Operation Manual

144 TI-Nspire™ Referentiehandleiding
Foutcodes en meldingen
Als er een fout optreedt, wordt de code ervan toegekend aan de variabele errCode. Door de
gebruiker gedefinieerde programma's en functies kunnen errCode onderzoeken om de oorzaak
van een fout vast te stellen. Zie voor een voorbeeld van het gebruik van errCode voorbeeld 2
onder het commando Try op pag. 110
.
Opmerking: sommige foutcondities zijn alleen van toepassing op TI-Nspire™ CAS-producten, en
sommige zijn alleen van toepassing op TI-Nspire™-producten.
Foutcode Beschrijving
10 Een functie heeft geen waarde teruggegeven
20 Een test heeft niet geresulteerd in WAAR of ONWAAR.
Over het algemeen kunnen ongedefinieerde variabelen niet worden vergeleken. Bijvoorbeeld: de test If a<b
veroorzaakt deze fout als a of b ongedefinieerd is wanneer de If-bewering wordt uitgevoerd.
30 Argument kan niet de naam zijn van een map.
40 Argumentfout
50 Argumenten komen niet overeen
Twee of meer argumenten moeten van hetzelfde type zijn.
60 Argument moet een Booleaanse uitdrukking of geheel getal zijn
70 Argument moet een decimaal getal zijn
90 Argument moet een lijst zijn
100 Argument moet een matrix zijn
130 Argument moet een string zijn
140 Argument moet een variabelenaam zijn.
Zorg ervoor dat de naam:
niet met een cijfer begint
geen spaties of speciale tekens bevat
geen onderstrepingsteken of punt op een ongeldige manier gebruikt
de lengtebeperkingen niet overschrijdt
Zie voor meer informatie het hoofdstuk Rekenmachine in de documentatie.
160 Argument moet een uitdrukking zijn
165 Batterijen zijn te zwak om te verzenden of te ontvangen
Installeer nieuwe batterijen voordat u verzendt of ontvangt.
170 Grens
De ondergrens moet lager zijn dan de bovengrens om het zoekinterval te definiëren.
180 Afbreken
De
d- of c-toets is ingedrukt tijdens een lange berekening of tijdens de uitvoering van een programma.
190 Cirkeldefinitie
Deze foutmelding wordt weergegeven om te voorkomen dat het geheugen volraakt tijdens oneindige vervanging van
variabelewaarden tijdens een vereenvoudiging. Bijvoorbeeld: a+1->a, waar a een niet-gedefinieerde variabele is, zal
deze fout veroorzaken.
200 Beperkingsuitdrukking ongeldig
Bijvoorbeeld: solve(3x^2-4=0,x) | x<0 or x>5 zou deze foutmelding geven, omdat de beperkende voorwaarde
gescheiden wordt door “or” en niet door “and”.
210 Ongeldig gegevenstype
Een argument is van het verkeerde gegevenstype.
220 Afhankelijke grenswaarde