Operation Manual
Bijlage B: Naslaginformatie 569
8992APB.NLD TI-89/TI-92 Plus:8992appb.doc (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 12:38 PM Printed: 02/29/00 12:48 PM Page 569 of 34
De indirecte operator (
#
) converteert een tekenreeks naar een
variabele- of functienaam. Bijvoorbeeld:
#
(
“x”&”y”&”z”
) maakt de
variabelenaam xyz. Met de indirecte operator kunt u ook variabelen
maken en wijzigen binnen een programma. Bijvoorbeeld: als
10
!
r
en
“r”
!
s1
, dan
#s1=10
.
Post-operatoren zijn operatoren die meteen na een argument komen,
zoals 5!, 25%, of 60° , 15’ 45”. Argumenten die gevolgd worden door
een post-operator, worden uitgewerkt op het vierde prioriteitsniveau.
Bijvoorbeeld: in de uitdrukking
4^3!
, wordt
3!
het eerste uitgewerkt.
Het resultaat,
6
, wordt vervolgens de exponent van
4
, wat
4096
oplevert.
Machtsverheffing (
^
) en element-voor-element machtsverheffing (
.^
)
worden van rechts naar links uitgewerkt. Bijvoorbeeld:
2^3^2
wordt
hetzelfde uitgewerkt als
2^(3^2)
om
512
op te leveren. Dit verschilt
van
(2^3)^2
, hetgeen
64
oplevert.
Om een negatief getal in te voeren drukt u op ·, gevolgd door het
getal. Post-bewerkingen en machtsverheffingen worden uitgevoerd
vóór tekenomkering. Bijvoorbeeld: het resultaat van -
x
2
is een negatief
getal en
-9
2
=- 81
. Gebruik ronde haken om een negatief getal te
kwadreren zoals
(- 9)
2
om
81
op te leveren. Merk op dat de negatieve
5 (- 5)
verschilt van min
5 (- 5)
en dat
-3!
wordt uitgewerkt als
-(3!)
.
Het argument na de operator “with” (|) verschaft een verzameling
beperkingen die de uitwerking van het argument, voorafgaand aan de
operator “with”, beïnvloedt.
Indirect
Post-operatoren
Machtsverheffing
Tekenomkering
Beperking (|)