Operation Manual
Hoofdstuk 13. Tabellen 227
13TABLES.NLD TI-89/TI-92 Plus: Tables (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 12:10 PM Printed: 02/29/00 12:21 PM Page 227 of 10
De celbreedte bepaalt het maximumaantal cijfers en symbolen
(decimaal scheidingsteken, minteken en “í ” voor wetenschappelijke
notatie) dat weergegeven kan worden in een cel. Alle cellen in de
tabel hebben dezelfde breedte.
Om de celbreedte van het scherm
Table te veranderen:
1. Druk op ƒ
9
—
of
—
TI-89:
¥ Í
TI-92 Plus:
¥
F
2. Druk op
B
of
A
om een menu te
openen met geldige breedtes (
3
–
12
).
3. Verplaats de cursor om een getal te markeren en druk op ¸.
(Voor getallen van één cijfer kunt u het getal typen en vervolgens
op ¸ drukken.)
4. Druk op ¸ om het dialoogvenster te sluiten en de tabel te
actualiseren.
Indien mogelijk, wordt een getal getoond overeenkomstig de op dat
moment geselecteerde weergavemodi (
Display Digits
,
Exponential
Format
, etc.). Het getal wordt zo nodig afgerond. Echter:
¦
Wanneer een getal te groot is voor de celbreedte, wordt het getal
afgerond en weergegeven in wetenschappelijke notatie.
¦
Wanneer de cel ook te klein is voor wetenschappelijke notatie,
wordt er “...” getoond.
De standaardinstelling is
Display Digits = FLOAT 6
. Met deze
modusinstelling wordt elk getal getoond met een maximum van 6
cijfers, zelfs wanneer de cel groot genoeg is voor meer cijfers. Andere
instellingen beïnvloeden op dezelfde manier een weergegeven getal.
De celbreedte is
Juiste waarde 3 6 9 12
1.2345678901 1.2 1.2346 1.23457 1.23457
ë
123456.78 ...
ë
1.2
E
5
ë
123457.
ë
123457.
.000005 ... 5.
E
ë
6 .000005 .000005
1.2345678
E
19 ... 1.2
E
19 1.2346
E
19 1.23457
E
19
ë
1.23456789012
E
ë
200 ... ...
ë
1.2
E
ë
200
ë
1.2346
E
ë
200
Een cel geeft zoveel mogelijk weer van een complex getal
(overeenkomstig de op dat moment ingestelde weergavemodi) en
toont vervolgens “...” aan het einde van het weergegeven gedeelte.
Wanneer u een cel met een complex getal markeert, toont de
invoerregel het reële en het imaginaire deel met een maximum van 4
cijfers voor elk deel (
FLOAT 4
).
De celbreedte
veranderen
Opmerking: de standaard
celbreedte is 6.
Hoe getallen worden
weergegeven in een cel
Opmerking: wanneer een
functie niet gedefinieerd is
voor een bepaalde waarde,
wordt
undef
weergeven in
de cel.
Tip: gebruik
3
om de
weergavemodi in te stellen.
Tip: om de juiste waarde
van een getal te kunnen
zien, moet u de cel
markeren en op de
invoerregel kijken.
Als u complexe getallen
gebruikt
Opmerking:
afhankelijk van de instellingen voor de
weergavemodus, wordt voor sommige waarden niet de juiste
waarde
g
etoond, zelfs al is de cel breed
g
enoe
g
.