Instructions

GALLERY – Radiografisch weerstation
GALLERY – Radiografisch weerstation
40 41
Het alarm kunt u met een willekeurige toets beëindigen.
Om de snooze functie te activeren drukt u op de SNZ toets.
Het desbetreffende alarm symbool en ZZ knipperen.
Het weksignaal wordt voor 5 minuten onderbroken.
Als het alarm niet wordt onderbroken, zal de alarmtoon zich na twee minuten automatisch uit-
schakelen en activeert het zich vanzelf weer op dezelfde wektijd.
8. Temperatuur en luchtvochtigheid
8.1 Weergave van de temperatuur
Houdt de MAX/MIN toets ingedrukt, kunt u tussen de weergave van de temperatuur in °C (gra-
den Celsius) of °F (graden Fahrenheit) kiezen.
8.2 MIN/MAX functie
Druk op de MAX/MIN toets.
MAX verschijnt op het display.
De maximale binnenwaarden of buitenwaarden (CH 1, 2 of 3) sinds de laatste terugstelling wor-
den aangetoond.
Druk nog eens op de toets.
MIN verschijnt op het display.
De minimale binnenwaarden of buitenwaarden (CH 1, 2 of 3) sinds de laatste terugstelling wor-
den aangetoond.
Druk nog éénmaal op de MAX/MIN toets om naar de normale modus terug te keren.
De maximale en minimale waarden worden automatisch gereset om middernacht (0:00).
8.3 Trendpijlen
De trendpijl toont u of de luchtvochtigheid en de temperatuur actueel stijgt, daalt of gelijk
blijft.
8.4 Vorstsymbool
Ligt de buitentemperatuur tussen -4 °C (+25 °F) en +1 °C (+34 °F) knippert het vorstsymbool op
het display van de weersverwachting.
Ligt de buitentemperatuur onder -4 °C (+25 °F) verschijnt het vorstsymbool permanent op het
display.
De buitentemperatuur voor de weergave van vorst verwijst naar de temperatuur van de buiten-
zender CH1, indien een waarde werd geregistreerd (volgorde CH1, CH2, CH3).
9. Luchtdruk
9.1 Weersverwachtingssymbolen
Het radiografische weerstation gebruikt 7 verschillende weersymbolen (zonnig, halfbewolkt,
bewolkt, regen, zware regen, sneeuw, zware sneeuwval).
Het weerbericht via de symboolweergave heeft betrekking op een periode van 6 – 12 uur en
geeft alleen een weertrend aan. Is het bijvoorbeeld momenteel bewolkt en wordt er regen aan-
gegeven, duidt dit niet op een verkeerd functioneren van het apparaat, maar geeft dit aan, dat
de luchtdruk gedaald is en u een weersverslechtering moet verwachten, waarbij het echter niet
per se om regen hoeft te gaan.
Het zonnetje wordt ook 's nachts als symbool weergegeven als er sprake is van een kraakheldere
nacht.
9.2 Trendpijl
De trendpijl toont u of de luchtdruk actueel stijgt, daalt of gelijk blijft.
9.3 Relatieve luchtdruk (zie: Invoer van de relatieve luchtdruk)
Op het display verschijnen de relatieve luchtdruk in hPa en de ontwikkeling van de luchtdruk
van de laatste 12 uren.
10. Maanstand
Het display toont u de actuele maanfasen:
Nieuwe maan Toenemende maan Volle maan Afnemende maan
11. Buitenzender
Met de °C/°F toets kunt u tussen de weergave van de temperatuur in °C (graden Celsius) of °F
(graden Fahrenheit) op het display van de buitenzender kiezen.
Als u meerdere buitenzenders wilt aansluiten, kiest u met de schuifschakelaar 1-2-3 in het batte-
rijvak van den buitenzender voor elke zender een ander kanaal (2 of 3).
Plaats er twee nieuwe batterijen 1,5 V AAA in. Batterijen met de juiste poolrichting plaatsen.
Houd de CHANNEL toets op het basisapparaat drie seconden ingedrukt om de initialisatie hand-
matig te starten.
Indien u meer dan één buitenzender heeft aangesloten, kunt u met de CHANNEL toets tussen
de kanalen wisselen.
U kunt ook een automatische kanaalwissel instellen. Druk op de CHANEL toets tot het cirkel-
symbool ( ) voor de automatische kanaalwissel verschijnt.
Om deze functie uit te schakelen, drukt u nog een keer op de CHANNEL toets en het symbool
verdwijnt.
12. Opstellen en bevestigen van het basisapparaat en buitenzender
Zoek een tegen regen beschermde en schaduwrijke plaats uit voor de buitenzender. (Direct zon-
licht vervalst de meetwaarden en continue vochtigheid belast de elektronische componenten
onnodig).
U kunt het basisapparaat met de uitklapbare standaard aan de achterkant opstellen. Met de
ophangbeugel kunt u het toestel aan de wand hangen. Vermijd de nabijheid tot andere elektri-
sche apparaten (televisie, computer, radiografische telefoons) en massieve metalen voorwerpen.
Controleer of een overdracht van de meetwaarden van de buitenzender op de gewenste opstel-
lingsplaats naar het basisapparaat plaatsvindt (reikwijdte vrijveld ca. 40 meter). Massieve wan-
den, in het bijzonder met metalen delen, kunnen de reikwijdte van de zender aanzienlijk
beperken.
Zoek eventueel een nieuwe opstellingsplaats voor de buitenzender en/of het basisapparaat.
Is de transmissie geslaagd, kunt u de buitenzender aan de muur bevestigen.
Door het aanbrengen van de houder aan de achterkant van de buitenzender, kan de buitenzen-
der met de ophangbeugel aan de muur opgehangen worden of met de uitklapbare standaard
op een effen oppervlak geplaatst worden.
13. Schoonmaken en onderhoud
Maak de apparaten met een zachte, enigszins vochtige doek schoon. Geen schuur- of oplosmid-
delen gebruiken!
Verwijder de batterijen en trek de stekker uit het stopcontact als u het apparaat langere tijd
niet gebruikt.
Bewaar het apparaat op een droge plaats.
TFA_No. 35.1126_Anleit_06_13 14.06.2013 11:57 Uhr Seite 21