Operation Manual
50 Werken met documenten op de TI-Nspire™-rekenmachine
Een document sluiten
1. Druk op ~13 of /W om een document te sluiten.
Als u het document heeft veranderd, wordt u gevraagd of u die
veranderingen wilt opslaan.
2. Druk op
Ja om het document op te slaan of klik op Nee om de
wijzigingen niet op te slaan.
De TI-Nspire™ tools begrijpen
Deze paragraaf biedt een overzicht van de tools die worden gebruikt bij
het werken met TI-Nspire™ documenten op een rekenmachine,
waaronder variabelen, catalogus, symbolen en wiskundige sjablonen.
TI-Nspire™ variabelen creëren
Variabelen kunnen elk gedeelte of eigenschap van een gecreëerd object
of functie binnen een toepassing zijn. Voorbeelden van eigenschappen
die variabelen kunnen worden zijn: de oppervlakte van een rechthoek,
de straal van een cirkel, de waarde in een cel van een spreadsheet of de
inhoud van een kolom, of een functie-uitdrukking.
De catalogus gebruiken
Gebruik de catalogus om toegang te krijgen tot een lijst met TI-Nspire™
commando’s en functies, eenheden, symbolen en sjablonen voor
uitdrukkingen. Commando’s en functies worden in alfabetische volgorde
weergegeven. Commando’s of functies die niet beginnen met een letter
staan aan het einde van de lijst (&, /, +, -, etc.). Ga als volgt te werk om de
catalogus te openen:
1. Druk vanuit een open document op
k om de catalogus te openen.
2. Druk op de cijfertoets die overeenkomt met het betreffende tabblad.