Operation Manual
24 Het rekenkladblok gebruiken
a) Klik en houd een streepje ingedrukt en verplaats het langs de as.
De afstand en het aantal streepjes wordt groter (of kleiner) op
beide assen.
b) Om de schaal en de afstand tussen de streepjes op één as te
veranderen, houdt u g ingedrukt en pakt u een streepje op die as.
4. Verander eindwaarden van assen door erop te dubbelklikken en
nieuwe waarden in te typen.
5. Pas de plaats van de assen aan. Om de bestaande assen te verplaatsen
zonder de afmetingen ervan aan te passen of ze opnieuw te schalen,
klikt u erop en versleept u ze naar een leeg gebied van het scherm tot
de assen op de gewenste plaats liggen.
6. Verander de schalen van de assen door op
b41 te drukken.
Typ de gewenste waarden over de huidige waarden voor x-min,
x-max, y-min en y-max heen en klik op
OK.
7. Druk op b21 om de assen te verbergen of weer te geven.
• Als de assen al worden weergegeven op de pagina, worden ze
door selectie van deze tool verborgen.
• Als de assen verborgen zijn op de pagina, worden ze door selectie
van deze tool opnieuw weergegeven.
Een getekende functie volgen
Grafiekspoor loopt door de punten van de grafiek van een functie, een
parameterkromme, een grafiek van een poolvergelijking, van een rij of
een scatterplot. De volgtool inschakelen:
1. Druk op
b51 om langs de punten in een functiegraftiek te
lopen in het volgmodel.