Operation Manual

98 TI-Nspire™ Referentiehandleiding
sin/(vierkanteMatrix1) vierkanteMatrix
Geeft de inverse matrixsinus van vierkanteMatrix1. Dit is niet
hetzelfde als het berekenen van de inverse sinus van elk element. Zie
voor informatie over de berekeningsmethode
cos().
vierkanteMatrix1 moet diagonaliseerbaar zijn. Het resultaat bevat
altijd getallen met een drijvende komma.
In de hoekmodus Radialen en rechthoekige complexe opmaak-
modus:
Om het hele resultaat te zien drukt u op
£ en gebruikt u
vervolgens
¡ en ¢ om de cursor te verplaatsen.
sinh()
Catalogus
>
sinh(Getal1) waarde
sinh(Lijst1) lijst
sinh (Waarde1) geeft de sinus hyperbolicus van het argument.
sinh (Lijst1) geeft een lijst met de sinus hyperbolicus van elk element
in Lijst1.
sinh(vierkanteMatrix1) vierkanteMatrix
Geeft de matrixsinus hyperbolicus van vierkanteMatrix1. Dit is niet
hetzelfde als het berekenen van de sinus hyperbolicus van elk
element. Zie voor informatie over de berekeningsmethode
cos().
vierkanteMatrix1 moet diagonaliseerbaar zijn. Het resultaat bevat
altijd getallen met een drijvende komma.
In de hoekmodus Radialen:
sinh
/
()
Catalogus
>
sinh/(Waarde1) waarde
sinh/(Lijst1) lijst
sinh/(Waarde1) geeft de inverse sinus hyperbolicus van het
argument.
sinh/(Lijst1) geeft een lijst met de inverse sinus hyperbolicus van elk
element in Lijst1.
Opmerking: u kunt deze operator vanaf het toetsenbord van de
computer invoeren door arcsinh(...) in te typen.
sinh/(vierkanteMatrix1) vierkanteMatrix
Geeft de inverse matrixsinus hyperbolicus van vierkanteMatrix1. Dit
is niet hetzelfde als het berekenen van de inverse sinus hyperbolicus
van elk element. Zie voor informatie over de berekeningsmethode
cos().
vierkanteMatrix1 moet diagonaliseerbaar zijn. Het resultaat bevat
altijd getallen met een drijvende komma.
In de hoekmodus Radialen:
sin
/
()
μ-toets