Instructions
6362
SKY– Radiografisch weerstation
5. Onderdelen
5.1 Basisapparaat
A: Display (Fig. 1):
A 1: Ontvangstsymbool buitenzender
A 2: Batterijsymbool voor zender
A 3: Buitentemperatuur
A 4: Temperatuuralarm Hi/Lo
A 5: Maximum- en minimumwaarden met handmatige reset
A 6: Maximum- en minimumwaarden van de buitentemperatuur
A 7: Maximum- en minimumwaarden van de buitenluchtvochtigheid
A 8: Buitenluchtvochtigheid
A 9: Binnenluchtvochtigheid
A 10: Comfortniveau
A 11: Binnentemperatuur
A 12: Alarmsymbool
A 13: Weekdag/seconden
A 14: Datum
A 15: DST symbool
A 16: Tijd/wektijd
A 17: AM of PM (bij 12-uur-cyclus)
A 18: DCF-ontvangstsymbool
A 19: Weersverwachting met symbolen
A 20: Vorstsymbool
B: Toetsen (Fig. 2):
B 1: SNOOZE/LIGHT toets B 2: MEMORY toets
B 3: ALERT toets B 4: WEATHER toets
B 5: SEARCH toets B 6: WAVE toets
B 7: RESET toets B 8: °C/°F – toets
B 9: ALARM ON/OFF + toets B 10: MODE/SET toets
C: Behuizing (Fig. 2):
C 1: Batterijvak C 2: Standaard
SKY– Radiografisch weerstation
5.2 Zender (Fig. 3):
D 1: LED signaallamp D 2: Kanaalnummer*
D 3: Batterijsymbool D 4: Ontvangstsymbool
D 5: Temperatuur en luchtvochtigheid D 6: Standaard (uitklapbaar)
D 7: Batterijvak D 8: Wandbevestiging
* Kanaal 2 + 3 zijn bij dit model niet in gebruik
5.2.1 Toetsen in het batterijvak (Fig. 3):
E 1: RESET toets E 2: °C/°F toets
6. Inbedrijfstelling
6.1 Plaatsen van de batterijen
• Leg de apparaten op een afstand van ca. 1,5 meter van elkaar op een tafel. Vermijd de nabijheid
van eventuele stoorbronnen (elektronische apparaten en zendergestuurde installaties).
• Open het batterijvak van het basisapparaat en plaats er drie nieuwe batterijen 1,5 V AAA in. Let
op de juiste polariteit bij het plaatsen van de batterijen. U hoort een kort signaal en alle segmen-
ten van het scherm verschijnen kort. Sluit het batterijvak weer.
• Schuif het batterijdeksel van de buitenzender omhoog.
• Plaats twee nieuwe batterijen 1,5 V AAA in het batterijvak van de buitenzender. Let op de juiste
polariteit bij het plaatsen van de batterijen. Alle displaysegmenten verschijnen kort. De LED sig-
naallamp knippert. De actuele gemeten temperatuur en de luchtvochtigheid verschijnen op het
display van de buitenzender. Sluit het batterijvak weer.
6.2 Weersymbool instellen
• Om een correcte weersvoorspelling te maken moeten de huidige weersomstandigheden worden
ingesteld.
• Na het plaatsen van de batterijen of het, gedurende 3 seconden, indrukken van de WEATHER toets
in de normaalmodus, begint het weersymbool voor 15 seconden te knipperen.
• U kunt nu met de ALARM ON/OFF + of °C/°F – toets het juiste weersymbool instellen.
• Druk op de WEATHER toets om de invoer te bevestigen of wacht, het apparaat neemt dan automa-
tische de invoer over.
TFA_No. 35.1152_Anleitung 11.10.2018 10:58 Uhr Seite 32










