Operation Manual

106 TI-Nspire™ Referentiehandleiding
tan
/
()
μ-toets
tan/(Waarde1) waarde
tan/(Lijst1) lijst
tan/(Waarde1) geeft de hoek waarvan de tangens Waarde1 is.
tan/(Lijst1) geeft een lijst met de inverse tangens van elk element in
Lijst1.
Opmerking: de uitkomst wordt in graden, decimale graden of
radialen gegeven, volgens de ingestelde hoekmodus.
Opmerking: u kunt deze operator vanaf het toetsenbord van de
computer invoeren door arctan(...) in te typen.
In de hoekmodus Graden:
In de hoekmodus Decimale graden:
In de hoekmodus Radialen:
tan/(vierkanteMatrix1) vierkanteMatrix
Geeft de inverse matrixtangens van vierkanteMatrix1. Dit is niet
hetzelfde als het berekenen van de inverse tangens van elk element.
Zie voor informatie over de berekeningsmethode cos().
vierkanteMatrix1 moet diagonaliseerbaar zijn. Het resultaat bevat
altijd getallen met een drijvende komma.
In de hoekmodus Radialen:
tanh()
Catalogus
>
tanh(Waarde1) waarde
tanh(Lijst1) lijst
tanh(Waarde1) geeft de tangens hyperbolicus van het argument.
tanh(Lijst1) geeft een lijst met de tangens hyperbolicus van elk
element in Lijst1.
tanh(vierkanteMatrix1) vierkanteMatrix
Geeft de matrixtangens hyperbolicus van vierkanteMatrix1. Dit is
niet hetzelfde als het berekenen van de tangens hyperbolicus van elk
element. Zie voor informatie over de berekeningsmethode cos().
vierkanteMatrix1 moet diagonaliseerbaar zijn. Het resultaat bevat
altijd getallen met een drijvende komma.
In de hoekmodus Radialen:
tanh
/
()
Catalogus
>
tanh/(Waarde1) waarde
tanh/(Lijst1) lijst
tanh/(Waarde1) geeft de inverse tangens hyperbolicus van het
argument.
tanh/(Lijst1) geeft een lijst van de inverse tangens hyperbolicus van
elk element in Lijst1.
Opmerking: u kunt deze operator vanaf het toetsenbord van de
computer invoeren door arctanh(...) in te typen.
In rechthoekige complexe opmaak:
Om het hele resultaat te zien drukt u op £ en gebruikt u
vervolgens ¡ en ¢ om de cursor te verplaatsen.