Manual
5756
Draadloos weerstation
• Houdt de CHANNEL toets op het basisstation drie seconden ingedrukt.
Het ontvangstsymbool voor de buitenzender knippert. Druk op de TX
toets in het batterijvak van de zender. De overdracht van de gegevens
vindt direct plaats en bij succesvol ontvangst verschijnen de buiten-
waarden op het display van het basisstation.
• Als het zendersignaal verloren gaat, zoekt het apparaat na 30 c.q. 60
minuten automatisch gedurende 60 seconden naar de zender.
5.4 Ontvangst van het radiografisch tijdsignaal
• Na de ontvangst van de buitenwaarden, probeert de klok nu het tijdsig-
naal te ontvangen en het DCF-ontvangstsymbool knippert.
• Als na 3-10 minuten de ontvangst succesvol is, verschijnt de zenderge-
stuurde tijd en het DCF-ontvangstsymbool permanent op het display.
• Het DCF-signaal wordt dagelijks om 1:00, 2:00 en 3:00 uur 's morgens
ontvangen. Is de ontvangst niet geslaagd, probeert de klok om 4:00 en
5:00 uur een signaal te krijgen.
• U kunt de DCF-ontvangst ook handmatig starten. Druk 3 seconden op
de – /MIN toets in de normaal-modus. Het DCF-ontvangstsymbool knip-
pert.
• Als u de – /MIN toets nogmaals 3 seconden lang ingedrukt houdt, is het
ontvangstproces gestopt. Het DCF-ontvangstsymbool verdwijnt dan.
• Er zijn drie verschillende ontvangstsymbolen:
knippert - ontvangst is actief
blijft staan – ontvangst is goed
geen symbool – geen ontvangst
• Als de zendergestuurde klok geen DCF-signaal ontvangt (wegens sto-
ringen, afstand, enz.), kunt u de tijd ook handmatig instellen.
• De klok werkt dan als een gewone kwartsklok (zie: „Handmatige instel-
lingen”).
5.5 Aanwijzing voor de ontvangst van de zendergestuurde tijd
• De tijd wordt verzonden vanuit een atoomklok bij Frankfurt am Main
door een DCF-77 (77,5 kHz) frequentiesignaal met een bereik van ca.
1.500 km. Uw zendergestuurde klok ontvangt dit signaal en zet het om
in de precieze tijd. Zelfs de overgang van zomer- naar wintertijd gebeurt
automatisch.
• Vermijd de nabijheid tot eventuele stoorbronnen die de radio-ontvangst
kunnen beïnvloeden (zie: „Standplaats en montage”).
• 's Nachts zijn er over het algemeen minder atmosferische storingen.
Eén enkel ontvangst per dag is voldoende om de tijdsafwijking onder 1
seconde te houden.
6. Bediening
• Het apparaat verlaat automatisch de instelmodus, als er langer dan 20
seconden geen toets wordt ingedrukt.
• Houdt de MAX/+ of – /MIN toets in de overeenkomstige instelmodus
ingedrukt en u komt in de snelle modus.
6.1 Handmatige instellingen
• Druk op de SET toets en houd deze drie seconden ingedrukt, om in de
instelmodus te komen.
• De eerste instelbare waarde knippert op het display.
• Gebruik de MAX/+ of – /MIN toets om de gewenste instelling te bepalen,
zo lang de weergave knippert.
• Druk op de SET toets om de instelling te bevestigen en naar de volgen-
de waarde te gaan.
• De volgorde is als volgt:
– DCF ontvangst ON/OFF (standardinstelling: DCF ON)
– Tijdzone -12/+12 (standaardinstelling: TZ 00)
Draadloos weerstation
– Automatische terugstelling van de maximale en de minimale
waarden ON/OFF (standaardinstelling: AUTO MIN MAX OFF)
– Relatieve luchtdruk (standaardinstelling 1013 hPa)
– Land selectie (standaardinstelling GER)
– Stad selectie (standaardinstelling FRA)
– Taalinstelling voor de weekdagen (standaardinstelling: GE)
– Uren, minuten
– Jaar, maand, dag
6.1.1 DCF ontvangst
• Normaal is de standaard DCF-ontvangst ingeschakeld (DCF ON) en na
succesvol ontvangst van het DCF-signaal is een handmatige tijdinstel-
ling niet nodig.
• In de instelmodus kunt u de MAX/+ of – /MIN toets gebruiken om de
ontvangst van het DCF ontvangstsignaal uit te schakelen (DCF OFF) of
weer in te schakelen.
• Nadat u de ontvangst gedeactiveerd heeft, moet u de tijd handmatig
instellen. Op het display verschijnt geen tijdzone.
• Bij geactiveerde DCF-ontvangst wordt de handmatig ingestelde tijd
overschreven als de ontvangst succesvol is.
6.1.2 Instelling van de tijdzone
• In de instelmodus kunt u een correctie van de tijdzone (+12/-12) maken.
• Een correctie van de tijdzone is vereist wanneer het DCF-signaal wel kan
worden ontvangen, maar de tijdzone van de DCF tijd afwijkt (bijvoorbeeld,
+1 = één uur later).
6.1.3 Automatische terugstelling van de maximale en de minimale
waarden
• In de instelmodus kunt u de automatische terugstelling van de maximale
en de minimale waarden activeren (AUTO MIN MAX ON) of deactiveren.
• Is de automatische terugstelling activeert verschijnt permanent op het
display AUTO.
• De maximum- en de minimumwaarden worden automatisch dagelijks
om 0.00 h gereset (zie: “Terugstelling van maximum- en minimum-
waarden”).
6.1.4 Instelling van de luchtdruk
• In de instelmodus moet de relatieve luchtdruk op de opstellingsplaats
worden ingevoerd. Informeer u over de actuele luchtdruk in uw omge-
ving (meteorologisch instituut, internet, opticien, geijkte weerstations
aan openbare gebouwen, luchthaven).
6.1.5 Locatieselectie
• Selecteer het land en de stad van uw locatie in de instelmodus.
• Een tabel met de codes voor de locatieselectie vindt u aan het einde van
de handleiding. U kunt kiezen uit 150 Europese steden.
6.1.6 Taalinstelling voor de weekdag
• In de instelmodus kunt u tussen de taalkeuze voor de weekdag kiezen:
Duits (GE), Frans (FR), Spaans (ES), Italiaans (IT), Nederlands (NE) en
Engels (EN).
7. Maximum- en minimumwaarden
7.1 Weergave van maximum- en minimumwaarden
• Druk op de – /MIN toets in de normale modus. Op het display knippert
MIN.
• Op het display worden de laagste waarden sinds de laatste reset weer-
gegeven, met aanduiding van tijd en datum van de opslag.
• De volgorde is als volgt: Buitentemperatuur, buitenluchtvochtigheid,
binnentemperatuur, binnenluchtvochtigheid, luchtdruk.
TFA_No. 35.1097_Anl_04_23 13.04.2023 10:35 Uhr Seite 29










