Operation Manual
TI-Nspire™ Referentiehandleiding 21
cos
/
()
μ-toets
cos/(Waarde1) waarde
cos/(Lijst1) lijst
cos/(Waarde1) geeft de hoek waarvan de cosinus Waarde1 is.
cos/(Lijst1) geeft een lijst van de inverse cosinussen van elk element
van Lijst1.
Opmerking: de uitkomst wordt in graden, decimale graden of
radialen gegeven, volgens de ingestelde hoekmodus.
Opmerking: u kunt deze operator vanaf het toetsenbord van de
computer invoeren door arccos(...) in te typen.
In de hoekmodus Graden:
In de hoekmodus Decimale graden:
In de hoekmodus Radialen:
cos/(vierkanteMatrix1) vierkanteMatrix
Geeft de inverse matrixcosinus van vierkanteMatrix1. Dit is niet
hetzelfde als het berekenen van de inverse cosinus van elk element.
Zie voor informatie over de berekeningsmethode
cos().
vierkanteMatrix1 moet diagonaliseerbaar zijn. Het resultaat bevat
altijd getallen met een drijvende komma.
In de hoekmodus Radialen en rechthoekige complexe opmaak:
Om het hele resultaat te zien drukt u op £ en gebruikt u
vervolgens
¡ en ¢ om de cursor te verplaatsen.
cosh()
Catalogus
>
cosh(Waarde1) waarde
cosh(Lijst1) lijst
cosh(Waarde1) geeft de cosinus hyperbolicus van het argument.
cosh(Lijst1) geeft een lijst van de cosinussen hyperbolicus van elk
element van Lijst1.
cosh(vierkanteMatrix1) vierkanteMatrix
Geeft de matrixcosinus hyperbolicus van vierkanteMatrix1. Dit is
niet hetzelfde als het berekenen van de cosinus hyperbolicus van elk
element. Zie voor informatie over de berekeningsmethode cos().
vierkanteMatrix1 moet diagonaliseerbaar zijn. Het resultaat bevat
altijd getallen met een drijvende komma.
In de hoekmodus Radialen:
cosh
/
()
Catalogus
>
cosh/(Waarde1) waarde
cosh/(Lijst1) lijst
cosh/(Waarde1) geeft de inverse cosinus hyperbolicus van het
argument.
cosh/(Lijst1) geeft een lijst van de inverse cosinussen hyperbolicus
van elk element van Lijst1.
Opmerking: u kunt deze operator vanaf het toetsenbord van de
computer invoeren door arccosh(...) in te typen.