:
1 Open de Thomson Gateway.
2 Klik in het linkermenu op Bedrijfsnetwerk.
3 Klik onder Draadloos op uw toegangspunt.
4 De pagina Wireless Access Point verschijnt.
5 Klik in de Navigatiebalk op Configuration.
6 Onder Security kunt u de Encryption wijzigen. Voor het gebruik van:
WEP-codering, ga verder met “5.1.1 WEP-codering configureren” op pagina 4.
WEP-PSK-codering, ga verder met “5.1.2 WPA-PSK-codering configureren” op pagina 5.
De namen van toegangspunten hebben het volgende formaat: “WLAN:<Netwerknaam>
(<Huidige snelheid>)”. Bijvoorbeeld: WLAN: Thomson83C7C7 (54Mbps).










