Operation Manual

TI-Nspire™ Referentiehandleiding 135
10^()
Catalogus
>
10^ (Waarde1) waarde
10^ (Lijst1) lijst
Geeft 10 tot de macht van het argument.
Geeft bij een lijst 10 tot de macht van de elementen in Lijst1.
10^(vierkanteMatrix1) vierkanteMatrix
Geeft 10 tot de macht van vierkanteMatrix1. Dit is niet hetzelfde als
het berekenen van 10 tot de macht van elk element. Zie voor
informatie over de berekeningsmethode
cos().
vierkanteMatrix1 moet diagonaliseerbaar zijn. Het resultaat bevat
altijd getallen met een drijvende komma.
^
/(omgekeerde)
Catalogus
>
Waarde1 ^/ waarde
Lijst1 ^/ lijst
Geeft de omgekeerde van het argument.
Geeft bij een lijst de omgekeerden van de elementen in Lijst1.
vierkanteMatrix1 ^/ vierkanteMatrix
Geeft de inverse van vierkanteMatrix1.
vierkanteMatrix1 moet een niet-singuliere vierkante matrix zijn.
|
(beperkende operator)
/k-toetsen
Uitdr
| BooleaanseUitdr1 [and BooleaanseUitdr2]...
Uitdr | BooleaanseUitdr1 [or BooleaanseUitdr2]...
Het beperkingssymbool (“|”) dient als een binaire operator. De
operand aan de linkerkant van | is een uitdrukking. De operand aan
de rechterkant van | specificeert één of meer relaties die bedoeld zijn
om de vereenvoudiging van de uitdrukking te beïnvloeden. Meerdere
relaties na | moeten gekoppeld worden door logische “and” of “or”-
operatoren.
De beperkings-operator biedt drie basistypen functionaliteit:
Substituties
Intervalbeperkingen
Uitsluitingen
Substituties zijn in de vorm van een gelijkheid, zoals x=3 of y=sin(x).
Om het meest effectief te zijn moet de linkerkant een enkelvoudige
variabele zijn. Uitdr | Variabele = waarde substitueert waarde elke
keer dat Variabele voorkomt in Uitdr.