Operation Manual
Appendix A: Functies en instructies  883 
CyclePic  CATALOG 
CyclePic 
tekNaamTekenreeks
, 
n 
[
, 
[
wacht
] ,
[
cycli
]
, 
[
richting
]] 
Geeft alle opgegeven PIC-variabelen met het 
opgegeven tijdsinterval weer. De gebruiker kan 
naar keuze de tijd tussen de tekeningen, het 
aantal cycli van tekeningen en de gebruikte 
richting (cyclisch of heen en terug) bepalen. 
richting
 is 1 voor cyclisch en ë 1 voor heen en 
terug. Standaard = 1. 
1. Sla drie tekeningen op met de namen 
2. Typ: CyclePic "
 " "
 "pic",3,.5,4,
",3,.5,4,",3,.5,4,
",3,.5,4,ë 1
11
1 
3. De drie tekeningen (3
33
3) worden automa
t
4
44
4Cylind  MATH/Matrix/Vector ops menu 
vector
 4
44
4Cylind 
Geeft de rij- of kolomvector in cilindrische vorm 
weer [r∠q, z]. 
vector 
moet exact drie elementen bevatten. Het 
kan een rij- of een kolomvector zijn. 
[2,2,3] 4Cylind ¸   [2ø ‡2 
p
4
 3] 
cZeros()  MATH/Algebra/Complex menu 
cZeros(
uitdrukking
, 
var
)  ⇒
⇒⇒
⇒ 
lijst
Geeft een lijst met mogelijke reële en niet-reële 
waarden van 
var
 waarvoor 
uitdrukking
=0. 
cZeros() doet dit door middel van de berekening 
exp8
88
8list(cSolve(
uitdrukking
=0,
var
),
var
). Verder 
werkt 
cZeros() hetzelfde als zeros(). 
Opmerking: zie ook 
cSolve(), solve() en zeros().
Modus Display Digits is Fix 3: 
cZeros(x^5+4x^4+5x^3ì 6xì 3,x)
 ¸  
 {ë 2.125 ë.612 .965 
  ë 1.114
 ì 1.073ø
i
  ë 1.114
 + 1.073ø
i
} 
Opmerking: als 
uitdrukking
 geen veelterm is en 
functies als 
abs(), angle(), conj(), real(), of 
imag() bevat, dient u een onderstrepingsteken _ 
(
@  ¥ ; H 2 5 ) te plaatsen aan het 
einde van 
var
. Een variabele wordt standaard 
behandeld als een reële waarde. Indien u 
var_
gebruikt, wordt de variabele behandeld als 
complex. 
Gebruik
var
 _ ook voor andere variabelen in 
uitdrukking 
die eventueel niet-reële waarden hebben. 
Doet u dit niet dan kan dit onverwachte 
resultaten opleveren.
z wordt als reëel behandeld: 
cZeros(conj(z)ì 1ì
i
,z) ¸  {1+
i
}
z_ wordt als complex behandeld: 
cZeros(conj(z_)ì 1ì
i
,z_) ¸  {1ì
i
} 
cZeros({
uitdrukking1
, 
uitdrukking2
 [, 
…
 ] }, 
 {
varOfSchatting1
,
 varOfSchatting2
 [, 
… 
] })  ⇒
⇒⇒
⇒ 
matrix
Geeft mogelijke posities waar de uitdrukkingen 
tegelijkertijd nul zijn. Iedere 
varOfSchatting
specificeert een onbekende waarvoor u een 
waarde zoekt. 
U kunt als u wilt een beginschatting formuleren voor 
een variabele. Iedere 
varOfSchatting
 moet de 
volgende vorm hebben: 
variabele
– of – 
variabele
 = 
reëel of niet-reëel getal
Bijvoorbeeld, zowel 
x als x=3+
i
 is geldig. 










