Operation Manual
Appendix A: Functies en instructies 901
Fill
uitdrukking, lijstVar
⇒
lijst
Vervangt elk element in variabele
lijstVar
door
uitdrukking
.
lijstVar
moet reeds bestaan.
{1,2,3,4,5}! alist ¸ {1 2 3 4 5}
Fill 1.01,alist
¸ Done
alist
¸
{1.01 1.01 1.01 1.01 1.01}
floor() MATH/Number menu
floor(
uitdrukking
) ⇒
⇒⇒
⇒
geheel_getal
Geeft het grootste gehele getal dat het
argument is. Deze functie is identiek aan
int().
Het argument kan een reëel of een complex
getal zijn.
floor(ë 2.14) ¸ ë 3.
floor(
lijst1
) ⇒
⇒⇒
⇒
lijst
floor(
matrix1
) ⇒
⇒⇒
⇒
matrix
Geeft een lijst of matrix waarvan elk element het
dichtstbijzijnde gehele getal elk gegeven element is.
Opmerking: zie ook
ceiling() en int().
floor({3/2,0,ë 5.3}) ¸
{1 0 ë 6.}
floor([1.2,3.4;2.5,4.8])
¸
[
1. 3.
2. 4.
]
fMax() MATH/Calculus menu
fMax(
uitdrukking, var
) ⇒
⇒⇒
⇒
Booleaanse uitdrukking
Geeft een Booleaanse uitdrukking waarin
mogelijke waarden van
var
worden opgegeven die
uitdrukking
maximaliseren of zijn kleinste
bovengrens lokaliseren.
fMax(1ì (xì a)^2ì (xì b)^2,x) ¸
x =
a+b
2
fMax(.5x^3ì xì 2,x)
¸ x = ˆ
Gebruik de operator “|” om het oplossings-
interval te beperken en/of het teken van andere
niet-gedefinieerde variabelen te specificeren.
In de instelling
APPROX van de modus
Exact/Approx
zoekt fMax() op iteratieve wijze
naar een benadering van één lokaal maximum. Dit is
vaak sneller, met name wanneer u de operator
“|” gebruikt om het zoeken te beperken tot een
relatief klein interval, dat exact één lokaal
maximum bevat.
Opmerking: zie ook
fMin() en max().
fMax(.5x^3ì xì 2,x)|x1 ¸ x = ë.816...
fMax(aù x^2,x) ¸
x
= ˆ or x = ë ˆ or x = 0 or a = 0
fMax(aù x^2,x)|a<0
¸ x = 0
fMin() MATH/Calculus menu
fMin(
uitdrukking, var
) ⇒
⇒⇒
⇒
Booleaanse uitdrukking
Geeft een Booleaanse uitdrukking waarin
mogelijk waarden van
var
worden opgegeven die
uitdrukking
minimaliseren of zijn grootste
ondergrens lokaliseren.
Gebruik de operator “|” om het oplossings-
interval te beperken en/of het teken van andere
niet-gedefinieerde variabelen te specificeren
In de instelling
APPROX van de modus
Exact/Approx zoekt fMin() op iteratieve wijze naar
een benadering van één lokaal minimum. Dit is
vaak sneller, met name wanneer u de operator
“|” gebruikt om het zoeken te beperken tot een
relatief klein interval, dat exact één lokaal
minimum bevat.
Opmerking: zie ook
fMax() en min().
fMin(1ì (xì a)^2ì (xì b)^2,x) ¸
x
= ˆ or x = ë ˆ
fMin(.5x^3ì xì 2,x)|x‚1
¸ x = 1
fMin(aù x^2,x)
¸
x
= ˆ or x = ë ˆ or x = 0 or a = 0
fMin(aù x^2,x)|a>0 and x>1
¸ x = 1.
fMin(aù x^2,x)|a>0
¸ x = 0