Operating Instructions and Installation Instructions
26
16. PROFESSIONELE INSTELLINGEN
Raamcontact
(
*
)
Selectie van
temperatuur
Doel Vermijd het lokaal te verwarmen als de venters geopend zijn.
Werking
Als het raamcontact gesloten is, regelt de thermostaat in functie van het
programma (normale werking). Als het raamcontact echter open is, regelt de
thermostaat volgens de hier gekozen temperatuur.
Weergave RAAMCONTACT
Instelling 6 °C tot 12 °C
Aanwezigheidsmelder
(
*
)
Selectie van
temperatuur
Doel
Verwarming afhankelijk van de bemanning van de lokalen. Als er geen aanwezig-
heid is gedetecteerd, wordt de verwarming verlaagd of uitgeschakeld.
Werking
Zonder aanwezigheid, is het HVAC-contact van de aanwezigheidsmelder open. De
thermostaat regelt de ruimtetemperatuur volgens het gekozen programma. Als er
een aanwezigheid gedetecteerd wordt, werkt de regeling volgens de hier gekozen
temperatuur.
Weergave /
Instelling 10,2 °C tot 30 °C
(
*
)
Deze 2 externe ingangen hebben voorrang op het normale programma. Bij afwijking van het programma,
zijn deze echter inactief (toetsen T°/H en 6 °C)
VOOR DE ELEKTROMONTEUR










