Operation Manual
876  Appendix A: Functies en instructies 
B = 
l
1
 0
 … 0
0
 l
2
 … 0
0
 0
 … 0
0
 0
 … l
n 
 en X = [V
1
,V
2
, … ,V
n
] 
3. Vervolgens geldt A = X B Xê en f(A) = X f(B) 
Xê. Bijvoorbeeld, cos(A) = X cos(B) Xê met: 
cos (B) = 
)cos(00
000
0)cos(0
00)cos(
2
1
n
λ
λ
λ
…
…
…
…
Alle berekeningen zijn uitgevoerd met getallen 
met een drijvende komma. 
cosê ()  @  toets  ¥R  H
HH
H toets  2R 
cosê (
uitdrukking1
)  ⇒
⇒⇒
⇒ 
uitdrukking
cosê (
lijst1
)  ⇒
⇒⇒
⇒ 
lijst
cosê (
uitdrukking1
) geeft de hoek, als een 
uitdrukking, waarvan de cosinus gelijk is aan 
uitdrukking1
. 
cosê (
lijst1
) geeft een lijst met de inverse 
cosinussen van de elementen van 
lijst1
. 
Opmerking: het resultaat wordt als een hoek in 
graden, radialen of gon (grad) gegeven, volgens 
de actuele instelling van de hoekmodus. 
In de hoekmodus Degree: 
cosê (1)
 ¸  0 
In de hoekmodus Gradian: 
cosê (0) ¸ 100 
In de hoekmodus Radian: 
cosê ({0,.2,.5})
 ¸  
{
p
2
 1.369... 1.047...} 
cosê (
vierkanteMatrix1
)  ⇒
⇒⇒
⇒ 
vierkanteMatrix
Geeft de inverse matrixcosinus van 
vierkanteMatrix1
. Dit is 
niet
 hetzelfde als het 
berekenen van de inverse cosinus van ieder 
element. Zie, voor informatie over de reken-
methode, cos(). 
vierkanteMatrix1
 moet diagonaliseerbaar zijn. Het 
resultaat bevat altijd getallen met een drijvende 
komma. 
In de hoekmodus Radian en in de 
complexe getallenmodus Rectangular: 
cosê([1,5,3;4,2,1;6,ë 2,1]) ¸  
1.734…+.064…ø
i
 ë 1.490…+2.105…ø
i
 …
ë.725…+1.515…ø
i
 .623…+.778…ø
i
 …
ë 2.083…+2.632…ø
i
 1.790…ì 1.271…ø
i
 …
cosh()  MATH/Hyperbolic menu 
cosh(
uitdrukking1
)  ⇒
⇒⇒
⇒ 
uitdrukking
cosh(
lijst1
)  ⇒
⇒⇒
⇒ 
lijst
cosh (
uitdrukking1
) geeft de cosinus hyperbolicus 
van het argument als een uitdrukking. 
cosh (
lijst1
) geeft een lijst met de cosinus 
hyperbolicus van elk element van 
lijst1
. 
cosh(1.2) ¸  1.810... 
cosh({0,1.2})
 ¸   {1 1.810...} 
cosh(
vierkanteMatrix1
)  ⇒
⇒⇒
⇒ 
vierkanteMatrix
Geeft de matrixcosinus hyperbolicus van 
vierkanteMatrix1
. Dit is 
niet
 hetzelfde als het 
berekenen van de cosinus hyperbolicus van ieder 
element. Zie, voor informatie over de 
rekenmethode, cos(). 
vierkanteMatrix1
 moet diagonaliseerbaar zijn. Het 
resultaat bevat altijd getallen met een drijvende 
komma. 
In de hoekmodus Radian: 
cosh([1,5,3;4,2,1;6,ë 2,1]) ¸  
421.255 253.909 216.905
327.635 255.301 202.958
226.297 216.623 167.628










