Operation Manual
Hoofdstuk 10. 3D grafieken 153
10_3D.NLD TI-89/TI-92 Plus: 3D Graphing (Dutch) Susan Gullord Revised: 02/29/00 11:28 AM Printed: 02/29/00 11:40 AM Page 153 of 22
Hoofdstuk 10.
3D grafieken
Kennismaking: 3D-grafieken................................................................. 154
Overzicht van stappen bij het tekenen van 3D-grafieken ................. 156
Verschillen tussen 3D-grafieken en grafieken van functies.............. 157
De cursor verplaatsen in 3D ................................................................. 160
Rotatie en/of de kijkhoek veranderen................................................. 162
Interactieve animatie van een 3D-grafiek ........................................... 164
Assen en stijlopmaak veranderen ........................................................ 165
Hoogtelijnenplots................................................................................... 167
Voorbeeld: hoogtelijnen van een complex
modulusoppervlak............................................................................ 170
Impliciete plots....................................................................................... 171
Voorbeeld: impliciet plot van een gecompliceerdere
vergelijking........................................................................................ 173
In dit hoofdstuk wordt beschreven
hoe u 3D-vergelijkingen plot op de
TI
-
89 / TI
-
92 Plus
. Voordat u aan dit
hoofdstuk begint, dient u
hoofdstuk 6: “Grafieken van
functies” te hebben doorgelezen.
In een 3D-grafiek van een
vergelijking
z(x, y)
, wordt de
locatie van een punt gedefinieerd
zoals getoond wordt in nevenstaande tekening.
Wanneer u de gedetailleerde weergave gebruikt, kunt u een 3D-
grafiek meer in detail bekijken. Bijvoorbeeld:
Wanneer u een 3D-grafiek weergeeft, wordt de gedetailleerde
weergave automatisch gebruikt als:
¦
U de grafische opmaakstijl (
¥
Í
) instelt op of verandert in
CONTOUR LEVELS
of
IMPLICIT PLOT
.
¦
De gedetailleerde weergave werd gebruikt voor de
voorafgaande grafiek.
Als u op een cursortoets drukt om een animatie van een grafiek te
maken, zoals in dit hoofdstuk wordt beschreven, schakelt het scherm
automatisch over naar de normale weergave. In de gedetailleerde
weergave is animatie van een grafiek niet mogelijk.
10
Z
(x,y,z)
z
y
x
Tip: om de grafiek langs de
x-, y- of z-as te bekijken,
typt u respectievelijk de
letter
X
,
Y
of
Z
.
Tip: om van de ene
opmaakstijl naar de andere
om te schakelen (en daarbij
IMPLICIT PLOT
over te
slaan
), drukt u op:
TI
-
89:
j
[F]
TI
-
92 Plus:
F
Zo wordt de actuele
weergave (gedetailleerd of
normaal) vastgehouden.
Opmerking: om naar
IMPLICIT PLOT
om te
schakelen
(via het
dialoogvenster GRAPH
FORMATS), drukt u op:
TI
-
89:
¥Í
TI
-
92 Plus:
¥
F
Wanneer u wilt omschakelen tussen normale en gedetailleerde weergave, drukt
u op
p
(vermenigvuldigings-toets, niet de letter X).
Normale weergave Gedetailleerde weergave