Operation Manual
Appendix A: Functies en instructies 989
^
(machtsv.)
Z toets
uitdrukking1
^
uitdrukking2
⇒
⇒⇒
⇒
uitdrukking
lijst1
^
lijst2
⇒
⇒⇒
⇒
lijst
Geeft het eerste argument verheven tot de macht
bepaald door het tweede argument.
Voor een lijst geeft het de elementen in
lijst1
verheven tot de macht bepaald door de
corresponderende elementen in
lijst2
.
In het reële domein gebruiken machten met
gebroken exponenten die na vereenvoudiging
oneven zijn, de reële waarden. In de complexe
modus wordt de imaginaire as gebruikt.
4^2 ¸ 16
{a,2,c}^{1,b,3}
¸ {a 2
b
cò }
uitdrukking
^
lijst1
⇒
lijst
Geeft
uitdrukking
verheven tot de macht bepaald
door de elementen in
lijst1
.
p^{a,2,ë 3} ¸ {
p
a
pñ
1
p
ò
}
lijst1
^
uitdrukking
⇒
lijst
Geeft de elementen in
lijst1
verheven tot de
macht bepaald door
uitdrukking
.
{1,2,3,4}^ë 2 ¸
{1 1/4 1/9 1/16}
vierkanteMatrix1
^
geheel_getal
⇒
matrix
Geeft
vierkanteMatrix1
verheven tot de macht
bepaald door
geheel_getal
.
vierkanteMatrix1
moet een vierkante matrix zijn.
Indien
geheel_getal
= ë 1, wordt de inverse matrix
berekend.
Indien
geheel_getal
< ë 1, wordt de inverse matrix
verheven tot een passende positieve macht
berekend.
[1,2;3,4]^2 ¸
[1,2;3,4]^
ë 1 ¸
[1,2;3,4]^
ë 2 ¸
.+
(punt opt.)
¶«toetsen
matrix1
.+
matrix2
⇒
⇒⇒
⇒
matrix
uitdrukking
.+
matrix1
⇒
⇒⇒
⇒
matrix
matrix1
.+
matrix2
levert een matrix op waarvan
elk element de som is van elk paar
corresponderende elementen in
matrix1
en
matrix2
.
uitdrukking
.+
matrix1
levert een matrix op
waarvan elk element de som is van
uitdrukking
en elk
element in
matrix1.
[a,2;b,3].+[c,4;5,d] ¸
x.+[c,4;5,d]
¸
..
..
.
(punt aftr.)
¶|toetsen
matrix1
.
ì matrix2
⇒
⇒⇒
⇒
matrix
uitdrukking
.ì
matrix1
⇒
⇒⇒
⇒
matrix
matrix1
.ì
matrix2
levert een matrix op waarvan
elk element het verschil is van elk paar
corresponderende elementen in
matrix1
en
matrix2
.
uitdrukking
.ì
matrix1
levert een matrix op
waarvan elk element het verschil is van
uitdrukkin
g
en elk element in
matrix1.
[a,2;b,3].ì [c,4;d,5] ¸
x.
ì [c,4;d,5] ¸