Operation Manual
Appendix A: Functies en instructies 993
≥
≥≥
≥ 8¶toetsen
uitdrukking1
≥
uitdrukking2
⇒
⇒⇒
⇒
Booleaanse
uitdrukking
lijst1
≥
lijst2
⇒
⇒⇒
⇒
Booleaanse lijst
matrix1
≥
matrix2
⇒
⇒⇒
⇒
Booleaanse matrix
De Booleaanse uitdrukking is waar (true) indien
uitdrukking1
groter is dan of gelijk is aan
uitdrukking2
.
De Booleaanse uitdrukking is
onwaar (false) indien
uitdrukking1
kleiner is dan
uitdrukking2
.
Iedere andere invoer levert een vereenvoudigde
vorm van de vergelijking op.
Voor lijsten en matrices worden de
corresponderende elementen vergeleken en
wordt het resultaat als lijst of matrix
weergegeven.
Zie het voorbeeld bij “=” (gelijk).
!
(faculteit)
@
@@
@ toets ¥ e H
HH
H toets 2 Å
uitdrukking1
! ⇒
⇒⇒
⇒
uitdrukking
lijst1
! ⇒
⇒⇒
⇒
lijst
matrix1
! ⇒
⇒⇒
⇒
matrix
Geeft de faculteit van het argument.
Voor een lijst of matrix wordt een lijst of matrix met
de faculteiten van de elementen gegeven.
De TI-89 berekent een numerieke waarde uit-
sluitend voor niet-negatieve gehele getallen.
5! ¸ 120
{5,4,3}
! ¸ {120 24 6}
[1,2;3,4]
! ¸ [
1 2
6 24
]
&
(samenvoegen)
@
@@
@ toets ¥ p H
HH
H toets 2 ¼
tekenreeks1
&
tekenreeks2
⇒
⇒⇒
⇒
tekenreeks
Geeft een tekenreeks die bestaat uit
tekenreeks1
gevolgd door
tekenreeks2
.
"Hello " & "Nick" ¸ "Hello Nick"
‰
‰‰
‰()
(integreren)
2<toets
‰
‰‰
‰
(
uitdrukking1
,
var
[,
onder
] [,
boven
]) ⇒
⇒⇒
⇒
uitdrukking
‰
‰‰
‰(
lijst1,var
[,
orde
]) ⇒
⇒⇒
⇒
lijst
‰
‰‰
‰(
matrix1,var
[,
orde
]) ⇒
⇒⇒
⇒
matrix
Geeft de integraal van
uitdrukking1
ten opzichte
van de variabele
var
van
onder
tot
boven
.
‰(x^2,x,a,b) ¸
ë aò
3
+
bò
3
Geeft een primitieve functie indien
onder
en
boven
worden weggelaten. De integratieconstante
C
wordt weggelaten.
onder
wordt echter toegevoegd als
integratieconstante indien alleen
boven
wordt
weggelaten.
‰(x^2,x) ¸
x
ò
3
‰(aù x^2,x,c) ¸
a
ø xò
3
+ c