Operation Manual
996 Appendix A: Functies en instructies
ô
(radiaal)
MATH/Angle menu
uitdrukking1
ô ⇒
⇒⇒
⇒
uitdrukking
lijst1
ô ⇒
⇒⇒
⇒
lijst
matrix1
ô ⇒
⇒⇒
⇒
matrix
Vermenigvuldigt in de hoekmodus Degree
uitdrukking1
met 180/p. Geeft
uitdrukking1
onveranderd in de hoekmodus Radian.
Vermenigvuldigt in de hoekmodus Gradian
uitdrukking1
met 200/p.
Deze functie geeft u een manier om een hoek in
radialen te gebruiken terwijl u in de modi Degree
en Gradian werkt.
Tip: gebruik ô als u in een functie of
programmadefinitie radialen wilt forceren,
ongeacht de modus die ingesteld is wanneer de
functie of het programma gebruikt wordt.
In de hoekmodi Degree, Gradian of
Radian:
cos((
p/4)ô ) ¸
‡2
2
cos({0
ô,(p/12)ô,ë pô }) ¸
{1
(
3
+1)
ø
2
4
ë 1}
¡
¡¡
¡
(graad)
2“toets
uitdrukking
¡
¡¡
¡ ⇒
⇒⇒
⇒
waarde
lijst1
¡
¡¡
¡ ⇒
⇒⇒
⇒
lijst
matrix1
¡
¡¡
¡ ⇒
⇒⇒
⇒
matrix
Vermenigvuldigt in de hoekmodus Radian
uitdrukking
met p/180. Geeft
uitdrukking
onveranderd in de hoekmodus Degree.
Vermenigvuldigt in de hoekmodus Gradian
uitdrukking1
met 10/9.
Deze functie geeft u een manier om een hoek in
graden te gebruiken terwijl u in de modi Gradian
en Radian werkt.
In de hoekmodi Degree, Gradian of
Radian:
cos(45
¡) ¸
‡2
2
cos({0,
p/4,90¡,30.12¡}) ¥ ¸
{1 .707
... 0 .864...}
(hoek) 2’ toets
[
radius,
q_
hoek
] ⇒
⇒⇒
⇒
vector
(invoer in poolcoördinaten)
[
radius,
q_
hoek,Z_coördinaat
] ⇒
⇒⇒
⇒
vector
(cilindrische invoer)
[
radius,
q_
hoek,
f_hoek
] ⇒
⇒⇒
⇒
vector
(sferische invoer)
Geeft coördinaten als een vector, afhankelijk van
de instelling van de modus
Vector Format:
rechthoekig, cilindrisch of sferisch.
[5,60¡,45¡] ¸
In de modus Radian en het
vectorformaat ingesteld op:
(
grootte
hoek
) ⇒
⇒⇒
⇒
complexeWaarde
(invoer in poolcoördinaten)
Voert een complexe waarde in de vorm (rq) in
poolcoördinaten in. De
hoek
wordt
geïnterpreteerd in overeenstemming met de
actieve Hoekmodusinstelling.
In de hoekmodus Radian en in de
complexe getallenmodus Rectangular:
5+3
i
ì (10p/4) ¸
5
ì 5ø 2+(3ì 5ø 2)ø
i
¥¸ ë 2.071…ì 4.071…ø
i
rechthoekig
cilindrisch
sferisch