Instructions

6564
HORIZON – Radiografisch weerstation
10. Luchtdruk
10.1 Weerverwachtingssymbolen
Het radiografisch weerstation onderscheidt 5 weersymbolen (zonnig, gedeeltelijk bewolkt, bedekt, regenachtig,
zware regen) en 3 symbolen voor de luchtdruktrend (stijgend, constant, dalend). Een sneeuwkristal verschijnt
wanneer regen voorspeld is en de buitentemperatuur onder 0°C ligt.
Het weerbericht via de symboolweergave heeft betrekking op een periode van 12 – 24 uur en geeft alleen een
weertrend aan. Is het bijvoorbeeld momenteel bewolkt en wordt er regen aangegeven, duidt dit niet op een ver-
keerd functioneren van het apparaat, maar geeft aan, dat de luchtdruk gedaald is en u een weersverslechtering
moet verwachten, waarbij het echter niet per se om regen hoeft te gaan.
10.2 Absolute en relatieve luchtdruk
Met de Relative/Absolute toets kunt u tussen de weergave voor de relatieve („Rel”) of absolute („Abs”) luchtdruk
kiezen.
De absolute luchtdruk is de momenteel gemeten luchtdruk.
De relatieve luchtdruk geldt voor het zeeniveau en moet voor de specifieke hoogte van uw woonplaats worden
ingesteld. Informeer u over de actuele relatieve luchtdruk in uw omgeving (meteorologisch instituut, internet).
Houdt de Relative/Absolute toets 3 seconden lang ingedrukt. Stel de gewenste waarde met de MAX/MIN/– of
°C/°F/+ toets in. Bevestig met de Relative/Absolute toets.
Druk op de HISTORY/WEATHER toets in het normaalmodus om de luchtdrukwaarde van de voorbije 12 uren op te
vragen (display: 0, -1, -2.....-12).
Door indrukken en ingedrukt houden van de °C/°F/+ toets kunt u tussen een weergave in inHg of mb/hPa kiezen.
10.3 Luchtdrukverloop
Op het display verschijnt het luchtdrukverloop van de afgelopen 12 uren.
11. Zon en maan
11.1 Opgang en ondergang van zon en maan
Het tijdstip voor het op- en ondergaan van zon en maan worden automatisch berekend zodra u uw standplaats
met behulp van land en stad hebt ingevoerd in de instelmodus (zie 7.1).
Druk op de SUN MOON toets. De daglengte verschijnt.
HORIZON – Radiografisch weerstation
Houd de SUN MOON toets 3 seconden ingedrukt om naar de snel-opvraag-modus over te schakelen. De landweer-
gave begint te knipperen en met de +/12/24 of –/ toets kunt u nu de gewenste keuze doorvoeren. Stel nu met
de SUN MOON toets in volgorde de stad, het jaar, de maand en de dag in waarvoor u de tijden voor het op- en
ondergaan van zon en maan wenst op te vragen. Met de +/12/24 of –/ toets kunt u nu de gewenste keuze door-
voeren. Bevestig met de SUN MOON toets.
De positieweergave knippert zolang het opvragen duurt. Druk de SUN MOON toets om naar de normale modus
terug te keren.
Drukt u gedurende 15 seconden geen toets gaat het station automatisch terug naar de normale modus en behoudt
de oorspronkelijk gekozen standplaats.
Gaat de maan eerst de volgende dag op of onder verschijnt „MOONRISE +1” of „MOONSET +1”.
Gaat de maan op deze dag niet op of onder verschijnt „-:--” in afleesvenstertje.
11.2 Maanstand
Het display toont u de actuele maanfasen:
12. Achtergrondverlichting
Druk op de SNOOZE/LIGHT toets. De achtergrondverlichting gaat voor 3 seconden aan.
13. Extra buitenzenders
Als u meerdere zenders wilt aansluiten, kiest u met de schuifschakelaar 1 2 3 in het batterijvak voor elke zender
een ander kanaal. De ontvangst van de nieuwe zender vindt automatisch door het basisapparaat plaats.
De buitentemperatuur verschijnt op het scherm van het basisapparaat. Indien u meer dan één buitenzender heeft
aangesloten, kunt u met de CHANNEL toets tussen de kanalen wisselen.
ABC DEF G H
A: Nieuwe maan B: Jonge maansikkel C: Halve maan (eerste kwartier)
D: Toenemende maan E: Volle maan F: Afnemende maan
G: Halve maan (laatste kwartier) H: Afnemende sikkel
TFA_No. 35.1155_Anleitung 28.06.2019 14:45 Uhr Seite 33