Operation Manual

TI-Nspire™ Referentiehandleiding 87
Request
Catalogus
>
Request promptString, var[, WeergVlag [, statusVar]]
Request
promptString, func(arg1, ...argn)
[, WeergVlag [, statusVar]]
Programma-commando: Pauzeert het programma en geeft een
dialoogvenster weer met het bericht promptString en een invoervak
voor de respons van de gebruiker.
Als de gebruiker een respons typt en op
OK klikt, wordt de inhoud
van het invoervak toegekend aan variabele var.
Als de gebruiker op
Annuleren klikt, gaat het programma verder
zonder invoer te accepteren. Het programma gebruikt de vorige
waarde van var als var al gedefinieerd was.
Het optionele argument ToonVlag kan een willekeurige uitdrukking
zijn.
•Als ToonVlag wordt weggelaten of wordt uitgewerkt tot
1, dan
worden het promptbericht en de respons van de gebruiker
weergegeven in de Rekenmachinegeschiedenis.
•Als ToonVlag wordt uitgewerkt tot 0 worden de prompt en de
respons niet weergegeven in de geschiedenis.
Definieer een programma:
Define request_demo()=Prgm
Request “Radius: ”,r
Disp “Area = “,pi*r
2
EndPrgm
Voer het programma uit en typ een respons:
request_demo()
Resultaat na selectie van
OK:
Radius: 6/2
Area= 28.2743
Het optionele argument statusVar geeft het programma een manier
om te bepalen hoe de gebruiker het dialoogvenster heeft afgesloten.
Merk op dat voor
statusVar het argument WeergVlag vereist is.
Als de gebruiker op
OK heeft geklikt of op Enter of
Ctrl+Enter heeft gedrukt, dan wordt de variabele statusVar
ingesteld op waarde
1.
Anders wordt de variabele
statusVar ingesteld op waarde 0.
Met het argument func() kan een programma de gebruikersrespons
opslaan als een functiedefinitie. Deze syntax werkt alsof de gebruiker
het volgende commando heeft uitgevoerd:
Define func(arg1, ...argn) = gebruikersrespons
Het programma kan vervolgens de gedefinieerde functie func()
gebruiken. De promptString moet de gebruiker begeleiden bij het
invoeren van een geschikte gebruikersrespons die de
functiedefinitie afmaakt.
Opmerking: u kunt het commando Request gebruiken binnen
een door de gebruiker gedefinieerd programma, maar niet binnen een
functie.
Om een programma te stoppen dat eenRequest-commando binnen
een oneindige lus bevat:
Windows®: Houd de
F12-toets ingedrukt en druk meerdere
malen op Enter.
Macintosh®: Houd de
F5-toets ingedrukt en druk meerdere
malen op
Enter.
Rekenmachine: Houd de c-toets ingedrukt en druk
meerdere malen op ·.
Opmerking: zie ook RequestStr, pag. 88.
Definieer een programma:
Define polynomial()=Prgm
Request "Enter a polynomial in x:",p(x)
Disp "Real roots are:",polyRoots(p(x),x)
EndPrgm
Voer het programma uit en typ een respons:
polynomial()
Resultaat na selectie van
OK:
Enter a polynomial in x: x^3+3x+1
Real roots are: {-0.322185}