Operation Manual
TI-Nspire™ Referentiehandleiding 143
Het aantal openings- en sluithaakjes, vierkante haken en accolades moet hetzelfde zijn binnen
een uitdrukking of vergelijking. Als dit niet het geval is, dan verschijnt er een foutmelding met
het ontbrekende element. Bijvoorbeeld: bij (1+2)/(3+4 wordt de foutmelding “Ontbrekende )”
weergegeven.
Opmerking:
omdat u met de TI-Nspire™-software uw eigen functies kunt definiëren, wordt
een variabelenaam die wordt gevolgd door een uitdrukking tussen haakjes, beschouwd als een
"functieaanroep” in plaats van als een impliciete vermenigvuldiging. Bijvoorbeeld: a(b+c) is de
functie a uitgewerkt voor b+c. Om de uitdrukking b+c te vermenigvuldigen met de variabele a
moet u expliciete vermenigvuldiging gebruiken: a∗(b+c).
indirectie
De indirectie-operator (#) converteert een string naar een variabele- of functienaam.
Bijvoorbeeld: #("x"&"y"&"z") creëert de variabelenaam xyz. Met indirectie kunt u ook
variabelen binnen een programma creëren en wijzigen. Bijvoorbeeld: als 10"r en “r”"s1, dan
#s1=10.
Navolgende operatoren
Navolgende operatoren zijn operatoren die direct na het argument komen, zoals 5!, 25% of
60¡15' 45". Argumenten gevolgd door een navolgende operator worden uitgewerkt op het
vierde prioriteitsniveau. Bijvoorbeeld: in de uitdrukking 4^3!, wordt eerst 3! uitgewerkt. Het
resultaat, 6, wordt vervolgens de exponent van 4, en dit levert 4096 op.
Machtsverheffen
Machtsverheffen (^) en element-voor-element-machtsverheffen (.^) worden uitgewerkt van
rechts naar links. Bijvoorbeeld: de uitdrukking 2^3^2 wordt op dezelfde manier uitgewerkt als
2^(3^2), en heeft als resultaat 512. Dit verschilt van (2^3)^2, wat 64 oplevert.
Negatie
Om een negatief getal in te voeren drukt u op v gevolgd door het getal. Navolgende
bewerkingen en machtsverheffen worden uitgevoerd vóór negatie. Bijvoorbeeld: het resultaat
van Lx
2
is een negatief getal, en L9
2
=L81. Gebruik haakjes om het kwadraat van een negatief
getal te berekenen, zoals (L9)
2
, wat 81 als resultaat heeft.
Beperking (“|”)
Het argument dat volgt op de beperkende operator (“|”) biedt een serie beperkingen die van
invloed zijn op de uitwerking van het argument dat voorafgaat aan de operator.